Motel Café Restaurant „METROPOLE"
Ir
1
Gelegenheid voor Clubdiners en Vergaderingen
CLUBN1EUWS DER A. F. C. AJAX
|1
Rembrandtplein 22 Telefoon 48541.
Aanbevelend G. CH. DO ON.
IV-
Da's juist het gekke, het groote publiek koopt toch.
Nou man, la»at ze koopen!
Jammer!
Stik met je gejammer, kerel, je hebt zeker een tik van
een jammerhout te pakken. Jammer, dat je zoo'n harde
kop hebt; die arme viool zal het wel afgelegd hebben.
Maar zeg me nu eindelijk eens wat je bedoelt.
Wel, ik vind het jammer, dat wij ook onze stroppen
niet op kunnen ruimen.
Wie, wij?
Wel, Ajax natuurlijk! Wie zou ik in vredesnaam an
ders bedoelen?
Ik ben een boon als ik je snap.
Zoo koorknaap, wat zou het een zegen zijn, als
we die halve water-en-wind club-leden er met ingang
van het Nieuwe Jaar uit konden gooien. Die mooi-weer-
voetballers, die akelige, vervelende slobkous-jonkers, die
te lamlendig en te beroerd zijn om eens flink te trainen
en maar wauwelen, dat „ze toch amateur zijn", die zeme
laars, die nooit aan het club-leven meedoen, die eeuwige
kankerpitten, die altijd en overal wat te mopperen heb
ben en immer denken, dat ze minstens drie elftallen te
laag geplaatst zijn, die beroerlingen, die hun elftal in
compleet laten staan en wegblijven, als hun kanarie in
de rui is, die
Stop, stop; er blijft niemand meer over.
Da's juist zoo stom van je gezien, je kan wel hooren,
dat je pas een paar jaar meeloopt, maar ik zeg je, dat het
er maar een paar zijn. En die enkelingen brengen er dien
belabberden geest in, die meestal zoo ontzettend rem
mend werkt. Je bent toch in een voetbalclub om te
voetballen, laten ze dan trappen. Af en toe lijkt het wel
een naaikransje met maagden van veertig. Ieder elftal
krijgt toch goed sportmateriaal, goede speelvelden, be
hoorlijke kleedkamers met watervoorziening, een kop
thee en een handdoek etc. etc.
Maar wat wil je dan doen? Je kan die „modellen"
toch niet in eert étalage zetten met een bordje er bij:
„Nog een paar", „de' laatste", „iets verkleurd, zal het
volgend seizoen wel een andere kleur hebben", enz.
Neen, maar ik zou zoo graag „die heertjes" even
laten voelen, dat we ze „door" hadden en ze even aan
de „goede" Ajacieden willen tentoonstellen. Want voor
het Nieuwe Jaar is over de geheele linie het „offensief"
geblazen. Dit geldt niet alleen voor het eerste, „dat
trouwens een schitterend voorbeeld geeft", maar voor
alle Ajax-elftallen. „Niet zwammen, maar poetsen," moet
het devies zijn, een flink stel stevige, eerlijke, faire
sportlui en die hebben we, als we die slappelingen aan
den dijk zetten.
Enals ze doorgaan met hun gezeur???
Dan doen we die „Boterletters" in den
GROOTE UITVERKOOP.
Uitverkoop,
Rrreuze, billijk, spot-goedkoop,
Van een pracht partij modellen,
Die ons „nog meer" kunnen vertellen.
Kijk naar kwaliteit en snit,
Nietof er ook mot in zit.
Voor het raam
Met de heele santekraam.
'n Keurcollectie kankerpitten,
Waar we „in ons maag" mee zitten:
Lui, lamlendig, eigenwijs,
Met garantie, laag in prijs.
Weg ermee!
U een koopje, wij tevree.
Wat constante sport-vergallers,
Of te wel: „Mooi-weer-voetballers".
Nu of nooit, maar koop met spoed,
Wanthet is verlegen goed.
Toe, pak mee,
Een paar lichtelijk blasé.
In den volksmond: „halve zije",
Mannequins ten naaste bije.
'k Geef ze je in Zondags-tooi,
Als aanwinst voor de apen-kooi.
Uitverkocht!
Al het tinnef en het bocht.
We ontvingen wel een beetje,
Maar opgeruimd staat netjes, weet-je.
En't Nieuwe Jaar beginnen wij
Met een schoongemaakte lei.
Met m'nGggroote uitverkoop
Koester ik de stille hoop,
Dat U zegt: „Wel voor den drommel,
Ik behoor niet tot den rommel."
Toon door daden, dat dit waar is,
En 'k zet U bij den inventaris.
TRIC-TRAC.