fr= CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX "S) reageerde onmiddellijk op dit stukje Volks poëzie, en ik neuriede: Laat d'AJAX-klok maar luiden, d'AJAX-klok maar slaan, Wij wonnen te IJmuiden, Rood-Wit staat boven aan, Laat d'AJAX-klok maar luiden, Rood-Wit staat boven aan. Kijk waar je loopt, vervloekte stommeling, kefte een onharmonieuze stem me aan. Ont hutst remde ik m'n mars-tempo en staarde in het pokdalige, scheele gelaat van van Santen, U weet wel m'n doods-vijand, de Ajax-pessi- mist in 't kwadraat. Loop jij waar je kijkt, scheel-merakel, bitste ik, ruw uit m'n dichterlijke overpeinzingen ontwaakt, terug. Jawel, ik zou nog maar een grooten bek opzetten ook, dat bigt me bijna van de sokken, en 'k zal niet eens wat mogen zeggen, hoonde ie. Zeg, „loensche-gemarioneerde-poot-van-een zuurwagen", repliceerde ik, als je soms een vrijen-trap wilt hebben, je kan er ineens in hoor, en ik maakte zoo'n woeste beweging om hem een drop-kick te geven, dat ie van schrik een paar passen op zij sprong. Toen pas viel het me op, hoe belabberd van Santen er uit zag. Nee een Adonis was van Santen nooit geweest, maar zoo troebel hij nu uit z'n zeewier-groene oogen keek, 't leek wel een hoog-gebanderoleerde-griep-epidemie. Als altijd kwam m'n medelijdende hart boven, en ik vroeg hem zoo deelnemend mogelijk, „heb ben ze vergeten je te begraven Old-Boy, kan ik je misschien helpen?" Als eenig antwoord kreeg ik een serie don- kerbruin-gekleurde scheldwoorden naar m'n hoofd, die van Dalen zelfs niet in z'n woorden boek durft noemen, en een zetter zeker niet over mag nemen. „Ln dat ik er zoo beroerd uit zie," beet hij me toe, is de schuld van die beroerde club van jou, van niks en niemand anders. Je meent het, waagde ik schuchter op te merken. Ja zeker, meheer de Optimist, hoonde ie, ik ben nu alle wedstrijden van die snert-club meegeweest, ik heb ze allemaal gezien, maar zoo zenuwsloopend als dat supporters-baantje is, daar is geen voorbeeld van. Een schande is het, een schande, 't most niet magge. Gotogot als ik nog denk aan die 21 in Dordt, zinkt het hart me in de schoenen, die 10 tegen Sparta, klopte m'n hart in me keel, die 10 tegen Blauw-Wit, ik dacht het te besterven en een hartverlamming kreeg toen Boer dien klinker er nog net uit kon tippen, die 10 achterstand bij V.U.C., ik zweette etter en bloed, en ik praat nog maar niet eens van de nederlagen tegen Excelsior, Sporta en H.V.V. Man als ik je vertel dat ik dagen niet heb gegeten en drie maal schijndood geweest ben. En nou van mid dag, voel zelf,ik heb geen drogen draad meer aan me lijf,.nog een zoo'n match en er zijn drie treurende weduwen meer in de waereld snikte ie. En wat zal die visch duur worden. Maar koorknaap, blijf dan thuis als je niet tegen die emotie kan, wat doe je in de kou. 't Is je reinste zelfmoord. Ach idioot, leuter niet, dan vreet ik heele- maal m'n lever op, en loop ik net als een kip die z'n ei niet kwijt kan van Bos naar Verheul, en van Verheul naar Bos, of ze den uitslag nog niet hebben. Nee dan laat ik me liever meteen begraven. Ga mee een borrel nemen, noodde ik. En ofschoon hij beweerde, dat ie van den drank af was, en tegenwoordig bak-olie dronk, bestelde ie een half uur later, klare in een trek pot, en heb ik hem met veel moeite den extra- trein in gekregen. Nog twee Joop, dan is de teekening af. En danValt er nog wat te plakken of te lijmen, ik heb enz. enz. J. s. Copie voor hef volgend nummer moef uiterlijk Dinsdag 8 Februari eerste post in bezit van de Redactie zijn. IV- "yj 134

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1927 | | pagina 10