üMüti a »7±\iu*;m No. 15 WOENSDAG 1 OCTOBER 1924 7de JAARGANG. NAAR ROTTERDAM. 'k Weet niet hoe het kwam. Of we er nou allemaal zoo'n reuze zin in hadden of de taxi's zoo snel waren, maar een feit was het dat we al om één uur aan den Schieweg waren op het schitterend gelijke veld van V.O.C. Onze vrienden van Xerxes, waarvan wij er een paar, bij „Loos" hadden aangetroffen en die, tot groote ergernis van Jack, een borrel voor den wedstrijd verkozen boven een kleintje koffie, hadden ons plechtiglijk verzekerd, dat wij winnen konden, maar evengoed waren wij er voor ons zelf nog lang niet zeker van- Met een stel ouwe geroutineerde rotten als Boerdam, Vermaas, Beyers, Weidema en niet te vergeten Steenhouwer ben je zoo één twee-drie niet klaar. En dan: we misten Frans en al had Coen Delsen het er in de tweede helft tegen de Haagsche welpen goed afge bracht, we moesten toch nog afwachten, hoe hij zich nu houden zou. Fons was op het laat ste nippertje nog meegegaan, dank zij Theo, die er de lucht van had gekregen dat ie niet mee wou en Zaterdagavond al zijn oratorische talenten bij elkaar gegrabbeld had om mevrouw Pelser over te halen hem nog „een keertje" (h'm) mee te laten gaan. Nu vraag ik U in gemoede, welke vrouw kan aan Theo weerstand bieden? Het lukte dus, maar op voorwaarde dat vader Fons onverwijld terug zou keeren in het ech telijk elastiek. En zoo trokken dus de drie ge zellen van Roozendaal Theo, Fons en Henk dadelijk na afloop af om zich te voegen naar vaderlijke en echtelijke plichten Ik zei al, dat we veel te vroeg op het veld waren en voor half twee stonden we allemaal al te springen om de kleedkamer uit te komen. Jack ordonneerde echter: vijf minuten voor tweeën het veld op en zoo doodden wij den tijd dus met een pandoertje. Nooit van mijn leven had ik kunnen denken dat wij zulke mooie pandoerders in onze ver- eeniging hadden. Die speelden pandoer op een kale negen!! Dat kan, heb ik gemerkt! Want via Volkers, die achter hem zat, verhuisden boer en aas van Fons, die maat werd, naar de mouw van den bluffer! En misten ze tenslotte nog een slag, dan speelden zij de kaarten weer voor, die al lang uitgespeeld waren maar die op onverklaar bare wijze weer in hun kluiven waren ge komen. Wat 'n heeren! Gelukkig was het gauw tijd om te beginnen. We werden verwelkomd door een oorver- doovend gebrul van een gezelschap suppor ters, die met „de wagen" waren meegekomen, en die den heelen wedstrijd het Rotterdamsche 1 v»/ Voetbal en echtelijke plichten Het gokkie in de kleedkamer Wat training vermag: het verschil tusschen V. O. C. en Ajax na de rust De sportieve duif van onze supporters.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1924 | | pagina 1