r
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
=^1
over de vergissing in het „Telegraaf'-verslag
van HollandBelgië in ons Stadion.
De voetbal-redacteur van dat blad raadde
n.l. bij het nemen van een vrijen schop we
gens meer dan 2 passen met den bat door den
doelverdediger, aan, dat niet al onze spelers
op de doellijn moesten gaan staan, maar allen
in het veld. Want dan zouden de Belgen bui
tenspel gestaan hebben, omdat ze maar één
speler (de doelman) voor zich hadden. Dit is
natuurlijk groote dwaasheid, daar men nooit
buitenspel staat, wanneer men zich bevindt
gelijk met den partijgenoot, die den bal speelt,
of zooals men meestal zegt wanneer
men zich achter den bal bevindt.
Daar de „Telegraaf" (en de Courant) haar
vergissing nimmer heeft goed gepraat of haar
raad heeft verdedigd (er is toch genoeg over
geschreven) mag aangenomen worden, da't
de redactie haar fout heeft erkend. Doch de
talrijke voetballers zullen misschien aan dien
raad gevolg geven en hun doelverdedigers
overleveren aan een tweetal tegenstanders, die
bij het nemen van zoo'n vrijen schop een ge
makkelijk karweitje hebben om een puntje te
fokken.
Van buitenspel gesproken. Van meer recen-
ten datum is het offside zetten van Hans Tetz-
ner in den strijd tegen de Duitschers. De me
thode Swarttouw dus. En evenzeer als de Hol-
landsche voorwaartsen bij den U.V.V.-er, zoo
liepen ook onze Germaansche broeders in den
buitenspel-val, door onzen vroolijken Gronin
ger klaargezet.
Men zegt wel eens, dat het aantrekkelijke
van den wedstrijd er onder lijdt. Volkomen
waar van een neutraal standpunt bekeken,
maar het kan heel wat aanvallen fnuiken en als
ik achterspeler was en ik had zoo'n gevaarlijk
heerschap tegenover me, zooals b.v. Pijl in
den wedstrijd AjaxFeijenoord, waarbij deze
middenvoor zich zoo vèr mogelijk opstelde,
dan zou ik niet aarzelen om zoo'n Voorwaarts
buitenspel te zetten.
Maar houdt den scheidsrechter in het oog.
Den „onfeilbare" ontgaat menigmaal een bui
tenspel geval, als hij zich nog b.v. na een hoek
schop of doelworsteling in een positie bevindt,
waarin hij een buitenspelgeval op de andere
terreinhelft niet goed kan constateeren.
Er zijn scheidsrechters, die het ronduit tegen
Swartouw zeggen: „Hoor eens, ik heb er na
tuurlijk niets op tegen, dat je je buitenspeltac
tiek toepast, maar doe het alleen dan, als ik
door mijn positie in het veld het geval goed
kan constateeren. Zoo niet, dan kan het je een
goal kosten."
Dat laatste is inderdaad het geval. Een per
soonlijke herinnering heb ik daaromtrent. Ik
leidde eens een Gouden Kruis-finale Blauw-
WitSpartaan en v. d. Kluft kon Jan van
Gent niet beter onschadelijk maken dan door
hem voortdurend buitenspel te zetten. Hij deed
dat echter maar een paar meters, zoodat het
dikwijls op verren afstand moeilijk te zien
viel. Het stond 1—1 en de strijd ging gelijk op.
Toen kreeg van Gent den bal en stond, naar
men mij later zei, niet meer dan 2 M. buiten
spel. Ik was „ver", keek tegen de zon in en
liet doorspelen. De Spartaan had een vrij veld,
liet Kluft zijn hielen bestudeeren, scoorde het
winnende punt en veroverde daarmede het
Gouden Kruis.
Laat ik hieraan toevoegen, dat zeer ach
tenswaardige scheidsrechters op de tribune,
die in een betere positie waren dan ik, het
buitenspel geval duidelijk constateerden. Nu
zijn evenwel collega-scheidsrechters niet al
tijd te vertrouwen. Ik heb eens van een be
kend musicus gehoord, dat misici na de do
minees, het meest jaloersch op elkaar zijn,
maar de geachte artist kende het geslacht
voetbalscheidsrechters niet, want deze gaan
werkelijk wat naijver betreft aan de spits.
Maar hoe het ook zij, ik neem aan dat het
doelpunt een buitenspel-goal was. Echter pro
testeeren hielp niet, waarmee ik zeggen wil,
dat achterspelers voorzichtig moeten zijn met
de tactiek toe te passen en zouden er onder de
Ajax-backs misschien zijn, die het willen pro-
beeren, laten ze er dan om denken, dat de
scheidsrechter niet voor buitenspel mag flui
ten, indien hij niet geheel zeker van de over
treding is. OLD MAN.
-J)
49