ÖH7T
al Z\ »7±yM FH I mï*>j i IM MJ '-Wi!£M»
No. 22
DONDERDAG 15 JANUARI 1925
7de JAARGANG.
I BRIEVEN UIT DE MEIJERIJ j
Elf!!
't Is een helsch werk om van uit de verte
Ajax te bepennen. Waar haal je de aspiraasje
vandaan?
Doch vanmorgen maakte ik toch 'n beste
beurtl
Ge weet ik heb dat meen ik vroeger al
eens geschreven dat we hier erg kwiek zijn
in de wedstrij duit slagerij (hm?) Er woont hier
n.l. in een van onze dorpsche straatjes (U weet
wel, zoon akelig, beroerderig straatje met lage
huiskens, waarop de hoofd stedeling zulke mis
selijk minachtende blikken pleegt te smijten) een
sigarenwinkelier. Da's op zich zelf niks bizondets
en dat is ook zoo, maar deze bruinbladkoopman
is 'n erge voetbalklier, zóó erg, dat onze predi
kant hem 'n vuige voetbalwellusteling genoemd
heeft. Deze vuige balspelaanbidder nu publiceert
in zijn winkelraam voetbaluitslagen. Op Zon
dag! Hetgeen dan ook èrg is!
En nu wil het mij wel eens passeeren, dat ik
op een van deze heerlijke, écht-wint er sche god
delijke Maandagmorgensals wanneer de mod
der dik ligt op en de mist nog dikker hangt in
onze meer genoemde en beroemde laaghuis-sche
stratekens, ik een eindje omfiets, langs den vui
ge, met het kennelijke doel, 'n oogenblik te ge
nieten van de Oostersche, W ester sche voetbal-
soesa van den juist heengespoelden dag des
Heeren.
Deze Maandagmorgen-bezigheid, zei ik reeds,
wil mij nog wel eens passeeren.
En 'n toeval.'n hondje met rood haar en
'n juffrouw met witte sokken zonderling spel
van kleuren bracht me juist vanmorgen op
het lumineuze idee langs den vuige te pendalen!
En ja-wel?
„Elf-één! met boter en suiker „er in', inge
zouten, in-gemaakt, mosterd, brei.visioenen
van gestampten pot, gemalen muissies, slagroom,
worst, kortom alles wat doet denken aan fijn
makerij gruzelementen' zou mijn dichterlijke
oma gezegd hebben)
Ik stap weer op mijn fiets, rijd pardoes in de
armen van onzen eenigsten verkeers-smeris, roep
ter verontschuldiging „elf", met de eenige uit-