CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
17
over onze iets te ver opgedrongen verdediging heen,
wordt door een snel doorloopenden Hilversum-speler
in hun derde doelpunt omgezet. Direct hierna is het
rusten.
In de rust is van Deijk na groote moeite te overtui
gen, dat zijn been nog lang niet goed is en valt van Os
voor hem in. Van Os heeft in de tweede helft een ver
dienstelijke partij gebackt. Trouwens de andere heeren
hebben stuk voor stuk hun best gedaan, maar het
mocht niet. Ons gelukt het na de thee het eerst te doel
punten, een echte Rutte-goal. Twee backs schudt hij
van zich af, wat hem een trap tegen zijn knie kost, om
vervolgens onhoudbaar te doelpunten. Maar nu is Hil
versum aan de beurt en vrij gelukkig. De linksbinnen
wil schieten, raakt den bal half, die doorrolt tegen den
in off-side positie loopenden rechtsbinnen, die Becker
wilde aanvallen, de man schrikte er zelf van. Goal be
sliste de scheidsrechter en we trapten maar weer af.
Nog werd niet opgegeven en ten Have weet op sublieme
wijze onze derde goal te fokken, maar de zoozeer ver
diende gelijkmaker bleef uit en met leege handen gingen
wij naar huis.
Er speelde bij ons voor de tweede maal een jongeling
mede, Hali geheeten. Had Mussolini meegespeeld, die
had geen grooter babbels kunnen hebben. Een beetje
bescheidenheid en flink trainen, misschien wordt het nog
wat. Er zit wel wat bij. W. d. B.
Met de babbels of met het spel? Red.
HONKBAL.
vjr
Maandagavond j.l. heeft de jaarlijksche vergadering
van den Nederlandschen Honkbal-Bond plaats gevonden.
teenen naar onze kamers.
Eerst den volgenden morgen hoorde ik, dat het slacht
offer opgestaan was licht gemaakt had zich was
gaan scheren en aankleeden z'n koffer gepakt had
naar beneden was gegaan in een leege ontbijtzaal was
gekomen terwijl de nachtportier hem daarna had ver
teld, dat hij rustig nog een paar uurtjes kon gaan slapen!
Ach ja, dat zijn van die kleine teleurstellingen, die neem je
op den koop toe mee op reis! 't Was nog hardstikke nacht
toen de ijverige coach Chris Holst ons alweer in de ex
presse naar Hongarije had gestopt. Een mooie reis, voor
al als je Oostenrijk verlaat en de Magyaren tegemoet
gaat. Tot zoover hadden wij een vreeselijk grooten mond
gehad, maar hoe dichter wij Budapest naderden, des te
stiller werd het gezelschap. Wij zouden nu wat anders
moeten presteeren dan lekker eten, drinken en sigaret
ten rooken. Er zou namelijk nog „gevoetbald" worden
ook. En niet minder dan tegen de M.T.K., de „Magyar
Test Gyagorlok Kore", den kampioen van Hongarije, in
dien tijd een prachtteam, behoorende tot de sterkste
continentale clubs steeds voor een publiek van 20
30.000 man spelende en bekend om haar enorm uithou
Op deze vergadering heeft altijd de loting plaats voor
den Olympiade Beker, welke het volgend resultaat heeft
opgeleverd:
A: V.V.G.A. versus Ouick.
B: A.G.H.C. versus T.O.G.O.
C: Swift versus Ajax.
D: Z.R.C. versus Blauw-Wit.
E: Concordia versus T.O.S.
2e ronde.
F: Winnaar D versus winnaar E.
G: Winnaar A versus winnaar C.
H: B. vrij.
3e ronde.
J: Winnaar H versus winnaar F.
K: G. vrij.
Finale.
Winnaar J versus G.
Wanneer we den uitslag zoo eens bekijken, is het eer
ste wat ons opvalt, dat alle eerste klassers tegen tweede
klassers geloot hebben. Wat ons zelf betreft, zijn we
niet ongelukkig uit den hoed gekomen (een bus was er
niet). We moeten natuurlijk gemakkelijk van Swift kun
nen winnen, waarna we hoogstwaarschijnlijk tegen Quick
komen, dat wel van V.V.G.A. zal winnen. Ook dit is
volgens mij geen krachttoer. De derde ronde zouden we
vrij zijn, zoodat we dan meteen in de finale terecht zou
den komen. Alle honkballers, die met mij dit staatje be
kijken, zullen het met mij eens zijn, dat ik nu eens niet
buitengewoon enthousiast behoef te wezen als ik be
weer dat we het gemakkelijk hebben. Maar met één ding
gelieve men rekening te houden en wel dit: Het niet on
derschatten van tweede klassers of zwakkere tegen
standers. En daar dit een Ajax-kwaal is, zoo zullen wij,
met den eersten wedstrijd te beginnen, flink aanpakken
dingsvermogen. Daar zaten we nu met ons goeie gedrag
en de gebakken peren!
Doch dan dacht ik er aan, dat de jongens van Schoe-
vaart ook niet van gisteren waren, dat Piet v. d. Broecke
en Louis Seylhuwer hun mannetje in de Kinkerbuurt ook
stonden, dus in Budapest ook geen kinderen zouden zijn.
En wat kon ons trouwens gebeuren? Je kon hoogstens
flink verliezen, maar „lol" hadden wij toch gehad en
daar ging het ten slotte toch om. Hiermede susten we
ons in slaap en welgemoed kwamen wij in het onver
getelijke Buda door een brug met Pest verbonden
waaraan de naam Budapest ontleend is, aan. Verschil
lende Magyaren drukten ons hier de hand, waarop wij
met een paar „Droschken", van die leuke rijtuigjes met
twee leuke kleine paardjes er voor, en met koetsiers, die
bolhoedjes droegen, naar ons hotel gingen.
Hoe het ons in Hongarije's hoofdstad bekomen is, ver
tel ik in een volgend nummer, anders krijg ik den vol
genden keer van de Redactie het mij toegedachte aantal
regels ruimte niet meer om U van het verdere deel dezer
interessante reis te verhalen.
Ir. v. LANGENBERG.