V J'
No. 7.
DINSDAG 1 MEI 1923
6de JAARGANG.
Pas op, Ajax!
ik
4- i
z
I.
AMSTERDAM, 22-4-'23.
Bij het doorsnuffelen van enkele oude papa
rassen krijg ik een boekske in handen, dat elk
Ajacied zich herinneren zal: de Kampioensuit-
gave van het seizoen 19171918. Op de aller
laatste pagina's van dat aardig werkje liet amice
Knegt mij ook even aan 't woord en 'k weet nog,
dat ik even verlegen waswat moest ik zeggen
't Was feest. Vreugde heerschte er in den Ajax-
kring, oprechte vreugde over de schitterende ver
richtingen van het kampioenselftal en over den
uiterst gunstigen toestand van den club. Dus
feitelijk was het de aangewezen weg mijn juich
kreet te slaken als alle anderen. Men wist dat 't
van harte was. Maar ik meende juist in die feest
stemming ook een ander geluid te moeten laten
hooren en denkende aan 't droeve lot van R.A.P.
een club die toch ook eens zoo'n glorietijd
perk beleefdewaagde ik het in 't feestboekje
van Ajax even ernstig te zijn en op de toekomst
te wijzen.
En ik uitte me o.a. als volgt:
„Ik wil juist thans in de dagen van glorie
voor Ajax een ernstig woord van waarschuwing
doen hooren. Ajacieden, verheugt U in de
huidige glorie van Uw club, doch denkt aan
de toekomst! Gij allen kent het spreekwoord:
,,'t zijn sterke beenen die de weelde kunnen
dragen", wat maar al te vaak op voetballers
van toepassing bleek te zijn.
„Nu volhouden dat moet het devies zijn
van de huidige Ajax-generatie en 't streven van
alle leden en van 't bestuur in de eerste plaats
zij daarop gericht, de frissche, gezonde geest
die allen thans bezielt, ook steeds weer over
te brengen op de jongeren, die eens geroepen
zullen zijn om de plaatsen, in te nemen, die
thans bezet worden door hen, wier energiek
werken deze roemvolle bladzijde in de Ajax-
historie deed schrijven".
Sedert zijn 5 jaren voorbij gegaan en aanstonds
dient erkend dat Ajax zich gehandhaafd heeft. Wel
zijn de groote gloriejaren voorbij, doch het geheele
club-organisme is duidelijk gebleken bestand te
zijn tegen de lastige reactie die uit den aard der
zaak op zulk een hoera-tijdperk volgt.
Maar nu Ajax dan niet meer aan de spits van
het Nederlandsche voetbal staat (ik herhaal de
woorden van Mr. Pius Arts op de gedenkwaardige
algemeene vergadering te Utrecht, toen Ajax tot
le klasser „verheven" werd) nu is hare positie
ook zooveel te moeilijker geworden. Als we nagaan
hoe., op 't oogenblik Ajax met 22 punten veilig
is en H.V.V. met 19 punten in ernstig gevaar
is, dan blijkt toch, dat de bevestiging van het
le klasseschap niet al te stevig geweest is in
het afgeloopen seizoen. En al wil ik aannemen
dat een vereeniging als Ajax niet valt of staat
met het le klasse-schap, toch ben ik van oordeel