16 CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX I i i IV _A (7= ==\t dreef. Maarten nog te veel een tempo te langzaam, doch ook ditmaal het productiefst. Zondag a.s. de laatste wedstrijd, tegen V.V.A. Van meet af aan flink aangepakt, opdat het kampioenschap een ongeslagen worde. A. B. AJAX II—H.F.C. II. Tot de tegenstanders, tegen wie wij altijd graag spe len, behoort en zal altijd behooren H.F.C. Heel wat matches heb ik al gespeeld tegen diverse H.F.C.-elftallen, maar de gezichten, die je bekend zijn, zie je niet meer. Ik denk b.v. aan Seignette. Echter de plaatsvervangers zijn altijd weer faire, fijne boys; het zit hem in de club. H.F.C. was verzocht om 11 uur te komen spelen, met het oog op den Engelschen wedstrijd 's middags. De heeren gingen er mee accoord en op tijd was H.F.C. present. Om even elf uur wordt door ons afgetrapt, waarbij blijkt, dat het terrein in niet te beste conditie is. Het spel gaat vrij gelijk op en neer, maar de H.F.C. links binnen weet met een fraai schot zijn club de leiding te bezorgen. Onze voorhoede weet echter door een schot van ten Have gelijk te maken en Frans Rutte weet na goed doorzetten ons tweede doelpunt te scoren 21. Hiermede gaat de rust in. De tweede helft, nauwelijks vijf minuten oud, ziet onzen invaller Halie een goeden voorzet geven, welken Rutte onhoudbaar inknalt. H.F.C. geeft zich echter nog niet gewonnen en ziet haar moeite beloond met een tweede doelpunt. Verder dan deze goal brengt H.F.C. het echter niet en nadat v. Hesteren onze vierde goal maakte, gebeurde er niet veel bijzonders meer, zoodat wij een verdiende overwinning noteerden. Prettig, dat we nog oud-spelers hebben, die in geval van nood altijd klaar staan. André, bedankt hoor! Vriend Brink probeerde het ook weer eens; het been moet nog gesmeerd worden. Moed houden maar, Rienus! HILVERSUM II—AJAX II. Onze laatste competitie-wedstrijd is in een nederlaag geëindigd, ofschoon een gelijk spel zeker verdiend was geweest. Neen, de minderen waren wij niet, maar de Hilversum voorhoede was keurig op schot en wist zoo goed als iedere kans te benutten. Bij onze spelers liep het niet zoo mee, want diverse goede schoten gingen rakelings langs of over. Doch laat mij iets van het spel- verloop vertellen. Op een keurig droog, eenigszins effectvol veld wordt om even twee uur afgetrapt. Hilversum werpt zich fa natiek in den strijd; de heeren spelen op droge velden hun beste spel. Wij pasten ons in het begin niet zoo vlot aan de bodemgesteldheid aan, wat ons ook nog al eens parten speelde. Een snelle uitval van den Hilversum- schen reechtervleugel; de rechtbuiten heeeft den bal, we verwachten een voorzet, doch neen, want met een ge weldigen kogel wordt de verraste Becker gepasseerd. Onze menschen zitten ook niet stil en als v. Deijk (die helaas slechts mee kon huppelen) eens voorzet, weet van Hesteren den gelijkmaker te fabriceeren. Hilversum blijft gevaarlijk; een fraaie dribbel hunner midvoor, be sloten met een niet te hard schot. We denken Becker te zien stoppen, doch de bal, die langs den grond rolde, wipt net over de handen onzer doelman in het net. Weer zijn we eenigen tijd sterker. Maar het succes komt van den anderen kant. Een goed geplaatste bal, juist de enkele non-combattanten die in onzen coupé za ten vertrokken en was ons compartiment met 10 Aja- cieden gevuld, die tot Weenen bij elkaar zouden blijven. Tegen den avond kregen wij den Rijn te pakken en zóó trokken wij den nacht in. Raampjes dicht flink gerookt één der metgezellen had acht half-zachte eitjes op, terwijl een ander acht sigaartjes had opgedampt schoenen uit dus U begrijpt, dat de atmosfeer niet erg frisch werd. Ik weet wel, dat Jan Schoevaart mij in 't hartje van den nacht wakker maakte en mij vroeg of ik zoo lekker rook. De man had gelijk: „het was niet te harden". We onderzochten wie de eigenaar van de paar warme voetjes was en gingen niet opnieuw onder zeil, voordat de arme jongen gedwongen was z'n Monta- schoenen weer aan te trekken. Het was een zware nacht en dat Jan Schoevaart den volgenden dag leelijk trein- ziek was, laat zich excuseeren. In Passau kregen we de Oostenrijksche grens te pak ken en vandaar ging het langzamerhand „doorgezeten" gezelschap verder naar Weenen. Wij kwamen hier des avonds om 6 uur aan. Wat zaten enkelen onzer met groote oogen te kijken in het fraaie Continental-hotel. We maakten een korte wandeling. Wat een drukte in het „Prater in Wien". En we zaten onder het avondeten als muizen zoo stil te luisteren naar het Hongaarsche orkest, terwijl verschillende heertjes de „beweeglijke en bedenkelijk riekende" kaas niet aan roerden. Het eerste en laatste vanwege de wurmen! We zouden 's morgens om 5XA uur naar Budapest doorreizen en om 4 uur 's nachts zouden wij gewekt worden. Het was intusschen geen beletsel om des avonds „Wien bei Nacht" te gaan zien. In twee ploegen trokken wij Weenen in. Eén ploeg, die van plan was om met de kippen op stok te gaan, bijv. om 12 uur en een plukje, dat het iets later zou maken. Jonge, jonge, een gezellige boel „Der Wiener Betrieb" en de tweede afdeeling, waarbij ik mij had aangesloten, keerde eerst om half twee huiswaarts. Wij hadden dan nog een „heelen nacht" voor ons, want we zouden, zooals gezegd, om vier uur gewekt worden. Onze weg voerde langs de kamers van de „vroeg- ploeg". Bij een der heeren klopten wij aan. Ik hoor hem nog snurken. Nogmaals flink aangeklopt! Ja, wie daar? Bitte, aufstehen, vier Uhr! antwoordt een onzer. We hooren den man uit bed springen en sluipen op onze

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1927 | | pagina 6