St. Nicolaasavond 19 December 1927 in American-Hotel Sint Nicolaas: Hartelijk dank mijn brave menschen, Voor dit lied te mijner eer; 'k Vind het heerlijk en 'k kan het hooren Telkens, telkens, steeds maar weer. Want dit zoo gezamenlijk zingen, t Maakt me frisch na mijne reis, en dat de geest in Ajax goed is, Dat is voor mij hier 't groot bewijs. Nogmaals dank dus brave kinderen, En ik hoop dat ik nog jaren lang Van den voorspoed van Uw Ajax Hooren en genieten kan. Want dat is zeker brave menschen, De geest der Club, dat nummer één, Dan kan er niets met U gebeuren Dn overal komt ge doorheen. Zocals ge ziet, wilt 't ons vergeven, Lezen wij hier van het blad, Want het leeren valt ons moeilijk, Daar lang reeds is ons levenspad. Wel Piet, imijn knecht en trouwe vrind, Wat sta je daar te soezen? Kom hier zwart gedrocht, sta je nu al weer Met een meisje te smoezen? P.et: Neen, neen, lieve baas, Dat is het niet, lk ben in de war Door dit welkomstlied. Sint Nicolaas: In de war? Wat hoor ik nou, Ben je niet wijs, Of wordt je dat gauw? Heeft zwarte Piet dan nog nooit gehoord Van het Ajax-ensemble, Zuiver tot in hunne pinken, Met bassen als orgels, En tenoren als vinken? Piet: Ja, ja, brave baas, Daar heb ik van gehoord, Is er toen niet een bariton In een fis gesmoord? Sint Nicolaas: Wat hoor ik nou? Zou een Ajacied Die modder en clubs verslindt Smoren in een lied? Neen, neen, hou maar op, 'k Heb het al gehoord, Wat jij van die zangers zegt Is ongehoord. Maar kijk eens rond Piet, Zie eens die gezichtjes Van al die meisjes, Het zijn net gedichtjes. Piet: Hi, hi, hi, hoor me die Sint, Nog nooit in zijn leven heeft hij betmind, En hier, op het eerste gezicht is het mis, Omdat elk snuitje réüze is. Sint Nicolaas: O, jou zwart gedrocht, Wat doe je m' een verdriet; Waarom zeg je dat hard op, hè En denk je het niet? Neen, neen, dat is niets voor den Sint, Daar komen we toch niet voor hier? Je weet toch ook wat er stond in dien brief, Met dien Ajax-kop op dat papier?

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1927 | | pagina 15