3 i 1 No. 5. DINSDAG 1 APRIL 1924 7de JAARGANG. Brieven uit de Meijerij. V»/ "F XV. Neen, het staat nu wel vast: wat voetbal be treft, zal ik hier nimmer acclimatiseeren. Ik heb het ernstig geprobeerd, liet me zelfs door Chris Groothoff tot verslaggever voor Eindho ven van het „Groentje" promoveeren. Doch ik heb het niet ver gebracht en er ïs een stok noodig om me naar een wedstrijd te krijgen. Tsjonge, dat was vroeger anders. Als Ajax tegen den een of anderen braven tegenstander van leer moest, dan kwam het voor, dat je aftelde, nu nog drie dagen, nu nog ivvee, nu nog eentje en dan.... van dik hout zaagt men planken Maar er is dan ook maar één Ajax en daar mede uit. Neen, hier zal ik niet wennen Al sta ik nu ook honderd en meer kilometers buiten het eigenlijke Ajax-clubleven van thans en weet ik van de rood-witte interne zaken niet meer zooveel af als vroeger, dat kan niet verhinderen, dat er voor mij maar één club is, wier wedstrijden me nog interesseeren En wier prestaties me van vreugde of erger nis doen blozen En wier clubblad ik van buiten leer En waarmede ik zulke goede relaties onder houd als geen ander sterveling in de heele Meierij. Dat noemen ze bij jelui in Mokum op scheppen, hè, en toch is het zoo!! Juist de „relaazies", die doen 't, let op, want als er weer eens een brief in de bus tuimelt van een zekeren mijnheer J. J. G. of een mijn heer M. J. K., wel, dan ben ik wat je noemt weer geweldig au courant En dan komt het voor, dat je je verkneutert En dat mijn vulpen danst en niet rust, voordat er weer een klein geesteswichtje ter wereld gebracht is Zooals nu. Want dat kan ik toch niet onder me houden. Ik bedoel wat me ter oore geko men is van G. over de juniores van Ajax en Bl.- W., ter gelegenheid van den jongsten kamp tus- schen die fameuze kwieke knapen. Zoo'n ver duveld aardig staaltje van sportmanship moet in de krant. Er is, voor den driedubbelen drommel, voor menig pedanten voetbalknaap die misschien zijn verwaande neus optrekt voor onze brave coming-men, heel wat uit te leeren. En nu let op: Stel u voor, dat de Blauw witte knapen bij den uitslag van den bedoelden wedstrijd het grootste belang hebben. Er hangt voor deze kleine schoppers een kampioenschap in de lucht. En dat wil wat zeggen. Dat wil heel wat zeggen. Er moet dus gespeeld wor den van heb-ik-jou-daar. Verliezen tegen Ajax beteekent vrijwel: weg kampioenschap. Ten minste zoo goed als. De stand is 11. Het is tien minuten voor tijd. Hevige spanning in het centrum, uitroepteeken. Dan vaart het ongeluksduiveltje over het Blauw-Wit-clubje, d.w.z. de back van B. W. speelt den bal met zijn hand, wel verduveld. Een donder van ont-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1924 | | pagina 1