T
Weer kampioen. j j
-J]
114
■^0
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
'F
Na een inspannend seizoen heeft de Ajax-ploeg
zoowaar weer eens het afdeelingskampioenschap
in de wacht gesleept en meerdere glorie gebracht
aan de in dit opzicht zoo verwende club Langen
tijd was het eindresultaat onzeker en scheen het
zelfs dat Blauw Wit, de flinke tegenstander uit 't
Stadion, met de eer zou gaan strijken. De eind
spurt van Ajax was echter zóó krachtig en doel
bewust dat het kampioenschap zelfs met een
flinken voorsprong en met fraaie cijfers werd be
haald en niemand zal tegenspreken dat de eerste
plaats ingenomen wordt door het elftal dat die
plaats verdiend heeft.
't Is voor de derde maal dat Ajax als No. 1
van de Westelijke re klasse eindigt en 't zou voor
de vierde maal in successie zijn, als men Ajax 't
vorig jaar niet door de ongemotiveerde schorsing
van Delsen en de Natris ernstig gehandicapt had.
Zeker is echter dat er veel energie noodig was
om in deze moeilijke wedstrijdreeks slechts drie
maal geklopt te worden en maar eens gelijk te
spelen. Een serie van 18 overwinningen te behalen
getuigt van kracht en energie en gaarne sluit ik
mij aan bij de velen die Joop Pelser en zijn
mannen daarvoor gehuldigd hebben. Het elftal
heeft daarmede niet alleen voor eigen club, doch
ook voor het hoofdstedelijk voetbal in 't algemeen
nieuwe lauweren geplukt.
Toch ben ik van oordeel dat de groote strijd
nu eerst begint. Al behoor ik niet tot die pessi
misten die steeds weeklagen over den achteruit
gang van de spelkwaliteit, niettemin moet ik
erkennen dat er tenminste in 't Westen een in
zinking waar te nemen valt. Doch in de provincie
is 't spel met reuzenschreden vooruit gegaan. De
districtswedstrijden leverden daarvan opnieuw het
bewijs en mag men de provincialen gelooven, dan
zal dat in de kampioenscompetitie nóg duidelijker
gedemonstreerd worden. Het algemeene oordeel
buiten Amsterdam is dat Ajax ditmaal geen
schijn van een kans krijgt op het nationale
kampioenschap en toen ik me veroorloofde tegen
een zeer overtuigd aanhanger van de provinciale
suprematie bescheidenlijk op te merken, dat het
Ajax-elftal reeds sedert zes jaren totaal ongeschikt
bleek te zijn om een ondergeschikte rol te spelen,
toen werd me lachend geantwoord, dat Ajax dan
nu wel tot een ondergeschikte rol gedwongen
zou worden.
Kijk eens aan zei de provinciaal Ajax is
kampioen, doch kampioen van een vrij zwakke
afdeeling. Zeker Ajax behaalde 18 overwinnin
gen, doch meerendeels op zwakke tegenstanders
en dan bovendien meestal met the odd goal. Kijk
naar de doelpunten... 50—20, dus per wedstrijd
nauwelijks 2 doelpunten voor en steeds 1 tegen.
En zie dan naar Be Quick, N.A.C. en Go Ahead.
De Deventenaren begonnen slecht, doch herstelden
zich tijdig en waren toen voor alle tegenstanders
volkomen ongenaakbaar. Wie in 't Noorden nog
iets presteert naast Be Quick is Velocitas en ook
Velocitas werd op eigen grond afgemaakt met
5 2. Enchedé speelt in 't Oosten 't sterkst en
Quick het mooist. Go Ahead won in Enschedé
met 7 - 2 en in Nijmegen met 7 0!! Willem II
is nog steeds een sterk tegenstander en moest er
aan gelooven, op eigen veld met 6—0! Het zijn
geweldig sterke elftallen die in Noord, Oost en
Zuid aan den kop gaan en nooit tevoren waren
zij zóó sterk. Eu nog eens herhaalde de provin
ciaal: Ajax krijgt geen kans!
Wat moest ik antwoorden Ik heb m'n schouders
opgehaald en iets gemompeld van we zullen
zien
Doch nu vraag ik aan heel Ajax»Wat moet
er gebeuren, moet Ajax onder liggen ?c
fen ik vraag aan 't elftal, aan Joop en zijn
mannen wat moet er gebeuren zult gij werkelijk
machteloos zijn tegen de provinciale kampioenen?
En tenslotte vraag ik aan 't Amsterdamsche
publiek: wat moet er gebeuren, zult ge het willen
aanzien, dat uw elftal verpletterd wordt?
En dan sluit ik de oogen, ik schep mij het
beeld wat ik mij denken wil en ik zie eerst de
club. Als een sterk bolwerk omgeeft heel Ajax
zijn elf strijders; als in de eerste glorie jaren zal
ieder weer meeleven, mêetrekken naar buiten en
meewerken dus en dan zie ik de spelers met de
tanden op elkaar geklemd strijden voor de glorie
van eigen club, van Amsterdam en 't geheele
Westen. En tenslotte zie ik de duizend koppige
menigte die 't Ajax-elftal omringt en aanmoedigt
in en buiten Amsterdam. Ik voel hoe de oude