s'l
1MFÊÉ 31:1Til iFH i ï*>j I Uil IM MJ URMA!#
No. 9.
VRIJDAG 1 JUNI 1923
6de JAARGANG.
Pas op Ajax!
-h
V»/.
E
II.
Met genoegen heb ik gelezen dat mijn artikeltje
in No. 8 „de gemoederen in Ajax in beweging
bracht" en dat het ook der redactie aanleiding
was, om een extra opwekking tot de leden te
richten en daarmede dus feitelijk vooruit te loopen
aan de bedoeling die bij mij voorlag. Ik zou dus
kunnen volstaan met te zeggen, dat het redacteur
Grootmeijer als steeds gelukt is den spijker op
den kop te tikken ën dat, wanneer alle Ajacieden
zijn krachtige opwekking volgen, Ajax wederom
linea recta op de hoogste voetbaleer afstevent.
Maar ik wil toch in enkele punten mijn meening
gedetailleerder weergeven. Allereerst een enkel
woord over training. Weet ge Ajacieden wat ik
als de beste training voor het komende seizoen
beschouw? Ik zal het U zeggen: een heerlijke
zomerrust! Toen we vroeger voetbalden van
October tot medio April en gedurende dat winter
seizoen circa een dozijn serieuse wedstrijden
speelden, toen bestond er alle reden om allerlei
middelen te bedenken, teneinde te voorkomen dat
de voetballers in den langen zomer stijve ledematen
zouden krijgen of te vadsig zouden worden.
Waar tegenwoordig in den regel gespeeld wordt
van midden Augustus tot midden Juni, minstens
een dertigtal zware wedstrijden, waar dus de
zomerrust voor den huidigen voetballer slechts
een tweetal maanden duurt, daar acht ik het uit
den booze als de voetballers zich in dien korten
tijd nog zouden bezondigen aan serieuse training!
Ga een genoeglijk partijtje cricketten, onder de
professorale leiding van Grootmeijer en Oudheus-
den, volg amice Roodenburgh's oproep en beoefen
in alle gemoedelijkheid het edele honkbalspel. En
als het straks lekker warm is, ga dan op 't water
of in 't water en geniet van den zomer en van
de natuur, denk vooral aan geen voetbal, doch
leef rustig en gezond en maak je „geistig en
körperlich" zoo „fit" dat je aanstonds in Augustus
weer naar de voetbalwedstrijden verlangt.
Een voetballer, die zich gedurende den zomer
intensief aan eenige andere tak van sport wijdt,
die zich b.v. onderwerpt aan de veeleischende
training voor roeien of athletiek, bezit bij den
vroegen aanvang van het voetbalseizoen niet de
ware lust om zich daaraan te geven op een wijze,
die alleen tof succes leiden kan en hem als sportman
kan bevredigen. De lust ontbreekt dan daartoe
en zonder groote toewijding, zonder geestdrift is
succes niet alleen uitgesloten, doch dreigt zelfs
aanstonds gevaar, dat wat door een vorige gene
ratie met zooveel liefde en zorg is opgebouwd
in korten tijd verloren gaat.
Met Grootmeijer zeg ik: herinner U R.A.P, en
Volharding, kijk thans naar A.F.C. enV.V.A! En
dan zeg ik, dan moet de geestdrift weer oplaaien
en ik neem aan dat als dat over alle linies 't geval
is, dat dan de Nederlandsche sportwereld Ajax
weldra weer zal zien, zooals zij zich Ajax herinnert
uit de gloriejaren.
Merkwaardig hoe 't spel van de ploeg, die toen
de Ajax-kleuren verdedigde, nog naleeft bij zeer