CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX Clubavonden. 26ste Verjaardag. Zooals u weet, bestaat onze vreeniging 18 Maart a.s. zes en twintig jaar. Door de kostbare viering van ons vijf en twintigjarig feest, kon ons Bestuur geen aanleiding vinden dit jaar weer gelden voor een dergelijk gebeuren uit te trekken. Daar diverse léden er op aandringen onze verjaardag niet geheel ongemerkt voorbij te iaten gaan, werd na. gepleegd overleg de Clubavond-commissie bereid gevonden, de jarige niet geheel te vergeten. Het plan is op 18 Maart a.s. een buitengewoon gezellige club avond te organiseeren, alleen toegankelijk voor onze leden (met Dames). Vriendelijk verzoeken wij Dames en Heeren, die door een zang-, dans-, muziek- of ander nummer dezen avond op willen luisteren, zich met ondergeteekenden in verbinding te stellen. Bij voorbaat den dank der Commissie. In het e.v. nummer zullen wij U omtrent zaal etc. uitvoeriger inlichten. De Commissie voor de Club-avonden: J. SCHOEVAART. M. J. KOOLHAAS. A. L. DESMIT. LANÜS 'T VELD HONKBAL 144 'F ~F vt' ~f II. 't Eerste was uit. 't Tweede had een vrijen dag. Zoo doende was ik bij een lager elftal verzeild geraakt. Een groepje, dat nooit ontbreekt, zoolang er maar een rood witte trui op de velden te zien is, zat voor 't clubhuis. Aan den anderen kant van 't veld zat hij, de ouwe getrouwe, de eenige op de geheele rij. „U hebt de ruimte," zeg ik, met een gebaar op de lange bankenrij. „Ja," zegt-ie stroef. „Vindt U het aan den overkant niet gezelliger?" „Dank je wel, bij 't „eerste" ben ik gedwongen tus- schen den duivel en zijn moer te zitten, maar hier is de ruimte en verkies ik 't niet." „Toch niet een pietsie menschenschuw?" vraag ik. Als antwoord biedt hij mij met een royaal gebaar een plaats naast zich aan. Een poosje volgen wij zwijgend het spel. „Kijk eens," komt ie dan los, „ik erger me in den laat- sten tijd. Misschien komt 't omdat ik oud word, maar ergeren doe ik me en vooral bij 't „eerste". De menschen voor me, naast me en echter me zijn critici. Ze gaan geweldig te keer, als een aanval niet gelukt, als een speler gepasseerd wordt. Ze slaan zich op de knieën en vloeken, vloeken, zelfs geneeren ze zich niet de spelers uit te schelden. Bah!" Even zwijgt ie boos. „Een zich vergetend mensch is een leelijk ding, maar een zich vergetend mensch op een voetbaltribune is iets afzichtelijks, want er is geen rede lijke grond voor zijn razernij. Ook ik vind het jammer, als een speler niet dat presteert, wat van hem ver wacht mag worden, maar laakbaar is dat in geenen deele. Laakbaar is alleen als een speler willens en wetens zijn kunnen ondermijnt of zijn best niet doet. Hij komt dan te kort in zijn verplichtingen jegens zijn club en vooral jegens zijn medespelers. Wil je wel gelooven, dat ik die onhebbelijke critici links en rechts om hun ooren zou kunnen slaan en hen in hun harde koppen zou willen timmeren, dat afbreken geen kunst is, maar dat steunen hun plicht is. Faalt een speler, wordt er verloren, draagt het. Een volgende keer beter." „Wat jij?" vroeg ie. „U hebt gelijk," zei ik, ietwat beschaamd, want er schoot me een spreekwoord in de gedachten, waarin van schoenen en passen gesproken wordt. AU-AU. 'F V»/ ~F Ofschoon het voetbal allerwegen nog steeds onze be langstelling gaande houdt (en zeker niet het minst de mijne), beginnen zoo langzamerhand ook de zomerspor ten (al klinkt dat misschien ook wel wat voorbarig) onze aandacht meer en meer te vragen; de honkballers althans kan men nu al reeds over hun geliefkoosde sport hooren boomen. Geen wonder! Ziet niet ieder, die zich de moeite getroost heeft, met deze sport bekend te raken, met ver langen uit naar het begin der competitie? Welnu, voor degenen, die het nog niet weten: Over twee maanden wordt het slaghout weer met kracht door het luchtruim gezwaaid en verdwijnen de ballen achtereenvolgens (d. w. z. voor zoover door Ajacieden geslagen) buiten den gezichtseinder Op Zaterdag 17 April zal het feest een aanvang nemen, terwijl een week daarvoor reeds de openingswedstrijden gehouden zullen worden, waaraan de diverse vereeni- gingen elk met één negental kunnen deelnemen. Willen we dus een eenigszins dragelijk figuur slaan tegen clubs als Quick, Z.R.C. etc., die het geheele winterseizoen „in door" getraind hebben, dan is het zaak, dat door ons zoo spoedig mogelijk een begin wordt gemaakt met „out door" trainen. Welaan dan, we heben ons voorgesteld l\._

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1926 | | pagina 4