CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX lv_ (r 44 ==NÏ Lindeman en de Wit uitstekend. Piet van Deijk bij buien prima, voor doel ook zwak. Wat noodig in onze reglementen opgenomen moet wor den is: Iedere Ajacied is verplicht, zoodra hij in het strafschopgebied der tegenpartij in het bezit van den bal is, zoo snel en hard mogelijk het doel te bekogelen. Pingelen en dralen is ten strengste verboden. Wordt hier streng de hand aan gehouden, dan kan succes niet uitblijven, want technisch zijn we zelden minder, maar bijna altijd beter. Nadat het gezelschap weer naar het hotel getrans porteerd was, hebben wij een kleine wandeling in de omgeving gemaakt. Wat is het al mooi buiten en hoe rustig! Met hongerige magen gingen wij hotelwaarts om alle eer aan het uitstekende diner te bewijzen. De stemming had niet geleden en menig vroolijk liedje werd gezongen; ook het clublied werd niet vergeten. Na af loop van het diner hebben wij ons uitstekend in een andere zaal vermaakt; er is gedanst, voorgedragen en gezongen, een aardig spelletje bracht afwisseling; er is gedronken op den verjaardag van Qeestman en v. Os, kortom de eerste dag was prima gestaagd, vooral wat pret betreft. Mijn vriend Qoaltie, die ook van de partij was, zal u wel iets van den tweeden dag vertellen. Ik moet besluiten met het Ajax-bestuur te bedanken voor het arrangeeren van dit tripje; het geeft den jon gens pleizier en bevordert den clubgeest. W. de B. Jr. MET AJAX NAAR WINTERSWIJK EN ENSCHEDE. Niettegenstaande het vrij vroege uur van vertrek, waren alle deelnemers precies op tijd present, zoodat het onaangename wachten op laatkomers gelukkig ach terwege kon blijven. Dit vergemakkelijkte de taak vain Wim de Bois, die de leiding op zich genomen had, zeer en spoedig was ieder van een ticket voorzien en zocht zich een plaats in de voor ons gereserveerde coupé's, waar onmiddellijk de bekende gezellige Ajax-stemming heerschte. Na een reis van pl.m. 3M uur arriveerden wij vroolijk en wel te Winterswijk, alwaar eenige be stuursleden van W.F.C. ons aan het station hun op wachting maakten en ons naar het hotel begeleidden. Hier wapperde ter eere van ons bezoek het rood-witte dundoek. Nadat wij ons verfrischt en den inwendigen rnensch wat versterkt hadden, werd een kijkje in de diverse slaapkamers genomen en kwamen wij tot de ontdekking, dat vriend Lindebloesem den nacht in een kinderledikant door moest brengen, hetgeen natuurlijk algemeene hilariteit verwekte, maar bij Jan lang niet in goede aarde viel. Na den lunch werd 't geheele gezelschap per auto naar het terrein gebracht, een attentie van onze gastheeren, die ten zeerste geapprecieerd werd. Over den wedstrijd, dien wij hier speelden, zal Wim wel het één en ander vertellen, dus is het van geen nut hierover verder uit te weiden. Na afloop van den match bezichtigden wij Winters wijk en maakten, aangelokt door het heerlijke weer, een wandeling in den schitterenden omtrek. Bij onze terug komst bemerkten wij, dat Lindeman en zijn onafschei delijke vriend Red Peter op avontuur uitgegaan waren en langs niet officieelen weg kennis hadden gemaakt met den commissaris van politie, die juist van plan was hun zijn visitekaartje, in den vorm van een proces-ver baal, te overhandigen. Dank zij Wim de Bois liep de zaak goed af en konden wij ons volledig aan tafel ver eenigen. Dat het hier gezellig toeging, behoeft geen betoog, te meer, daar Piet, zooals gewoonlijk, het min ste naar binnen, maar het meeste naar buiten werkte, m. a. w. weer het grootste woord had en met de noo- dige liedjes en z'n kwinkslagen de stemming er in hield. Na het diner zetten Annie, Piet Vunderink en Jan Koo- men zich om beurten aan het klavier en leverden dans muziek, wat door de schoone feeën en de dorre distelen dankbaar geaccepteerd werd. Lindeman ontpopte zich als een premier cabaretier en oogstte met zijn voor dracht „De oplating van den luchtballon" groot succes, terwijl de opvoering van het melodrama „Het arme visschersmeisje" geweldig insloeg. Een onderlinge wed strijd en een dansje besloten den avond en om 12 uur lag de geheele familie, op de pokeraars na natuurlijk, op één oor. Den tweeden Paaschdag was het om negen uur re veille en reisden wij, order vele dankbetuigingen van den hotelier en zijn trawanten, af naar de Textiel-stad, waiar de heer Smit, die inmiddels met eenige tweede- elftallers in Enschede aangekomen was, ons van den trein kwam halen. Daar wij pas om 12 uur in bovenge noemde stad waren, kon de wedstrijd Enschedesche Boys IIAjax III geen doorgang vinden, omdat de te genstanders al vertrokken waren. Enkelen- van onze boys vonden dit natuurlijk lang niet pleizierig, doch het meerendeel was deze gang van zaken juist een kolfje naar de hand, want vlak bij het voetbalveld vierde de bevolking van Enschede kermis. Het woord kermis had bij vele Ajacieden sluimerende herinneringen aan de Entos en de E.L.T.A. doen ont waken en het duurde dan ook niet lang, of de spelers, die vrij af hadden, hingen in den zweef-, zaten in den draai-, of schommelden in den mallemolen, terwijl de boys, die nog in 't veld moesten, zich gereed maakten om den bekerdood te sterven. Om over dezen wedstrijd in bij zonderheden te treden, acht ik niet noodzakelijk, daar de uitslag voor zichzelf spreekt. Even wil ik echter me- moreeren, dat ten Have in de voorhoede, de Bois en Hangard in de halflinie een keurige partij voetbal de monstreerden en dat de remplaqajnt van Jan Becker, die door een blessure niet in staat was ons doel te ver dedigen, een volslagen off-day had. Hij hadenfin, „zij, die zonder zonden zijn, In het clubgebouw van de E. B. serveerde men ons een slecht diner, hetwelk vlug geconsumeerd werd en toen ging het „in a hurry" naar de kermis. Hier ver maakten wij ons op het duivelsch rad, in het danspaleis, t

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1927 | | pagina 10