r
si
■A
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
Op 't groote veld voor de overdekte zie je rare
zaken en gezichten. Je wordt aangehouden door
nieuwsgierigen of je nog voor Zesbé speelt en
wie nog meer, hoe 't eerste is opgesteld; weet
ik veel.
Of de adspiranten gewonnen hebben, mot je
maar kommen kijken!
Of er nog een kampioenselftal bij is, ik zeg
natuurlijk alle elftallen, nietwaar, acht, zeven,
zes enz. Ajax?
Verder ontdek je weer diverse oud- en ouwe
cracks. De nieuwe 2e centjesman is sedert zijn
benoeming rood geworden van inspanning, ver
scheidene sprintjes ondernam hij langs de tri
bune met Kool aan z'n jasje. Intusschen bereik
te ons het bericht dat 't 2e met 10 verloor
van Bl.Wit dito.
Eindelijk komen de rood- en blauw-witte kleu
ren te voorschijn en 't handklapspelletje begint
weder als van ouds.
De heer v. d. Burg, met een bierbrouwers
buikje, fluit de rood-witte R'damsche en A'dam-
sche familie door elkaar. Rood-wit won den
toss! Wie? We zien bij de opstelling een vreem
de (eend) vogel in 't veld, die al gauw 't hol weet
weet te vinden waar de puntjes (worst) ge
haald moeten worden. (Bij Vunderink). En met
Simon Tump zeg ik: „Een vogel in de hand is
beter dan een verre vriend", oud-Hollandsch
spreekwoord. Op de tribune krijgt men copy
genoeg voor een verslag en zonder naar den
wedstrijd behoeven te kijken, maak ik fijn
m'n notities, 't Eerste schot is van Formenoy
op De Boer, die als altijd zoo dicht is als „pak
king". Van Kol is gewoon, dan weet men ge
noeg. Hij maakte soms een gevaarlijke hand
beweging naar den bal ('t was een nieuwe), 't Is
niet verboden den bal met de hand aan te raken,
mits dit buiten 't veld geschied (nieuwe spel
regel). Anderiesen, de ouwe, zit als steeds
goed op den bal, heel moeilijk te passeeren:
woorden van den int. Weber. Joop Martens,
net als vroeger, komt op de meest onverwachte
momenten achter een tegenstander vandaan en
plaats z'n bruine kameraad naar voren. Wim
Anderiesen, de soepele speler die men met ple
zier ziet spelen, al zag ik hem wel eens beter
dan in deze match. Schetters de terrier, overal I
87
op en tusschen, krijgt in één seconde een trap
tegen z'n scheen, bal in z'n maag, valt flauw,
nog een slinger toe en plaatst dan nog met een
lachend gezicht den bal naar een collega. Twel-
ker wordt steeds sneller, een goede Olympische
linksbuiten. In razende vaart maakt hij de 6e
goal. Volkers kennen we nog allemaal, probeert
't nu linksbinnen, 't gaat hem best af't 3e doel
punt een fraai kunststukje a la Massy. Iseger op
de rechtsbinnenplaats doet 't uitstekend, wordt
een sneltrein comb, met Hamel. Zijn 5e goal
was een fijne schuiver. Hamel nog steeds een
goede rechtsbuiten met afgemillimeterde voor
zetten, zie 3e goal; is m.i. iets te bang, kan je
best afleeren, waarde heer, veel in donker wan
delen.
De onbekende „vink" veroorzaakte vele
vraagteekens op de overdekte. (Ook op de jon
genstribune). Ieder raadde en mis natuurlijk.
Ik zei 't was Tap, zie je aan z'n stand; ze ge
loofden 't maar half. Ze vonden hem reuze lang
zaam, niks geen „mid" voor 't Ajax-team. En
geen schot! Maar bij 't eerste doelpunt van z'n
voet deed hij 't al tamelijk goed. Bij 't tweede:
„Ja, die heeft toch zeker wel meer middenvoor
gespeeld." Na z'n derde: „Wat is die kerel snel
zeg, en wat een schot, keihard, vuile, smerige
schuivers precies in den hoek meneer-jufvrouw
en een spelverdeeling, piek, piekfijn." „Waar
achtig, meneer," zei een dame voor mij, „ik zeg
U dat die voorhoede volgend jaar voor 't Ned.
elftal speelt." Ik zeg: „Dame, U heit gelijk."
Toen ze weg was lag een naamkaartje op haar
plaats, van een beroemde koffiedik kijk „ster".
Verder had ik nog mot met m'n buren links
en rechts en achter mij, omdat ik aldoor riep:
hup „Rood-Wit". Ze vroegen of ik kleurenblind
was, ze waren nu toch blauw-wit en dat wou
ik ook niet roepen, dus schreeuwde „hup Ajax",
bood excuus, vond 't een fijne match, waarin
beide partijen elkaar den bal niet gunden. En
ben 't eens met de Sportkroniek, dat Sparta
g£en tegenstand bood. Formenoy maakte nog
een mooi doelpunt, wat verdiend was en een
maal voor rust zwijnden wij nog. 't Was een
fijne bal uit de korte hoek, die met vol effect via
de Kiekeregraaf de sloot in ging.
W.