S)
yïöiaiïUMiïjMïi mi
No. 14
DONDERDAG 18 NOVEMBER 1926
9de JAARGANG.
vl.
Communications of Mr. Rose.
Nieuwe serie.
I.
„Of u maar naar boven wil gaan," vroeg de
immer gastvrije Mevrouw Sweering, toen ik
mij j.l. Donderdagavond Middenweg No. 40
meldde om een praatje te maken met Rose.
Reeds heel spoedig waren wij midden in het
gesprek, n.l. over den stand van zaken van
ons eerste elftal en het zal ieder duidelijk zijn
dat Rose heel goed te spreken was over het
gepresteerde tegen de Stormvogels.
„Of wij veel sterker waren?" Meneer, op
gelegd sterker! was het oordeel van den En-
gelschman, en als de overigens lang niet slech
te IJmuidenaar in de goal niet heel gelukkig
geweest was, hadden wij zeker twee of drie
maal meer gescoord. „Gelukkig" is feitelijk een
woord, vervolgde Rose, dat wij bij voetbal niet
te veel moeten gebruiken, doch ditmaal had
de keeper der tegenpartij toch wel een beetje
veel „bof" met een paar goede shots van onze
voorhoede. Er was tegen Stormvogels een
groot verschil in ons spel in vergelijking met
de vorige matches, hetgeen voortsproot uit het
uitstekende spel van onze voorwaartsen. Men
begreep elkaar ditmaal veel beter, terwijl de
bal veel sneller werd gespeeld, resp. naar de
medespelers werd geplaatst. Ook onze midden
linie was puik Zondag, de jongelui deden pre
cies wat ze doen moesten, niet aarzelen, stevig
spelen en goed centeren. Ook over de beide
backs en keeper veel goeds! Het scheen mij
toe dat Jan de Boer geen kans had het doelpunt
te voorkomen. Het was weer het gewone
kwaaltje: een prop menschen voor de goal, het
uitzicht belemmerd en bom!.goal!
„Uitblinkers?" waag ik te vragen.
Maar Mr. Rose laat zich niet verlokken op
deze vraag in te gaan. Och ja, omzeilt hij de
kwestie, ik zou er gemakkelijk een paar uit
■'t 5