CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
lV-
46
de Algemeene! Ik kreeg 4 elftallen, een brok tribune,
een slecht veld, een beroerde clubgeest en een heele
boel schuld mee. En als ik nu kijk, tot wat mijn gejaag
in den tredmolen heeft geleid, als ik concludeer, dat ik
in die 16.000 uren Ajax aan de spits van de Neder-
landsche Voetbalbeweging heb helpen brengen, dan heb
ik weer dat gevoel van zelfvoldaanheid, dat alleen die
menschen hebben, die in hun leven hebben leeren
werken.
U voor te cijferen, hoeveel poststukken ik heb ver
zonden, daar begin ik niet aan. Er was weer werk ge
noeg en naast mijn fiollandsche arbeid moest er her
haaldelijk in de andere talen geschreven worden Het
is een noodzaak, dat een secretaris van Ajax ten
minste schriftelijk de drie talen beheerscht. Het feest
heeft ons geleerd, hoeveel Ajaxvrienden in het buiten
land wonen, welke vrienden wij heusch niet gekregen
hebben met ansichten verzenden met J. J. Q. in het
hoekje! Naar schatting zullen 7 a 8000 poststukken de
brievenbus ingegaan zijn. Voor hem, die aan deze cijfers
twijfelt, heb ik het advies gedurende een vol jaar mijn
werk over te nemen. Hij zal dan op drukke dagen met
een postje zitten van 40 a 50 stukken en op gewone
dagen met een 10 a 20 stukken. Een dergelijk liefhebber
moet echter pleizier in zijn werk hebben, anders zegt
hij binnen een week, dat hij 't wel gelooft. Naast al
den genoemden rompslomp had ik tal van besprekingen,
dan over dit, dan over dat, vooral de Tournooi-geschie-
denis gaf stof tot wikken en wegen en ook bij een wed
strijd als ZwaluwenExeter City ben je minstens 3
maal een paar uur kwijt! Maar als zulk een brok werk
dan op pooten staat en je kunt publiceeren dat de zaak
weer in orde is, heb je geen spijt van de verloren uren.
Ik vond het nuttig deze zaak eens meer uitgebreid te
vertellen in mijn verslag. Er blijken n.l., hoe 't gos-
mogelijk is weet ik niet, nog altijd personen, zelfs heel
vooraanstaande personen in de club rond te looflen, die
ten eenenmale geen kijk op het werk hebben, die de
flair missen om te beoordeelen, wat er aan den Amstel-
veenscheweg 65 zoo al te koop is. Het beste kunnen
mijn huisgenooten en vrienden er over oordeelen, die
mij reeds jaren verwijten, dat ik hardstikke gek ben en
mij vooral in de dagen der „verkiezingen" adviseerden
„stop it now!" Geen wonder dan ook, dat de leden
voor mijn gezondheid gaan waken en den wensch gaan
uitspreken een professional-secretaris aan te stellen.
Och arme!
Ik meen U langzamerhand voldoende op de hoogte
gebracht te hebben van hetgeen zooal passeert, doch
vergat U nog te zeggen, dat ik tusschen de bedrijven
door een geregeld bezoeker ben van de Enquête-com
missie (ik heb daar het baantje van secretaris), van
de vergaderingen der Elftal-Commissie A, (ik ben daar
voorzitter) van de vergaderingen der WE.K. (ik ben
daar commissaris), doch hoe ik hier eigenlijk tijd voor
vind, weet ik zelf niet goed. Je neemt het er dan maar
af en je staat 's morgens een uurtje of twee vroeger op.
Ik zal U thans enkele dingen opsommen over het
werk der Commissies, doch moet mij beperken, indien
U ten minste het verslag nog vóór de Jaarvergadering
wilt bestudeeren.
De Enquête-Commissie bestond uit J. Schoevaart,
voorzitter; ondergeteeende, secretaris: A. L. Desmit, Tj.
de Munnik en C. Geudeker, leden. Telken jare komen
de liefhebbers met secties opdagen om in de rood-witte
gelederen door te dringen, doch bij tientallen worden de
liefhebbers teruggezonden .Slechts dertig Hecren bleken
de noodige antecedenten te bezitten voor het lidmaat
schap en werden zoodoende aangenomen, waarvan het
meerendeel natuurlijk adspiranten. Tevens werd een
enkele donateur ingeboekt. Het ledental bleef op het
zelfde peil!
De Eiftallencommissies A en B bestonden respectieve
lijk uit:
A. J. J. Grootmeijer, voorzitter; M. J. Koolhaas,
secretaris; J. Roodenburgh, J. Schoevaart, S.
Tump, leden.
B. M. Smit, voorzitter; M. J. Koolhaas, secretaris;
J. G. Cluwen, R. Vunderink, J. Westrik, leden.
Reserves de Heeren A. L. Desmit en Tjerk de Munnik,
die afwisselend in Commissie A of B fungeerden.
De Commissies hebben vlijtig gewerkt en de resultaten
liggen in mijn spel-overzicht (zie hieronder) voor het
grijpen. Emdeijk kunnen wij de vruchten gaan plukken
van ons systeem (twee commissies)! Vooral, als in dit
seizoen het geval was, de Commisie-leden trouw de
zaak naspeuren, zal de animo der spelers toenemen. De
Commissie B en de reserves hebben buitengewoon veel
aandacht aan de wedstrijden geschonken en men was
iederen wedstrijddag au grand complet aanwezig. De
Heeren verdienen hier wel den dank van de geheele
club voor!
De Clubavond-Commissie, bestaande uit J. Schoevaart,
J. G. Cluwen en S. Tump, zorgde voor vele drukke bij
eenkomsten in de bovenzaal Karseboom. Na afloop
kreeg Jan Schoevaart van verschillende vaste bezoekers
een aandenken voor het werk door hem verricht. Jo
Cluwen moest deze werkzaamheden afbreken door een
vrij ernstige ongesteldheid. Wij hopen van harte, dat
deze linesman Commissie B'er spoedig weer ge
heel hersteld de Meer zal kunnen inwandelen.
De Kascommissie, bestaande uit de Heeren H. Delsen,
A. Keesing en Tj. de Munnik, bleek geen unaniem rap
port uit te kunnen brengen. De Heer de Munnik bleek
van opinie, dat den penningmeester décharge zal moeten
verleend worden, daar alles in orde is. Het rapport
Delsen-Keesing is op dit moment (4 maal 24 uur voor
de vergadering) nog niet in mijn bezit.
O. m. werd door laatstgenoemde Heeren aan Kool
haas, Roodenburgh en ondergeteekende verzocht een
specificatie over te leggen van uitgaven gedaan in 1923/
'24. Vanaf 14 April 1924 is door ons steeds meer uitge
breide specificatie gegeven inzake onze uitgaven, daar
toen eerst het Ajax-Bestuur ons dit verzocht. Vanaf 1914