Clubnieuws der a. f. c. ajax Wedstrijdverslagen I -tJt 141 Over dit onderwerp schrijft de Heer C. H. G. ons nog: Wanneer er in onze samenleving, hetzij óp maat schappelijk, hetzij op sportgebied daar vooral! verwijdering heerscht, daar waar toenadering, vriend schap en overleg beter zou zijn ter bereiking van een gemeenschappelijk doel, dan is het de schoone taak van den journalist om de naijver en tweestrijd te be strijden en te ijveren voor samenwerking. Den Nederlandschen sportsman, n'importe of hij voet baller of athletieker, tennisspeler of bokser, zwemmer of hockeyspeler, handboogschutter of worstelaar is. wacht een zware taak voor een gemeenschappelijk" doel, voor een gemeenschappelijk succes, dat heet: de sporteer vail Nederland! Misschien is er wel eens een kwestietje geweest tus- sehen verschillende bonden, fusschen den N.V.B. bijv. en het N.O.C., of eigenlijk weten wij wel zekér, dat er dat wel eens geweest en nog af en toe is, maar een kloof is er nimmer geweest. De achtste Olympiade staat voor de deur! De re- geeringssubsidie is ingetrokken. De Nederlandsche sportwereld staat dus voor een moeilijk finantieel probleem ten aanzien onzer vertegenwoordiging in Parijs. Thans geldt dus meer dan ooit voor ieder Neder- landsch sportsman het parool: „Helpt elkander". Zoo ooit, dan is thans voor den Nederlandschen journalist het oogenblik aangebroken zijn pen in dienst te stellen ter verwezenlijking van deze leuze, welke Nederland het succes kan brengen en het zou van zeer slechte journalistiek getuigen, te zwijgen of erger nog tweedracht te zaaien of te helpen bestaan! Voetbal, het kan niet worden ontkend, is in ons land de meest populaire sport, welke veel geld opbrengt en het kan dan ook niet genoeg worden toegejuicht, wan neer thans de voetballers hun finantieele macht voor zoover mogelijk stellen ten dienste van het algemeene sportbelang. En het zal den band tusschen den N.V.B. en de andere takken van sport, zoo hiertusschen inder daad al eenige verwijdering mocht bestaan, nauwer aanhalen, hechter maken. Daarom is het dan ook, dat wij het zóo van harte toejuichen, dat ons bestuur het initiatief nam om door een wedstrijd Blauw-Wit Ajax de gelden te verzamelen voor het N.O.C., d.i. de g e h e e 1 e Nederlandsche sportwereld gelden, welke de Nederlandsche regeering onze sportgemeenschap meende te mogen onthouden. Mooi is dit plan ook daarom, omdat hierdoor het idëele doel bereikt wordt: voor en door de sport! Indien men dit voor oogen houdt, dan is het nauwe lijks denkbaar, dat er nog menschen zijn, die zulk een spontane daad trachten af te breken. En wat dan te denken van iemand, die zich sportjournalist durft te noemen en die in het officieel® orgaan van den Ned. Voetbalbond het volgende opruiende stukje durfde lanceeren: „De voorbereidingen voor 1924 en 1928 zijn in een eigenaardig stadium beland. Sedert jaren heeft men in het N.O.C. bitter weinig met voetballers óp. Voetbal viel feitelijk steeds buiten de sfeer van het N.O.C. Maarnu iedere overheidssteun uit blijft, wordt reeds voor 1924 de duitenkwestie critiek. Er is niet. Alleen de voetballers hebben geld, de democratische voetballers! En natuurlijk komen thans de voetballers zeer bizonder in de gratie. Want om de anderen aan 't benoodigde geld te helpen, daarvoor zijn de voetballers toch nog wèl goed genoeg. Een van de leiders van een meer „voorname" sportorganisatie heeft onlangs in Kras op dé geheime(!) vergadering van het N.O.C. met de vertegenwoordigers der sportbonden in vollen' ernst verkondigd, dat aMeen „zuivere amateurs" naar Parijs mochten gaan; als een voetballer z'n eigen kosten niet opbrengen kon, wel dan moest hij maar niet gaan! Maar achteraf blijkt mij, dat de vertegenwoordigers van de organisatie van dezen ras-zuiveren amateur ernstig speculeeren ophet Olympische fonds, dat door de voetbal lers gevormd moet worden! Welnu volgen we dus de redeneering van den pur-sang amateur! laten zij dan thuis blijven ën ernstig gaan potten om zich een volgend maal zoo iets wèl te kunnen permitteeren. En de athletiekers? Altijd hebben hun leiders op de voetballers afgegeven. Booze tongen zeiden uit jalouzie! Men herinnere zich de actie voor een ge sloten voetbalseizoen, toen gymnastiekers, athle- tiekers, cricketers, e.a. broederlijk optrokken tegen die verwenschte voetballers. En nu nóg zegt het N.O.C. tegen de voetballers: wacht af tot we je roepen! Denk er om, dat je maar voetballers bent. Er zal voor en over je beslist worden maar je geld moeten we hebben! NEVOH. Het feit dat Ajax door dit initiatief een daad ver richtte van vérstrekkende beteekenis, vérstrekkender zelfs dan de bevordering alleen van het welzijn, het succes van Nederland op de Parijsche Olympiade, en hierdoor blijk gaf van een ruimen blik, door het a 1- gemeen sportbelang te stellen boven eigen- of part ij belangen, schijnt den schrijver te zijn ont gaan. Gebrek aan waardeering spreekt er zeker uit! C. H. G. Jr. (Verschillende zeer scherpe passages gewijzigd of geschrapt. Red.). Het tweede naar Haarlem II. Een verdiende overwinning ontgaat ons. Met groote plannen arriveerden wij in Haarlem en vooral Deen had er zin in, daar hij in recordtijd een halve' uitsmijter naar binnen werkte. Vervolgens een centje gelapt en drie fijne wagens brachten ons naar het Haarlem-terrein. Ons elftal, dat

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1923 | | pagina 10