CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX "M Van onze Enquêtecommissie. 7^ Aangenomen als w.l.: J. W. Stieneker; ais adsp.-lid: P. A. G. Keesing; als onderst, lid: E. A. J. van Gessel. Beleefd verzoek geen candidaten meer voor te stellen in verband met het gevorderde seizoen. J. J. GROOTMEIJER, Secretaris. 145 a.s. Zaterdag reeds hiermede een begin te maken. Ik ben benieuwd, hoeveel honkballers er een paar koude vingertoppen voor over hebben, ten einde bij de ope ningswedstrijden niet nog onhandig te staan prutsen. Bij de samenstelling van het negental, dat dan in het veld komt en zal trachten, den „Olympiade-beker 1916" dit jaar naar de Ajax-kast te doen verhuizen, zal natuurlijk met de fanatiekelingen, die steeds trouw geoefend heb ben, rekening gehouden worden. Het lijkt mij toe, dat we het komende seizoen met meer vertrouwen tegemoet kunnen gaan dan een jaar terug het geval was. Toen speelde het gesukkel met in vallers ons leelijke parten. Thans staan we er echter beter voor. Wel hebben we enkele trouwe klanten ver loren, o. m. Dirk van Gelderen en Hassink, doch we wil len hopen, dat zich dit seizoen weer een aantal nieuwe lingen zullen aanmelden. In ieder geval hebben we voor ons eerste negental in Jo Smit als vanger, Bogaard en Stam als werpers, Harinck, Kreuger en Piet van Dijck als honkmannen en last not least Daan als onze home run-koning, een goede kern, terwijl verder Debois, Vun derink, Dollé, Baars, om slechts enkelen te noemen, reeds meermalen bewezen van het hout te zijn (Ameri- kaansch grenen!), waaruit men goede honkballers snijdt. Het komt er nu maar op aan, dat er ook geoefend wordt, want dat de tegenstand, dien we dit jaar zullen ondervinden, in verband met de bewuste „indoor"-trai- ning, en het toetreden tot de eerste klas van een team als de A.G.H.C., grooter zal worden, dat staat als een paal boven water. Nogmaals dus: spoedig met de oefe ning (vóorloopig op Zaterdagmiddag) een aanvang ge maakt! Laat niet de één wegblijven, omdat volgens hem de anderen ook niet komen en zoodoende niemand ver schijnt. Dit toch was verleden jaar bij verscheidene spelers het motief. Zetten we dit opzij, dan komen we allemaal en krijgen we (op z'n minst) een tweetal pracht- teams, die zich in de komende competitie niet gemakke lijk zulen laten slaan. FAN. P. S. In het eerstvolgend nummer zal een korte uit eenzeting der spelregels (uitgave van den Nederl. Honk bal Bond) worden gegeven. Dat dit velen tot de beoefe ning van het honkbalspel moge opwekken! I I AJAX III—BL.-WIT III. 0—0. Als om WA uur aangevangen wordt, blijkt, dat we slechts met 10 spelers zijn. Jo Smit is zoo welwillend zijn Zondagsrust op te offeren, zoodat dit euvel spoedig ver holpen is .De B.-Wit aanvoerder wint den toss en zoo doende trapt Ajax af. Ons elftal, dat de laatste Zondagen eenige zwaree nederlagen leed, loopt hard van stapel en dringt Bl.-Wit geheel terug. Het geluk is echter niet aan onzen kant, terwijl de keeper der tegenpartij in goede conditie is. Verschillende goede voorzetten van Klaar- bergen, die er hoe langer hoe beter inkomt, weet hij te onderscheppen en houdt er eenige schoten van de Gebr. Smit op verdienstelijke wijze uit. De Bl.-Wit-voorhoede zit ondertusschen ook niet stil en onderneemt diverse snelle uitvallen, doch ons doel is volgens het, bekende recept dicht geplakt. Even voor de rust bewerkt een der B.-Wit backs den bal met de hand, wat een storm van protest in de Ajax-voorhoede veroorzaakt, doch het scheidsrechterlijk oog is helaas niet alziende. Rust komt met een bril. De tweede helft is een getrouwe copie van de eerste. Beide partijen zijn om beurten in den aanval, maar de achterhoeden weten telkens het gevaar te bezweren. Het B.-Wit doel ontsnapt een paar maal op miraculeuse wijze aan doorboring, terwijl Wim van Gelderen een zeker schijnend Bl.-Wit doelpunt voorkomt. B.-Wit tracht in de laatste minuten nog een overwinning te for- ceeren, maar Provily gooit zich met doodsverachting in den strijd en we eindigden zooals we begonnen waren. GOALTIE. I Z.V.V. II—Ajax IV. Zondag 7 Februari ging ik voor de variatie maar weer eens met het vierde naar Zaandam, om den strijd aan te binden met Z.V.V. II. Het elftal, dat nu in het veld ge bracht werd, is geen schaduw meer van dat, hetwelk het vorige seizoen onze kleuren verdedigde. Het drijft nu geheel op eenige oude krachten, met name de Wit, Jutte, Over, Swijnenburg en R. Vunderink, die niettegenstaande zijn onwillige knie, nog een geweldige steun voor het elftal was en dit dan ook bewees door 2 van de 4 goals voor zijn rekening te nemen. v. Deventer is wel een handige speler, maar tegen stevige tegenstanders is hij door zijn kleinen lichaamsbouw absoluut in het nadeel. Ditzelfde kan gezegd worden van v. Dijk en v. d. Velde. Over den wedstrijd het volgende: Z. speelt het eerst met den vrij sterken wind mede en is dan ook het meest in den aanval. Onze achterhoede houdt echter stand en langzamerhand gaat de strijd meer gelijk op. Reeds is het grootste gedeelte van de eerste helft verstreken, als Vunderink den bal krijgt toegespeeld; handig passeert

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1926 | | pagina 5