7~
58
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
velen in den lande. Men moppert over den
achteruftgang in spelkwaliteit (en overdrijft daarbij
m.i. schromelijk!) en dan heet het steeds: zooals
Ajax toen, zoo speelt thans geen enkel elftal!
Of men hoort of leest: het huidige Ajax is
geen schaduw meer van het Ajax uit de kampi
oensjaren! (Het heeft mij verbaasd dat dit „kietelen"
de Ajax ploeg niet tot grooter krachtsontplooing
prikkelde!) En vooral de ouderen bij Ajax, de
enthousiaste supporters uit den glorietijd, klagen
steen en been en ze vinden er tegenwoordig
niets meer aan. En als ze dan na een vrij slappe
vertooning 't oude veld verlaten, dan heet het:
„weet je nog, voor vier jaren, toen we met 6 1
wonnen?" of herinner je je nog die 4-1 op
Sparta? enz. Die glorie is gebleven, doch de
oude kracht is gebroken! En onwillekeurig ga
ik óók vergelijken. Ik maak het me gemakkelijk
en plaats de spelers uit de glorie-jaren naast hen,
die thans voor de hoofdpjoeg uitkomen. We
krijgen dus links de spelers van Ajax l, kampioen
van 't Westen en kampioen van Nederland in
't seizoen 19171918 ('t beste clubelftal dat
Nederland ooit gehad heeft) en rechts Ajax I, dat
in dit seizoen amper genoeg punten behaalde om
aan de degradatie te ontsnappen.
1917-191
Smit
F. Pelser
Couton
Hordijk
J. Pelser
Terwee
de Natris
v. Dort
Broekman
de Haan
Gupfert
Is dit verschil nu zóó groot? M i. is de voorhoede
inderdaad zwakker (speciaal de vleugelspelers,
omdat de Natris en Gupfert in die dagen voor
treffelijk waren) doch de verdediging met de Boer
en de Kruyff voor Smit en Terwee is zelfs sterker
en 't geheel is in elk geval toch niet zóódanig
verzwakt dat 't elftal minstens een klasse slechter
behoeft te spelen, zooals het tegenwoordig inder
daad doet.
Wanneer straks de Natris weer in de ge
lederen is en men weet nog een enkele nood
zakelijke correctie in de ploeg te brengen, dan
vermeen ik dat zelfs 't materiaal voorhanden is
om opnieuw een ongeslagen kampioenschap te
behalen. Men zal zich juist bij de opstelling van
de ploeg aan het succes van de kampioensploeg
moeten spiegelen. Ajax moet een forsche snelle
spil hebben, die 't spel voortdurend openen kan
en terdege profiteeren kan van het werk van hen
die Gupfert en de Natris moeten vervangen. Zouden
Hamel en de Natris zelf dat niet kunnen klaar
spelen en zou er geen speler aan te wijzen zijn,
die het zware werk op de spilplaats verrichten
kan? Individueel ontbreekt de kwaliteit toch zeker
niet bij de Ajacieden. Denk eens aan, dat de
Boer, Pelser, Couton, Hordijk, de Kruyff, Delsen,
Broekman en Addicks, dus 8 van de 11 reeds
het oranje-shirt droegen en met de Natris zou dat
dus 9 van de 11 zijn! En zijn de beide overigen
zooveel minder? Neen, stellig nietDaarom kan
gezegd worden, dat ook heden nog geen andere
club over zulk spelersmateriaal beschikt als
Ajax.
Maar als dan 't spelersmateriaal vrijwel
evengoed was, hoe is dan die achteruitgang
ontstaan? Ik wil nu niet langer aarzelen met het
antwoord op deze vraag te geven: de geest in
de ploeg is bij lange na niet meer dezelfde
als in de kampioensjaren. Er ligt een matheid
over 't spel van de roodwitte ploeg en zelfs in
de belangrijkste wedstrijden ontbreekt de bezieling,
die aan het elftal uit de kampioensjaren zijn groote
kracht verleende. Het élan is gebroken en daarmede
de homogeniteit. Waar een vurig willen bestond,
daar is thans een lusteloosheid bij een deel van
't elftal gekomen, die fnuikend werkt op 't geheel.
Kan het huidige Ajax zich hieraan onttrekken,
zien de leiders kans, als straks de spelers weer
aantreden voor den grooten strijd in 't nieuwe
seizoen, weer den geest van ware clubliefde (hiermede
zijn wij het niet geheel eens. De clubliefde is gebleven
Red.) en hooge sportieve eerzucht die destijds de
ploeg tot onvergelijkelijke daden inspireerde, over
de nieuwe Ajax-elf vaardig te maken, dan zal het
weer luiden: Ajax aan de spits van het Neder-
landsche voetbal!
Wat 't nieuwe seizoen brengen kan, wat in
verband met de „politieke woelingen" op 't spel
J.
doel
r. achter
1. achter
r. midden
spil
1. midden
r buiten
r- binnen
mid-voor
1. binnen
1. buiten
1922—1923
de Boer
F. Pelser
Couton
Hordijk
J. Pelser
de Kruyff
Hamel
Delsen
Broekman
Addicks
v. d. Vlis