3
No. 2.
DONDERDAG 15 FEBRUARI 1923
6de JAARGANG.
mntiiW* h H* 3| a»j I IM MJ
II.
Eindhoven, 31 Januari 1923.
Geachte Redactie,
Dat „I", geplaatst boven mijn brief van 15 dezer, is'n
uitstekende trouvaille. U ziet, ik ben er in geloopen en
reageer op sprong en stoot met „II"! Voor mij trouwens
'n kleinigheid. M'n reisnotities van de Kerstmis-excursie
naar Mokum zijn nog lang niet uitgeput. Zoo'n buiten
mannetje is absoluut niets gewend en zet 'm eens even
op 't praatstoeltje wis en drie, dat ge Jupiter dankt,
als ie eindelijk z'n boerengezicht toe houdt
Zoo stond ik op 26 December 1922 des namiddags op
het achterbalcon van 19 met 'n braven Ajacied in gesprek.
„En" zeit-ie, na over koetjes en kaltjes te hebben geboomd,
„en hoe laat hoor je nou wel de uitslagen van het Westen
Ik diep eerlijk: ,,'s Maandagavonds half negen!"
Verdwaasde blikken van m'n braven Ajacied.
'n Chic slungel-tje vermoordde me met 'n diepe grijns
van„zeker 'n kaffer uit de binnenlanden".
Z'n deern-tje, 'n schoone met 'n snaaksche krul, keek
me aan: „arme achterlijke jongen!"
Ik kreeg 't 'n beetje warm. Er kriebelde wat in m'n nek,
doch 't waren niet de haartjes vau m'n konijnen-velletje
„MoandagavoandVerrèk, wat 'n vluggert", kouwde
'n pet-gast tusschen 'n gebanderolleerde Havannah door
„Meheir is seker uit HonnoeloeloeGelach om me heen.
Erger kriebeling (zie boven).
Dan m'n brave Ajax-vriend: „En dan lees je...."
„Eerst 't belangrijkste nieuws, het algemeen overzicht
van de wereldgebeurtenissen, de beurs (Marken-koers,
natuurlijk), dan vlug de annonces ratelde ik, blij
wat te kunnen zeggen, „en dan natuurlijk loek ik gauw
eventjes, hoe of Ajax-gespeeld heeft.
„Dan pas", las ik op 't gezicht van mijn vriend. „Wat
ben jij verkafferd", zei-ie verder niet hard op!!
Even pauze voor 'n halte.
Dan mijn vriend onverstoorbaar: „En lees je nog Sport
bladen?"
,,'t Groen-tje, dat Kris Groothoff me toestuurt, maar
eerlijk gezegd, 't gaat dikwijls ongelezen ter ziele!"
„Maar kerel, hoe weet je dan van dit en van datvoer
mijn vriend uit en hij somde heel veel sportnieuws op...
waarvan ik niets wistArm, provinciaal-tje, las ik weer
links en rechts.
„En de Corinthians dan", ging onuitputtelijk-verbaasd,
mijn brave Ajacied-door-dik-en-dun", voort, „weet je daar
dan ook niks van?"
Alle halzen rekten zich.
„Goddank"daar wist ik dan tenminste iets van.
„En wat denk je daarvan?" informeerde de dikke
voetbal-enthusiast.
„Die lui hebben schoon gelijk", provinciaal-de ik, 'n
beetje gewichtig.
Alle zwanen-halzen rekten zich!
„Wat zeg je", foeterde m'n brave, „wat... zeg... je?
Vindt je het dan geen schandaal?"
„Ik niet", gnuifde ik!
Alle giraffen-halzen rekten zich! Even ontspanning
bij 'n verdere halte, 'n Paar balcon-niers wierpen 'n vraat-
zuchtigen blik op mij ten afscheid!
„Ik niet", kanker-de ik. „Ik kan me best indenken, dat
het b.v. voor 'n doelverdediger, laat ons zeggen, jonkheer
van Hans tot Worst, 'n deuk in z'n prestige-knobbel moet
zijn, den bal uit 'n melkboerlijken voorzet via 'n putjes
schepperlijken schoen tusschen zijn jonkheerlijke beenen
te zien door-glibberen! Of meent ge, dat 't zoo grappig
is, als graaf van Labber tot Slak zich van z'n grafelijke
sokken ziet geloopen door de korpus eens doodgewonen
gemeentetramrailsuitkrabbersNeen, ik geef die lui
beslist gelijk. Bovendien, wij hebben politioneel voetbal,
kantoor-, journalisten-, knok- en N.V.B.-voetbaldus
waarom nu ook geen „meheere-voetbal".
„Meheire-foetbal, hei saat wat", meende het pet-individu
en ik kreeg het met m'n opschepperij toch 'n tikje warm.
M'n vriend, met verwrongen gezicht, was eerst sprakeloos,
toen rede-loos en eindelijk radelooshij pakte uit, hij
raasde, hij tierde, vloekte zacht en hard enrafelde alles
wat des „Korintjes" was tot op de draad toe uit. Hij vond
't inpertinent van de Ennevebee en gruwelijkte in heerlijk-
woest bargoensch de schanddaden van dat collegium uit,
zullende hij hemel en aarde en alles wat er tusschen is
bewegen
„Soue de heire niet us uitstappe, me staane nou al
faaf minute aan 't aandpunt..."