r~
V
Ons Tweede Elftal
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
124
i-n het veld, doch weinig prestaties. Zelfs het
spel van, den beroemden international Jager was
een tegenvaller. Hij toonde zich onmiskenbaar de
tacticus en voetballer van het goede genre, doch
hij vermocht toch niet de ploeg tot iets flinks te
bezielen
Deze Duitsche Club speelt in de ie Liga en
dit in aanmerking nemende, zou men geneigd
zijn te gelooveu, dat momenteel ons Hollandsche
spel in doorsnee hooger staat dan het Duitsche.
Het vertegenwoordigend elftal van Essen b.v.,
dat den vorigen dag in het Stadion speelde, was
nauwelijks in staat tot een spelletje van beter
gehalte. Vandaar dat het rood-zwarte Amsterdam-
sche elftal eenvoudig met de Duitschers deed en
liet wat het wilde.
Een zelfde vertooning zouden wij op hetAjax-
veld te zien gekregen hebben, indien wij met
een volledig elftal waren opgekomen. Het had
voor de Hamburgers een débacle geworden
Tot overmaat van ramp waren de heeren in het
veld nogal lastig en zij bezondigden zich meer
malen aan de spelregels, uit hoofde van absolute
onbekendheid, en in de meening verkeerende
4 volgens de regelen der kunst te manoeuvreeren.
Minder fair was echter het na-trappen van een der
Duitsche mannetjes, waardoor een stemming werd
geschapen, die juist voldoende was de weinige
attractie van den wedstrijd geheel weg te nemen.
Wij zullen over het verloop van dezen wedstrijd
daarom maar kort zijn.
Zooals reeds gezegd, was onze achterhoede in
dusdanigen vorm, dat de Duitsche aanval geen
schijn van een kans had.
Onze voorhoede met Brokmann en van Dort
als vertegenwoordigers van de bekende garde en
Rutte, Debois en v. Weerden als invallers, heeft
niet onverdienstelijk gewerkt.
In de middenlinie deed Jo Pelser het kalmp
jes aan. Het schijnt, dat onze aanvoerder zijne
krachten spaart voor de komende kampioens
wedstrijden en wij vertrouwen, dat hij dan zijn
bekende solide spel zal geven.
Pelser werd geflankeerd door Jan Schoevaart
en Hoogland, waarvan de laatste zoo nu en dan
„liggend" (bekend receptaanvallen stopte.
Alle respect voor onzen veteraan Schoevaart, die
bewijst zijn kruid nog niet verschoten te hebben.
Wat het spelpeil aangaat, kan nog worden op
gemerkt, dat dit slechts sporadisch van prima
gehalte was. Het was voornamelijk Brokmann, die
watdash'' in het spel bracht en door zijn zweef-
drijf-evoluties vöor de noodige afwisseling zorgde.
Met drie goals drukte onze ploeg hare meerder
heid uit, waartegen de Altona niet vermocht te
doelpunten. Tegen het tweede doelpunt werd door
de Duitschers „energisch protestiert" en het is
niet onmogelijk, dat zij gelijk hadden, omdat van
onze plaats gezien, een onzer spelers in besliste
buitenspel-positie stond.
Professor Snapper was echter niet te veimurweu
en de geleerde zal dan ook wel motieven hebben
voor zijne beslissing. OBSERVATOR.
Ajax II—U.V.V. II 5-0.
„Eind goed, al goed,'' zegt het bekende spreekwoord, en
gedachtig hieraan hebben onze reserves hun Utrechtsche tegen
standers met een klinkende nederlaag naar huis gestuurd, daar
mede revanche nemend voor de ongelukkige 12, in de Domstad
geleden.
Thans was het team eens op volle kracht: Rutte, Hoogland
en Debois waren alle drie van de partij, iets wat speciaal de
voorhoede ten goede kwam. Zin hadden allen genoeg en de
resultaten bleven dan ook niet uit. Spoedig had Geudeker het
net gevonden, welk kunstje Debois onmiddellijk afkeek en
nummertje twee ter wereld schopte. Voorloopig bleef het hierbij,
hoewel de uitstekend spelende voorhoede, goed gesteund door
door de middenlinie, waarin Joop Martens, ons nieuwbakken
korporaaltje, een „brilliant game'' speelde, het Utrechtsche doel
doorloopend omzwermde.
Voor de rust werden geen doelpunten gemaakt, althans
geldige, want een buitenspeldoelpunt van Wim Debois,
mitsgaders één van Hoogland de van den benedenkant van
de lat terugstuitende bal is o.i. ongetwijfeld over de lijn geweest
werden niet toegekend.
Met dezen stand werd dus thee gedronken.
Na de hervatting zijn de onzen onmiddellijk weer in den
aanval en ten tweede male opent Geudeker de score. Dat kan
Debois niet zien, met een keurig schot haalt hij zijn achterstand in.
Het 5de en laatste doelpunt is weer van onzen middenvoor.
Speciaal het binnentrio heefteen keurigen wedstrijd gespeeld
het „short-passing" werd vaak tot in de finesses doorgevoerd
terwijl de „finishing touch" evenmin ontbrak.
De ster van het elftal was echter ongetwijfeld „our little fellow"
korp. Martens. Zijn afnemen, zoowel als zijn aangeven was af.
Bravo
Was het wonder, dat na afloop in de kleedkamer aanvoerder
Prins theatraal de verzuchting slaakte: „Hadden wij altijd dit
elftal gehad, vast en zeker waren wij dan nu kampioen!"