i
fr
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
Bedanht als iu.l.
Bedanht als adsp.~lid:
Bedanht als o.l. (reeds gedeeltelijk gepubliceerd)
51
wat al schoons hebben wij elkaar verteld; maar thans,
nu Ajax er beduidend beter voor staat dan zelfs in
19 18! (deze dorre cijfers spreken boekdeelen!) ont
slaan wij met een kort gebaar den man, die zoo heel
veel er toe bijdroeg Ajax opnieuw te brengen aan de
spits van de Nederlandsche voetbalbeweging. Welke
club in Nederland toch zal ons' dezelfde cijfers kunnen
voorleggen; cijfers, die, zooals gezegd, bewijzen, dat
bij Ajax de zaak spel-organisatorisch tot in de finesses
is verzorgd. 15 elftallen in het veld, 6 elftallen kam
pioen!! En nog is een deel der leiding ontevreden met
het behaalde succes! Inderdaad, als er ooit een jaar ge
weest is, dat wij over de capaciteiten van Reynolds te
vreden moeten zijn, dan is het dit seizoen geweest! Wel
is waar dien ik mij als bestuurder van de club neer te
leggen bij de beslissingen der meerderheid van mijn
confrères, doch als ik in dit middernachtelijk uur de
slotcijfers voor mij heb, rijst de vraag of het ontslag van
Reynolds niet ietwat snel, ietwat ondoordacht is ge
weest. Een ieder, die werkt voor een club, voor een
organisatie, maakt fouten en elke fout, die hersteld
wordt, behoeft nog geen breuk achter te laten, die onher
stelbaar is! A bon entendeur etc. Ik stap echter van dit
deel van mijn verslag af en duik in de rubriek „In
ternationals". k
Internationals. Wij kunnen gelukkig memoreeren dat
wij opnieuw twee Ajax-mannen in het Nederlandsch Elf
tal zagen opgenomen. Volkers en de Natris werd de
Internationale Cap aangeboden. Veel verwondering
wekte het dat Jan de Natris in den wedstrijd België
Nederland werd gepasseerd. Gelukkig was hij in den
returnwedstrijd te Amsterdam weer van de partij.
Ook dient hier gememoreerd de stand van zaken over
Honkbal en Cricket. Bij Honkbal komt het mij voor, dat
de animo iets bekoelt. Nadat wij verleden jaar op schit
terende wijze het kampioenschap van den Nederlandschen
Honkbal Bond wonnen, gaat het thans iets minder fana
tiek. Dit is niets bijzonders! Bij elke nieuwe beweging
treedt na een succes-volle periode een reactie in, die
Jo Smit c.s. zullen moeten te boven komen om opnieuw
de zaak te doen fleureeren.
Ook Cricket gaat vooruit. Verleden jaar was de animo
zoo zoo, doch dit seizoen volgt overwinnig op over
winning. Persoonlijke scores van dertig, veertig runs
zijn niet van de lucht, terwijl de bowling van Gehrels-
Exman en Frans Schoevaart van dien aard zijn, dat de
tegenpartijen zich zoo goed als geen vrijheden kunnen
veroorloven. Wij worden op stap kampioen van den
N.C.B. en ontmoeten elkaar a.s. zomer zeker in den
Nederlandschen Cricket Bond. Hurry up, Tjerk!
En thans, Mijne Heeren, U zult het met mij eens zijn,
dat ik opnieuw lang genoeg aan het woord geweest
ben. Zoo lang, dat U reeds met verlangen naar de
laatste blz. van dit verslag zult hebben uitgezien. Vol
ledig zal men dit overzicht niet kunnen noemen en ook
sta ik er niet voor in, dat hier of daar in de competitie
standen geen onjuist cijfer is ingeslopen. Het zijn slechts
de voornaamste zaken, die ik voor het vuistje weg op
het papier neerschreef; volledigheid zou een boekdeel
eischen.
Rest mij nog dank te betuigen aan die leden, die mij
het werk veraangenaamden, in het bijzonder Marius
Koolhaas, die opnieuw een stevige schakel was in de
organisatorische Ajax-ketting.
Ook dien leden en donateurs, die mij sinds 1914 het
vertrouwen schonken om leiding te kunnen geven in
ons Clubverband, zeg ik daarvoor hartelijk dank. Ik
meen dat vertrouwen nooit beschaamd te hebben! In
Augustus 1914 in de Oude Karsseboom opgeroepen een
van de verantwoordelijkste posities in Uw club in te
nemen, heb ik sinds dien met hart en ziel voor de Ajax-
zaak gewerkt. Ik geef U Uwe club terug sterker en
hechter dan ooit tevoren, nadat ik de beste jaren van
mijn leven, n.l. van mijn 25ste tot mijn 37ste jaar aan
Ajax verpand heb!
Mocht men evenwel ter Algeineene Vergadering van
oordeel zijn, dat ik mij niet ten volle van mijn plicht
gekweten heb, welnu dan ben ik gaarne bereid mijn
plaats aan de Bestuurstafel aan mijn opvolger af te
staan. Niettemin met den wensch dat onze club door
jaren en jaren heen nog moge groeien en bloeien.
J. J. GROOTMEIJER,
secretaris van Ajax.
Amsterdam, 11 Juli 1925.
LEDENLIJST
I
J. Wunderink,
L. van Bers,
J. G. Evers,
J. v. Gent,
H. H. Tang,
E. Franke.
H. raas,
C. A. A. Verhoogt,
H. Schneider,
P. M. v.d. Rivière,
H. L. v.d. Veen,
A. Visscher,
J. A. Slagt,
D. M. Davids.
A. Lakeman,
J. G. L. Slot,
S. A. L. Vié,
Mej. A. C. Höhle,
L. B. Zeldenrust,
O. Z. v. Sandick,
A. A. Slot,
J. Velzing,
J. Höhle,
H. Kisch.
-A