17-
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
Steunt het Olympisch Fonds 1928.
IS.-
30
4<- i
De Ajax Kruiswoord-puzzle.
Aué heeft een Meesterlijk Kunstwerk gewrocht,
Z'n puzzel verdient onze hulde,
Dat was weer wat nieuws in de Rood-Witte Bent,
Waar een elk Ajacied aan smulde.
M'n dicht-ader vloeit en ik grijp er mijn lier,
De snaren die dreigen te springen;
O, leerrijke prachtige puzzel ik moet
Er een leutig liedje op zingen.
Ik dwaal als een geest of een slaap-wandelaar,
Langs pleinen en stegen en straten,
Verdwaasd als een mummelend oude Bes,
Hardop in m'n eigen te praten,
Net als een baby, pas van de borst,
Prevel ik letter voor letter,
Soms verheldert ineens m n peinzende blik,
Maar,vloek af en toe als een ketter.
Ik wandel met potlood en ruitjes-papier,
Zie niets dan zwart-witte hokken,
Dien rooien verkeers-agent op de Munt,
Loop ik finaal van de sokken.
Claxons die loeien, een Atax-chauffeur
Schreeuwt: „kaffer, moet je crepeeren!"
Wat weet zoo'n proleet van Kruis-raadsels af?
M'n geest toeft in hoogere sfeeren.
Ik drink er geen drank en gebruik er geen spijs,
M'n maag is aan 't romm'len en knagen.
M'n boordje ziet zwart en m'n schoenen zien rood,
Ik loop met een baard van drie dagen.
M'n bed is me óf te warm óf te koud,
Ik lig als een puitaal te draaien,
Ik puzzel en puzzel, het zweet breekt me uit,
Daar hoor ik de hanen al kraaien.
De kat krijgt een voorzet, Verticaal,
Vloekend verlaat ik m'n sponde,
Ineens gaat me daar een „Gasfabriek" op,
„Eureka",ik heb het gevonden.
Horizontaal ben ik nu weer normaal,
Maar onder ons gezegd en gezwegen,
Puzzelen lijkt me een schitterend werk,
Als je „een jaar" hebt gekregen.
TRIC-TRAC.
De oplossing.
5
De oplossing, resp. uitslag, wordt eerst in het vol
gende nummer bekend gemaakt. Het aantal ingekomen
oplossingen is zoo groot, dat de controle enkele dagen
meer vordert dan oorspronkelijk gedacht is.
REDACTIE.
V»/
Aan den overkant van het IJ.
Vergezeld van een tiental supporters trokken wij naar
Nieuwendam om te trachten in de serie-wedstrijden
van D.W.V. een prijsje weg te halen. Als tegenstander
hadden wij een sterken derde-klasser, O.S.V. Doordat
ons elftal nogal gehavend was, viel de tegenpartij niet
mee. Ons elftal zag er als volgt uit;
C. Becker
Kuipers C. Delsen
de Vlieger de Bois Reinders
Schetters Geestman Jurriaans W. Smit K. v. d. Vliet.
Als om 3 uur afgetrapt is, is het onmiddellijk het oude
liedje als steeds tegen dergelijke tegenstanders. Wij tech
nisch beter, de tegenpartij onbesuisder, zonder echter un
fair te zijn. Nadat Jurriaans een goeden voorzet van
Schetters overgekopt heeft en de Baron den zijpaal be
proefd heeft, gelukt het Jurriaans van dichtbij ons eerste
doelpunt te fabriceeren, wat echter eerst kort na rust
gelukte. Dat wij beter getraind zijn, bleek inmiddels in
de tweede helft, daar de meeste tegenstanders aardig
vermoeid raakten en wij het spel grootendeels in handen
hadden. Wel werden nog enkele pogingen gedaan om
gelijk te maken, maar onze doelman dacht er anders
over en toen kort vo-or het einde Jurriaans uit een
schermutseling den bal bemachtigde, leverde dat ons
tweede doelpunt op, wat den strijd besliste. Ook hier
zijn wij van den tweeden prijs verzekerd.
Een vermakelijk geval deed zich nog voor. Rijnders
zat in de knoop met een tegenstander; de scheids
rechter floot; indianengebrul van Rijnders onder het
uitroepen van: er gebeurt toch niets; scheidsrechter
besliste vrijen trap in ons voordeel, wat ik ook ver
wachtte, maar Rijntje voelde zichzelf bepaald niet on
schuldig dat hij zoo brulde en wat ook absoluut niet
noodig is, ouwe jongen.
Nou, jongens, tot de volgende ronde.
W. DE BOIS Jr.