De groote reis naar Zwitserland.
NO. 21-22.
DINSDAG 21 JUNI 1921
4DE JAARGANG.
ÜÜUH:! «tl iFHi MI
Onvergetelijke dagen in het hoog
gebergte. Een sportief succes. Ajax
ongeslagen uit Zwitserland terugge
keerd. Een slechte match te Keulen.
Ajax verliest van de Verein für
Rasenspiele.
Gepakt en gezakt stonden wij dan weer op
Donderdag 2 Juni, des morgens om half twaalf in
het Centraal station, om de derde groote reis met
Ajax mede te maken, thans naar Zwitserland. Velen
waren het, die nog even naar het station gewipt
waren om van zoon, broer of vriend afscheid te
nemen. Natuurlijk ook verschillende vrouwen en
meisjes van spelers en supporters, de een meer, de
ander minder aangedaan, maar toch allen met een
brok in de keel of een traan in het oog. Voor het
vertrek van den trein werd een foto gemaakt, om
12.40 stak de chef zijn groene koekepan in de
hoogte en zachtkens stoomden wij de groote kap
van het Centraal station uit.
Het gezelschap monsterende kwamen wij tot een
totaal aantal reizigers van 23.
De spelers de Boer, Couton, Hoogland, Hordijk,
J. Pelser, de Kruijfif, Gupfifert, Rutte, Debois, Geu-
deker, Delseti, Vunderink, Goosen, de officials
Oudheusden, Tump, Koolhaas en de Schoevaarts,
de supporters de Heer en Mevrouw de Vries,
Mevrouw Tump, de trainer Jack Reynolds enten-
slotte uw verslaggever van dit blad. In Arnhem
pikten wij nog twee passagiers op. n.l. Jan van
Dort en de vrouw van den secretaris. Hierdoor
bestond het gezelschap tenslotte uit 25 personen.
Men maakte het zich in de coupé's zoo gemak
kelijk mogelijk. De Boer en Goosen gaven leutige
muziek op de mandolines en de tijd ging spoedig
voorbij. Aan de grens hadden wij geen moeilijk
heden daar alle papieren volkomen in orde bleken.
Het Duitsche bier smaakte bizonder goed en
eenige potjes ,,dunkel" verdwenen spoedig in de
keelgaten der dorstigen. Het diner in de Restau
ratiewagen was niet veel bizonders. Verschillende
Heeren verzadigden zich dus aan het in den achterzak
meegenomen traditioneele broodje met kaas. Zoodra
wij den Rijn te pakken hadden ging de tijd nog
vlugger voorbij. De avond viel in en om half
twaalf zouden wij te Wiesbaden in de slaapwagens
stappen. Onze speciale slaapwagen werd echter
eerst te Frankfurt a/M aangekoppeld. In Wiesbaden
gingen dus eerst de kleintjes onder de wol nl.
Oudheusden, Tump (2) en Reynolds. De overigen
mochten nog een half uurtje wachten. Reeds om
zes uur des morgens werden wij door den Schaffner
gewekt, tenminste zij die ondanks het geslinger
nog een beetje geslapen hadden. Ik voor mij, ik
prefereer een bed thuis boven een bed in een
slaapwagen, vooral als je twee hoog maft. Voor
je in je bed ligt loop je kans je beenen of nek
te breken en lig je eenmaal dan wordt er zoo met