Laatkomers!
r
114 CLUBNIEUWS
i Ingezonden
A. F. C. AJAX
Zondag j I. tuerden 2 uan onze elftallen
wederom met fl. 15.— beboet.
Voortaan zal het Bestuup deze boete uep-
halen op diegeneu die te laat gehomen zijn
Steunt het Olympisch Comité 1928
Copic voor het volgend nummer moet uiterlijk Maan
dag 31 Oct. 1ste post in bezit van de Redactie zijn.
yj
Amsterdam, 8 October 1927.
Den WelEd. Heer J. J. GROOTMEYER,
Amsterdam.
WelEd. Heer,
U zult wel eenigszins verwonderd zijn van ondergetee-
kende een bijdrage te ontvangen voor het „Ajax-Club-
nieuws". Deze bijdrage is dan ook slechts een uiting van
mijn misnoegen over de artikelen van den Heer A. L.
Desmit, wiens critische pennevruchten mij voorkomen
buiten zijn bereik te liggen.
Ik verzoek U dan ook beleefd, onderstaand stukje te
willen plaatsen:
SCHOENMAKER
Een bekend Hollandsch spreekwoord begint met het
bovenstaande woord en gaarne zou ik een onzer geachte
medewerkers van het Clubblad, den Heer „ADE" den
welgemeenden raad willen geven zich hieraan te willen
houden.
Zonder iets aan de capaciteiten van dezen Heer tekort
te willen doen, is het toch den insiders bekend, dat hij
practisch van voetbal, niet het minste afweet, wat volgens
ondergeteekende voor hem een aanleiding moest zijn, zich
niet aan spelbeschouwingen over te geven en geen spelers
door afbrekende critieken te schaden.
Gaarne zou ik den Heer „ADE" in overweging willen
geven, zelf eens gedurende een maand of drie de voetbal
schoenen aan te trekken, opdat hij een idee krijgt wat
voetbal eigenlijk is. Wanneer zulks is geschied, zal hij
misschien iets milder in zijn opmerkingen zijn.
Indien hij echter mijn advies niet ter harte wil nemen,
zou ik hem willen toevoegen:
SCHOENMAKER
Tot zoover mijn stukje. Hopende dat U tot plaatsing
zult overgaan, waarmede U buiten mij nog zeer veel
anderen een pleizier zoudt doen, teeken ik met de meeste
hoogachting,
Pretoriusstraat 96, Amsterdam. E. HAMEL.
Zonder iets aan de capaciteiten van dezen Heer te kort
te willen doen is het toch den insiders bekend, dat hij
nog pas 'n jaar of vijf lid van onze vereeniging is. Zeer
waarschijnlijk zijn ook de door hem geraadpleegde „In
siders" van ongeveer dezelfde „Ajax-ouderdom", wien
ik dan ook het wanbegrip, als zou ik het voetbalspel nooit
practisch beoefend hebben, gaarne vergeef. Zoo de Heer
Hamel z'n informaties ingewonnen had bij menschen die
al wat langer in de Ajax-gelederen hebben meegeloopen,
bijv. Jan de Boer, dan zou hij ervaren hebben dat ik reeds
in 1911 met l.g. in één elftal gespeeld heb en nadien eerst
nog bij Ajax en daarna wegens studie, elders steeds actief
aan 't voetballen deelgenomen heb. Hamel kan dus gerust
zijn aan de door hem gestelde eisch, minstens 3 maanden
gevoetbald te hebben, voldoe ik rijkelijk. Ik hoop dan ook
dat onze rechtsbuiten mij alsnog zal vergunnen verder
in het clubnieuws te schrijvenik hou mij intusschen
beleefd aanbevolen.
Ik heb mij bij het lezen van 's Heeren Hamel's schrijven
met schrik afgevraagd wat ik toch wel misdreven had om
zoo'n felle verontwaardiging op te wekken.
Ik heb daartoe het betreffende Clubnieuws nog eens
opgeslagen en kon over Hamel niet anders vinden als de
volgende passage:
„Hamel was ongeveer in dezelfde vorm als in de kam
pioenscompetitie van het vorig seizoen.
'n Bepaalde aanduiding of die vorm goed of slecht was,
staat er niet bij, de wijze waarop onze rechtsbuiten echter
er op gereageerd heeft, laat geen twijfel over dat Hamel
zelf er nou zoo'n bar hoogen dunk niet van heeft.
Wij zijn terwille van de objectiviteit steeds gewoon onze
verslagen te schrijven vóór die van onze beroepsconfraters
gelezen te hebben, doch hebben nu achteraf nog eens ver
schillende sportbladen geraadpleegd of onze meening over
Hamel's spel soms belangrijk afweek bij die van derden.
Wij vonden echter niet anders dan of geen, of ongunstige
recensie van Hamel's spel tegen D.F.C., zoodat we on
danks de kans te loopen als verstokt zondaar gequalifi-
ceerd te worden, ook achteraf tot de conclusie komen dat
onze meening inderdaad toch nog zoo gek niet was.
Ade.