r
Clubavonden. j 0 j
Diverse sportbladen liggen steeds voor de
leden ter inzage.
18 Maart a.s gezellig „Kurkje"' op het Billard
Extra-tijöing. I j
1 I Ajax II in 1920—21. j
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
A
109
dat op 5 Juni ons terrein in bruikleen gegeven
kan worden voor de wedstrijden, door die ver-
eeniging te organiseeren. De Nordisk Film Cy.
wil de Duitsche Sportfilm voor Ajax afdraaien.
De minister van Vermaak, Jan Schoevaart, zal
deze kwestie ter hand nemen en zich met de
Nordisk Film Cy. in verbinding stellen. De
Heer Fr. Schoevaart is nog niet in de gelegen
heid rapport uit te brengen over de e v. installatie
van de warmwaterinrichting in de kleedkamers.
Hij is nog ter zake diligent. De Heer Oudheusden
brengt dc kaartverkoop van Blauw Wit ter sprake,
waarover in ons blad nadere aanwijzingen te
vinden zijn. Na rondvraag wordt deze bijeenkomst
door den voorzitter om 12 uur gesloten.
,,De Bisschop'' ondersteund. (Krantenbericht).
Honderden menschen stonden hedenmiddag te
staren naar het Café de Bisschop op den hoek
van den Dam, waar eenige werklieden bezig waren
zware steunbalken te plaatsen tegen den erker
op de tweede verdieping Naar men ons mededeelde
is tusschen het gebouw van Gend Loos en
,,De Bisschop" een scheur ontstaan, vermoedelijk
een gevolg dat de populaire Voetbalclub ,,Ajax"
geregeld Vrijdagsavonds Clubavonden geeft, die
zóó druk bezocht worden, dat dit gebouw topzwaar
is geworden.
Vrijdag 4, 11, 18 en 25 Maart a.s. Clubavond
in Café de Bisschop Dam.
De Commissie.
Binnenkort komt in het Rembrandt-theater een
film, die alle Ajacieden belang in moet boezemen.
De Universum Film Act. Ges. Berlin, heeft
namelijk een film vervaardigd die op systematische
manier het geheele gebied van de voetbalsport
omvat In methodische opeenvolging wordt hier
vertoond, hoe de voetbalspeler getraind moet
worden. Ook wordt de techniek van het edele
trapspèl als (koppen, klemmen, voorzetten etc.)
behandeld. In dit gedeelte is ook de kleinste
beweging met de tijdloep opgenomen, wat ten
doel heeft, dat alle details, die anders het oog
ontgaan, nu zéér langzaam voorgesteld worden.
Op deze wijze wordt o.a. ook het werk van den
keeper gedemonstreerd. Verder behandelt de film
de techniek van het voetballen in truc-teekeningen,
als trough-pas enz. enz.
Het behoeft geen betoog dat wij U opwekken
deze film, die eenig in z'n soort is, te gaan zien.
Verheugend is het eindelijk eens ln de Ajax pers den Iaatsten
tijd kritiek te lezen over ons Tweede. Ja, zelfs hoort men
tegenwoordig onder Ajaxleden spreken over het Reserve elftal.
Neen, nog beter: per Circulaire van 8 Februari j.l. werd officieel
door het Bestuur onzer Vereeniging, via onzen 2en Secretaris,
een kennisgeving verstrekt, waaruit blijkt dat Ajax II de aandacht
verworven heeft van anderen dan de geregelde spelers van het
Tweede.
Waarom dit zoo frappeert? Wel, doodeenvoudig, omdat men
bij de wedstrijden van het Tweede (want dit speelt inderdaad
nog eenige matches per jaar tegenwoordig) bijna nooit of te
nimmer personen aanwezig vindt, (behalve dan die binnen de
krijtlijnen yan het veld) in de gedaante van Bestuursleden of
E. C.-leden of heel gewone Ajaxleden. Een bof is het zelfs als
het Tweede met 12 man op het veid staat, dus over een eigen
grensrechter beschikt. Nog slimmer een toer is het gebleken
dit seizoen, elf Tweede Elftalspelers steeds bij elkaarte kunnen
trommelen. Reeds is het voorgekomen dit jaar dat het Tweede
met slechts 10 spelers (waaronder nog eenige geblesseerde)
gedurende 1V2 uur de Ajaxkleuren heeft trachten te verdedigen.
En dit is nu een klein vereenigingtje als AjaxSic. Een clubje
dat beschikt over misschien 100 a 200 „namen" van gewaardeerde
mannenleden, die als voetballende leden onzer Vereeniging staan
ingeschreven.
Maar nu ter zake: op het oogenblik schijnt Ajax II weer zeer
favoriet te zijn, te oordeelen naar de hierboven gesignaleerde
belangstelling. Vandaar dan ook dat ik het als een staaltje van
mijn plicht acht, nu ook hiereens een greintje van mijn belang
stelling in Ajax II te toonen. Vóórdat we verder theoretisch
debatteeren (d. w. z. in aansluiting op het in de eerste paragraaf
genoemde) is het noodzakelijk hier direct te constateeren dat
de praktijk, ondanks alles, duidelijk elke accusatie of insinuatie
tegen het gedegeneerde Ajax II en alles-wat-daarmee-annex-is,
heeft weerlegd.
Over degradatie gevaar van ons Tweede, heb ik het hier dus
niet; die idéé komt in mijn vocabulaire niet voor. Ik bedoel
in dit chapitre meer in het bijzonder te spreken over de redenen
etc. weshalve Ajax II in 1920—1921 niet weder Kampioen
harer afdeeling is. Voor dit doel heb ik mijn Insider geinter-^
vieuwd (omdat ik zelf te weinig oordeelkundig ben, en ik ook
zelf helaas geen wedstrijden van het Tweede dit jaar heb kunnen
gadeslaan) zoodat ik U nu de ontvangen gegevens en tips van