CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
Communications of Mr. Rose.
l
't*
Ajax 1A. S.C. I
I
AMSTEL- BRIEVEN
-J\
82
Na afloop van den wedstrijd Ajax—A. S. C. heb ik
naar de opinie gevraagd van onzen trainer, die van oordeel
was dat onze ploeg over het geheel beter heeft gespeeld
dan in Rotterdam. Thans werd een meer open spel ont
wikkeld dan tegen Feyenoord, hetgeen noodig is met de
gewijzigde spelregels. Voor de toeschouwers moge dit
spel minder mooi zijn, doch z.i. zullen door open spel
meer#goals gemaakt worden en daar gaat het tenslotte
toch maar om. Weliswaar was er nog een tekort aan
goed combineeren maar Mr. Rose is er van overtuigd
dat ook dit euvel door veel trainen en oefenen zal worden
verholpen. Z.i. heeft v. Heeswijk het weinig moeilijke
werk op bekwame wijze verricht terwijl van Kol en
Couton (de laatste tot het moment dat hij geblesseerd
werd) een „safe pair of backs" vormden. Van de halfs
was hij het beste over Joop Martens te spreken doch
ook de Anderiesens hebben goed werk geleverd. Onze
centerhalf vertoonde een sterk verdedigend spelhij heeft
nog een weinig oefening noodig wat betreft het plaatsen
naar vrijstaande spelers, doch als ook dit onderdeel is
verzorgd zal zijn spel ongetwijfeld tot het beste behooren
en zal hij „a tower of strength" zijn van ons elftal. (Het
geen een mooi compliment is. Redactie.)
Van de voorwaartsen schatte hij Iseger het hoogste,
niet alleen omdat hij twee doelpunten maakte maar Ise
ger was den geheelen wedstrijd actief en bewegelijk en
ook Rutte heeft, nadat hij Couton in de verdediging
verving, prijzenswaardig werk verricht, In ieder geval
meende Mr. Rose, dat onze spelers allen hard gewerkt
hebben en in een dergelijk geval is het niet aanbevelens
waardig speciale namen te noemen. Onze trainer is er
tenslotte van overtuigd dat met dezelfde animo en
geestdrift voortgaande het tekort aan capaciteiteten spoe
dig kan worden aangevuld mits er geregeld en doel
matig wordt geoefend, met welke opinie ik het roerend
eens ben. INTERVIEUWER.
ik_
Het zeer tamme spel van onze tegenstanders
in aanmerking genomen, mogen wij het resultaat
van dezen wedstrijd niet te hoog aanslaan. Het
eenige goede wat wij van onze tegenstanders
kunnen zeggen is dat ze snel en fair speelden.
Over dash beschikte geen der voorhoedespelers
en ook in de achterhoede der Leidenaars waren
legio gaten, ontstaan door evenveel misverstanden,
waarvan onze voorhoede slechts een matig ge
bruik maakte. Indien onze ploeg een snel open
spel had ontwikkeld ware de uitslag minstens
zes of zeven nul geworden. Thans hebben in de
voorhoede alleen Hamel, Iseger en Twelker vol
doende gespeeld, waarbij o.i. Iseger de beste man
bleek. Hij was snel, doortastend en bleek goed
getraind, hetgeen wij van Volkers allerminst
kunnen zeggen, die geen schaduw van vroeger
is. Onze halfback-linie was het beste deel van
ons elftal. De gebroeders Anderiesen verdienen
in de allereerste plaats een pluim en ook Van Kol
en daarachter v. Heeswijk hebben betrouwbaar
gespeeld. Jammer dat Couton na de rust moest
uitvallen, waardoor de ploeg door elkander ge
gooid werd en het laatste verband verdween.
De overwinning is slechts op rekening te schrijven
van persoonlijke capaciteiten van enkele spelers.
Eén geheel was het nog op lange na niet en
indien er niet met meer enthusiasme in de volgende
matches wordt aangepakt brengen wij het niet
ver dit seizoen. Het was echter de eerste wedstrijd
van het seizoen en met veel oefening en training
kan het elftal nog aan sterkte winnen. Men neme
slechts die spelers op, die trouw de oefeningen
volgen
Hebben wij werkelijk geen betere voorhoede
spelers onder onze reserves??
Deze vraag stelden wij ons na afloop van
dezen match. Het antwoord is aan de Elftal
commissie A!
Reeds vele malen in de jaren, dat ik geplaatst werd in
een onzer elftal-commissies, 't zij in A of B, zie ik steeds
en vooral in het begin van het seizoen ontevreden
gezichten en hoor ik mopperen. Het heeft mij steeds
verbaasd dat de arbeid van deze commissies steeds wordt
miskend (niet door allen gelukkig) en wordt beschouwd
als niet goed en met zekere bevoorrechting te zijn ver
richt, met als resultaat ontevredenheid in onze gelederen.
Allicht zullen de ontevredenen of misdeelden, want laten
wij het kind maar bij den naam noemen, nu zeggen
„is dit nu zoo verwonderlijk". Ja voor ons als commissie
leden wel, want meestal zit de schuld bij den betrokken spe
ler zelf, hetgeen ik dan ook in de volgende regelen zal
trachten duidelijk te maken.
Zooals gezegd zal ik dit trachten te doen, hopende
hiermede niet alleen een betere dunk over het werken
dezer commissies te vestigen, doch vooral ook een be
tere verhouding te scheppen tusschen de elftal-commis
sies en onze actief spelende leden. Dit kan niet anders