v.
CLUBNIEUWS
A.V.B. KRABBELS.
A. F. C. AJAX 31
Nabetrachtingen I.
M'n laatsten krabbel noemde ik m'n vorig A.V.B.-over-
zicht. De redactie gunde me echter nog geen rust en
eerlijk gezegd, ik heb er geen spijt van, want nog
cenige nabeschouwingen over het afgeloopen A.V.B.-
seizoen te mogen geven, is een aangename taak.
Aangenaam in velerlei opzicht, in de eerste plaats
cmaat er nog mhnmer over de geheele linie zóó goed
voetbal is te zien gegeven als in 1924-25.
Verder is het aantal kampioenschappen grooter dan in
iaren beleefd.
En dan. last not least, is het het eerste jaar geweest,
dat we met een volwaardige elftallen-commissie B ge
werkt hebben. Ik kan de hulde nu des te gemakkelijker
brengen, omdat ik voer 't eerst geen zitting in deze
commissie gehad heb, doch slechts de bescheiden plaats
van reserve* innam.
De heeren Maarten Smit, Cluwen, Vunderink en
Westrik verdienen dan ook dubbel en dwars den dank
van allen voor het vele nuttige werk in de afgeloopen
periode gedaan.
We zullen nu eei;s kijken, wat er onder onze lagere
elftallen alzoo te kcop is geweest en beginnen met d
prestaties van Ajax
'n Dankbaar onderwerp om mee te beginnen!
Bijl c. s. pakken al direct stevig aan, D.W.S. 3 werd
met 31 geklopt, het vervolg was nog steviger, Am-
stel 3 werd met 81 op eigen veld in de pan gehakt.
Na 'n ruststand van 31 had Amstel in de 2e helft
niets meer in te brengen; onze verdediging, die keurig
op <^eef was, hield de vijandelijke voorhoede absoluut
in bedwang en onze voorhoede combineerde en scoorde
dat 't een lust was. Het derde slachtoffer was S.D.W.3
met 62. R.C.A. 2 volgde met 51.
Toen kwam de reactie: tegen Neerlandia werd met
moeite gelijk gespeeld en de volgende match tegen
Tavenu 2 werd verloren.
Het begon er toen even somber uit te zien, te meer
waar V.V.A. 3 zich als een ernstige concurrent ont
popte en op dat moment nog ongeslagen was.
Gelukkig zagen onze jongens den ernst van den toe
stand in en begonnen met hun woede te koelen op S.D.
W. 3, dat met 70 geslachtofferd werd. Toen kwam de
dag der wrake, de return-match tegen Tavenu 2.
Hard tegen hard ging het, doch wij waren de meer
deren; nog vóór rust gaf Koppen ons met 'n zeldzaam
mooi schot de leiding en 5 minuten vóór tijd bracht
Muller ons in veilige haven door Nr. 2 te scoren.
Even werd nog met een éclatante 110 op R.C.A. 2
het doelgemiddelde opgeknapt en toen kwam de big
match... tegen 't ongeslagen V.V.A. 3. Het scoring-bord
wees achtereenvolgens 1—0, 11, 2—1, 3—1 en 4—1
aan. Muller had er met 3 doelpunten het leeuwenaandeel
in. Ook in de return-match moest rood-zwart de
meerderheid van rood-wit erkennen. Bijl raakte in dezen
wedstrijd onklaar en de rest van het competitie-menu
werd met een onvolledig elftal afgewerkt, 'n Volkomen
verdiend kampioenschap werd het eindresultaat.
Als we de spelers, die tot dit succes hebben bijge
dragen, de reviie laten passeeren, dan vinden we niet
minder dan 3 doelwachters. Kruyswijk, de coming-
man onder onze goal-keepers moest vaak in hoogere
regionen zijn talenten toonen, doch ook de invallers wa
ren van superieure kwaliteit.
Langenhof en Dolé hebben eenige malen keurig het
doel van Ajax V verdedigd, de laatste o. a. in den be
langrijken wedstrijd tegen Tavenu 2.
Van de backs Koomen en v. d. Velde valt veel goeds
te zeggen. Vooral v. d. Velde heeft z'n kleine body met
enthousiasme in den strijd gegooid en z'n meestal
zwaardere tegenstanders den weg naar ons doel reso
luut versperd.
De midden-linie was wel 't neusje van de Ajax V-
zalm. Dukker, Jutte, D. v. Gelderen, alle drie halfs
met 'n goede opvatting van hun taak.
Nu de voorhoede: Kreuger, Muller, Bijl, Koppen,
Over. Allen goed, maar op Koppen na inconstant. Voor
al Bijl, dien we een copy van Rutte zouden willen
noemen, is in staat om 'n elftalcommissielid tot verruk
king of tot wanhoop te brengen. Heeft hij z'n dag, dan
wee den keeper, doch wedstrijden, waarin E.C.-leden
neiging krijgen om de haren uit hun hoofd te trekken,
komen óók voor. Doch één ding is in hem altijd te prij
zen, dat is de wil om te winnen. En daarin stond hij
niet alleen; met hem heeft de heele voorhoede, en het
heele elftal trouwens, eiken wedstrijd hard gewerkt en
daarvoor Ajax V m'n compliment, want in zoo'n zwate
competitie, als waarin gij speeldet, 't kampioenschap te
behalen, is een resultaat, dat er zijn mag.
Om eens te zien, of deze meening van „Buiten de
lijnen" in overeenstemming is met die van „Binnen de
lijnen", hebben we ons tot den captain van Ajax V, den
Heer Over, gewend. Deze was het vrijwel met ons
eens; ook hij achtte het afgeloopen seizoen zeer tevre
denstellend en complimenteerde de E. C. met de z. i.
heel juiste opstelling van het elftal.
De wil om te winnen werd voorts geroemd, evenals
de onderlinge verstandhouding en het gedrag in het veld.
Verder werd nog opgemerkt, dat de A.V.B.-competl-
ties aan spelgehalte de laatste jaren vooruitgaan en het
ruwe spel aanmerkelijk minder is geworden. Slechts
één ding liet z. i. te wenschen over en dat was het
trainen.
Dat ook dit 't volgend seizoen beter moge zijn is de
wensch van den Heer Over en
Adé.