7\|
Het sport-ideaal in den modder trappen!!
IV.
Steunt het Olympisch fonds 1928!
ir~~
CLUBN1EUWS DER A. F. C. AJAX
gemaakt, dat het doel der vereeniging was Het
bovenal hoog houden der amateur sop vat tingen en
-beginselen en de propaganda van de voetbalsport
onder die vkringenwelke zich gaandeweg aan
actieve deelneming onttrekken.
De tekst van de officieele uitnoodiging, gericht
aan de a.s. leden, luidde echter: Het doel der
vereeniging is het bovenal hoog houden der amateurs
opvattingen en -beginselen en de propaganda van
de voetbalsport onder de meer BESCHAAFOE*)
kringendie zich gaandeweg aan actieve deelneming
onttrekken.
Het verschil is meer dan duidelijk.
Nogmaals: men kan in onze vrije wereld niemand
het recht ontzeggen zich te vereenigen tot ver
schillende groepen van bepaalde personen en men
kan dan ook de ballotage zoo scherp en zoo
zonderling desnoods invoeren als men dat bij
iedere groep verkiest. Zoo zal dus ook niemand
er bezwaar tegen kunnen maken, wanneer in een
club als bijvoorbeeld H.V.V. andere eischen gesteld
worden aan het opnemen harer leden dan b.v. bij
Feyenoord (deze namen zijn slechts onwillekeurig
genomen) al zal bij menigeen dit feit dat men
helaas ook buiten de voetbalmaatschappij overal
aantreft - uit sportieve en democratische gevoels
overwegingen wellicht nimmer onverdeelde sym
pathie ondervinden. Maar waar men wèl en
terecht bezwaar tegen kan en moet maken,
is, wanneer Nederlandsche voetballers, die tot het
verband behooren, waarin wij allen zijn opgenomen
(N.V. B. 1) zich buiten het groepsverband gaan
vereenigen en gaan varen onder valsche vlag.
Dat is het doel van de Nederlandsche Corinthians,
die het brevet van amateurisme en beschaving
voor zich alleen opeischen.
Dat is een slag in het aangezicht van ieder, die
aanspraak maakt op den naam van sportman
•i»
Als er in den loop der jaren menschen geweest
zijn, die, op grond van hun «standing* meenden
niet meer te kunnen deelnemen aan een sport,
dóór alle lagen van de maatschappij beoefend,
een sport, waarin arm en rijk, bestudeerde en
analphabeet, elkander ontmoetten in het kleed
van den sportman, een elk, strijdend voor de club,
waaraan hij zijn sympathie geschonken had
wanneer er zulke menschen geweest zijn, dan
kunnen wij niet anders dan blij zijn en een wel
gemeend godlof uitspreken bij'hun retraite,
omdat dergelijke lieden met den titel van sports
man, in den waren zin des woords, niets dan
den naam gemeen hebben en in de sport
organisatie niet thuis behooren.
Thans heeft een deel van deze »Kultur-
menschenzich opgeworpen om hen allen te
verzamelen, een selectie te vormen van «be
schaving en amateurisme«, die zich hun principe
getrouw toch moeilijk met de «ordinaire*
menschen, die zoo gaandeweg onze sport zijn
binnengeslopen, kan afgeven. Een andere uit
legging, kan men aan het principe, dat aan dit
woord beschaving ten grondslag ligt, toch moeilijk
geven.
Gefeliciteeid dan, met zulke frissche denk
beelden, Gij, museum van antieke 'ideeën!
Voor de nieuwe vereeniging zijn een aantal
oud-spelers uitgetioodigd en men zal zich kunnen
voorstellen, dat in deze lijst H.V.V. en H.F.C.
troef is. Maar niet alleen oud-spelers, ook actieve
leden van vereenigingen worden uitgenoodigd en
dit zou wel eens tot een precedent kunnen leiden.
Ik zou haast willen zeggen
Er is voor de Hollandsche vereenigingen in
deze kwestie slechts één houding: Men negeere
de club! Men late haar links liggen, want, als
haar leden zich te beschaafd en te amateuris
tisch* achten om mét de overigen te spelen, laten
deze dan, par conséquence, ook niet tégen deze
zoogenaamde Corinthians uitkomen.
Het moet toch het eergevoel krenken van ieder
rechtgeaard sportsman, om te spelen tegen een
ander, waarvan hij weet, dat deze hem feitelijk
beneden zich acht.
Dat is
C. H. GEUDEKER Jr.
(In een volgend nummer kom ik op deze kwestie
nog nader terug).
Ik cursiveer G.