CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
==S)
13
goed humeur te uiten en hem aan z'n verstand te peute
ren, dat er óp dat oogenblik toch allesbehalve reden
bestond om zoo uitbundig vroolijk te zijn. Hij moest me
toegeven, dat ook hij liever gezien had, dat de kansen
op het kampioenschap waren blijven bestaan. „Maar,"
vroeg hij mij er bot boven op: „wat ben je nu eigen
lijk: voet- of honkballer?" Ofschoon z'n vraag me niet
erg welkom was, aangezien ik Zondagsmiddags slechts
oog voor voetbalaangelegenheden pleeg te hebben, kon
ik niet anders antwoorden dan: „Eigenlijk honkballer."
„Welnu dan, kerel," hernam hij, terwijl hij mij een
tweeden vriendschappelijken klap op m'n nog pijnlijken
schouder gaf: ,,'t kampioenschap voetballen is van de
baan, 't honkbalseizoen belooft puik te worden, dat weet
je even goed als ik, laten wij nu zorgen, dat Ajax ten
minste in het honkballen Nr. 1 is, laten wij nu eens
toonen, hoe je door wilskracht, gestadig oefenen en
enthousiasme kampioen moet worden. Als we ooit de
kans gehad hebben, dan is het nu. Wanneer zijn we al in
Februari met acht man aan het gooien geweest? Dat is
nog nooit voorgekomen. Als we willen, snap je, willen,
dan doen we een reuzegooi, ook naar dien Olympiade
beker, of mijn naam is geen „Jack".
Nu zou ik evenmin recht hebben, om onder den naam
„Fan" honkbalkrabbels neer te pennen, als ik niet fana
tiek genoeg was, me door de bemoedigende woorden
van m'n collega te laten opwarmen, doch zijn betoog
ontlokte me toch de opmerking, dat hij blijkbaar niet
voor niets een reprimande van onzen redacteur over
zijn optimisme op z'n boterham had gekregen. Maar hij
had z'n doel bereikt: We kwamen, zooals het sport-
broeders betaamt, broederlijk overeen, om zoowel op
den Olympiade-beker als op het kampioenschap beslag
te leggen (althans hiertoe ernstige pogingen aan te wen
denen te dien einde het goede voorbeeld te geven
door eiken Zaterdagmiddag te gaan gooien en slaan,
dat de stukken er af zouden vliegen.
En, terwijl hij mij nogmaals een sigaret van de hier
boven (niet) genoemde soort aanbood, welke ik voor
m'n fatsoen maar accepteerde, namen we afscheid en
vervolgde ik mijn weg, vervuld van de schoonste honk
balillusies en zóó enthousiast, dat zelfs mijn dich-
ader(tje) begon te vloeien en dan moet er heel wat ge
beuren.
M'n waarde medestrijder „Jack"
Is vol van optimisme;
Dat hij het voorbeeld geven zal
Staat vast, of ik vergis me!
Honkballers, laat onze kans niet gaan,
Komt allen trouw nu trainen,
Heb lak aan blauwe vingertoppen
En koude, stramme beenen.
Al is de zomer nog niet daar,
't Weer nog wat onzeker,
't Kampioenschap lacht U toe
End' Olympiadebeker!!!
FAN.
VOORBIJ.
~F
Al ben je een kerel zoo sterk als een paard,
Gezond, recht van lijf en van leden,
Al voel je, dat kracht je door d' aad'ren vaart,
Bedenkt: zoo kort is het „Heden".
Voor jou, als voor mij
Verloopt snel het getij,
Nog een wijl' en je telt niet meer mede,
Voorbij!
Al ben je een speler van „extra-klasse",
Zooals de couranten soms schrijven,
Gedraag je dan niet of je een halfgod was,
't Is zoo moeilijk, halfgod te blijven.
Want al ben je een kei,
Toch verloopt het getij,
Want de tijd, die en wil niet beklijven,
Voorbij!
„Maar ik ben toch de liev'ling van het publiek,
Ze zijn voor mijn spel in extase.
Ik sta elke week in een blad op een kiek,
En ze zetten mijn beeld voor de glazen."
Ja en hoe het ook zij
En trots al het gevlei,
Toch verloopt het getij
En je roem is dan slechts nog een phrase.
Voorbij!
Voorbij! 't Is een woord, dat bescheidenheid leert,
Ook het woord, waar velen voor beven,
Voorbij! knik je later, als je alles ontbeert
Wat eens de jeugd je kon geven.
Want voorbij is voorbij;
Voor jou en voor mij,
Hoe weemoedig het zij.
Niets baat het tegen te streven.
Voorbij!
(D.F.C. clubblad.)
V»/
'F
W.F.C. IIAJAX III.
Zondag 7 Maart waren wij te gast bij W.F.C. II, om te
trachten den degradatie-dans te ontspringen, maar
wederom trokken we aan het kortste end. Het spel was
nog geen tien minuten oud, of Klaarbergen joeg den bal
met een ferm schot in het W.F.C.-doel, terwijl dezelfde
speler even later voor nuriimer twee zorgde. Wie ge
dacht had, dat W.F.C. zich nu gewonnen gaf, had het
glad mis. Haar voorhoede ondernam aanval op aanval
en wanneer de rechtbuiten scherp voorzet kogelt een
onzer spelers in eigen doel, 2—1. Direct daarop krijgt de
rechtsbuiten van W.F.C. dep bal mooi vrij en met een
schitterend schot is de stand gelijk, waarmede de rust
aanbreekt.