lv_
6o
CLUBNIEUWS DER A F. C. AJAX
EERSTE ELFTAL.
J. de Boer Jr. V. Pelser, F. Couton, H. Hordijk, J. Pelser,
A. J. de Kruyff, J. D. de Natris, Th. J. F. Brokman, H. Delsen,
W. H. A. Gupffert, J. L. v. Dort Jr.
TWEEDE ELFTAL.
F. R. Rutte, J. H. Martens, R. P. J. Vunderink, J. Hoogland,
C. Geudeker, C. H. W. de Bois Jr. C. v. d. Weerden, J. Goosen,
J. Bieshaar, P. J. Prins, G. H. Ziegeler.
DERDE ELFTAL.
G. Deen, W. H. Meijer, M. L, Weeling, A. M. M. Busbach,
E. Bakker, J. F. Smit, A. Levendig. K. Renzenaar, W. H. Meijer,
Joh. J. Bosch, C. L. Wintershoven.
VIERDE ELFTAL.
K. v. Kasteel, W' Mast, S. Bakker, J. A. Möhrs, K. L. de Boer,
M. Brink, J. Cohen, A. A. Bogaard, J. v. d. Vlis, H. Geestman,
J. C. Dabrock.
VIJFDE ELFTAL.
J. L. Smit, G. de Jongh, W. H. Dronkers. L. Benjamins, M.
G. H, H- Pijnappels, J. W. Hoeffnagel, K. W, v, d. Toorren,
E. v. d. Berg, H. Talboom, J. H. F. Overeen, E. v, Gelderen.
ZESDE ELFTAL.
A. Visser, W. de Vlugt, J. Scliweppe; W. H. C. Lieven. J. G.
P. N. Los, N. W. Pijpers, L. Aarsen, D. v. Gelderen, F. Kermer,
D. Swaan, J. de Groot.
ZEVENDE ELFTAL.
J. v. Hesteren, A. H. Couton, K, W. Dokter. J, Lindeman.
F' Dukker, F. W". Aarsen, J. C. Grootmeijer, J. W. Dabrock,
H. F. Raatsie, W. Brtiynestein.
ACHSTE ELFTAL.
J. Spook, W. v. Etteger, C. Liedermooij, M. Roos, H. Th. B.
v. Beek, A. de Wit, A. Smit, W. Ingenbleek, G. Stam. P. C.
Sigault, N. Jordan.
ASPIRANTEN A.
W. v. Gelderen, H. Harinck, J. T. J. Raatsie, P. Vunderink,
J. Prosé, F. Kusters, O. H. Dabrock, M. Smit. J. Swijnenburg
W. F. Dukker, Ph. Paulsen.
Bovenstaande elftallen zijn voor December a.s.
De overwinning op Biauw-Wit.
Ajax triumphator! Maar... op het nippertje af. Zoo ongeveer
als de verbonden naties den slag bij Waterloo wonnen. Als
Blücher er niet geweest was, zaten ze nu in Frankrijk nóg met
de Bonapartes opgescheept. En als van Dort er niet geweest
was, stond Blauw-Wit nu nog bovenaan. Van Dort was de
Blücher van den Stadion-veldslag. Zijn reserves redden de
situatie van Ajax, en zijn reserves zaten in zijn spieren, in heel
zijn stevige body, maar vooral in zijn wil. Van Dort wilde den
blauw-witten haan ik geef toe dat 't rare kleuren zijn voor
zoo'n kakelbeest geen koning laten kraaien. En toen de
andere Ajacieden het manhafte zwoegen van den rechtsbinhen
zagen, werd opeens ook de geest over hèn vaardig. Zij voelden
dat 't niet aanging één man te laten sjouwen en nog minder:
Blauw-Wit te laten winnen. Zij voelden dat hun beter, ge-
schoolder spel het niet mócht afleggen tegen blauw-witte geest
drift en volharding. Zij voelden dat de eer van het elftal op het
spel stond, dat er gewonnen moést worden. Het besef van
verplicht-zijn-te-winnen kwam anders igeen seconde te vroeg.
Voor ons, toeschouwers^ was de toestand uitermate critiek.
Critiek voor Ajax wel te verstaan. De tweede helft van den
wedstrijd was al een eind verstreken en dan een 2—1 achter
stand tegen een elftal als Blauw-Wit, dat is geen kinderspel!
En als mijn geweten het me niet verboden had, zou ik op dat
oogenblik graag een gokje op Blauw-Wit hebben aangegaan,
waarvoor je trouwens drie tegen één kon krijgen. Maar op stuk
van zaken bewaarde mijn geweten me voor een finantieel stropje.
En nooit ben ik zoo overtuigd geweest van de waarheid dat
een geweten de beste moreele controleur is, als thans.
De toestand was voor Ajax zéér critiek, zooals ik zei. Maar
niet wanhopig. Op een gegeven oogenblik zag het heele Ajax-
elftal dat in. En toen volgde een periode van zwoegen, sjouwen,
klauwen, vechten, als zelden op een Hollandsch veld te zien
is. Van weerszijden. Want ook Blauw-Wit vocht met ongekende
dapperheid, met onbluschbare geestdrift.
Maar Blauw-Wit beging een tactische fout. Het onderschatte
den Ajax-aanval. Laat ons aannemen dat Ajax Biauw-Wit
aanvankelijk onderschat heeft, dan staat daar in ieder geval
tegenover dat Blauw-Wit Ajax onderschatte op het oogenblik
dat de Stadion-ploeg een 21 voorsprong had
Een elftal als Blauw-Wit dat een twintig minuten voor tijd
een voorsprong heeft, moét in staat zijn dien voorsprong te
behouden. Maar Blauw-Wit had het spek geroken en het wilde
méér. Het kreeg een dorstig verlangen naar doelpunten. Vol
komen verklaarbaar, volkomen menschelijk. Maar niét
tactisch! Blauw-Wit had haar voorsprong moeten conserveeren,
had met hand en tand moeten gaan verdedigen. De beste ver
dediging is: aanvallen, zeker. Dit is een gulden regel, maar als
op iederen regel, zijn er ook op dezen: uitzonderingen.
Dit was zulk een uitzonderings-geval. De wedstrijd had niets
regelmatigs meer, g-een theorie kon dienst doen. Het werd een
voudig een wanhoopsstrijd en Blauw-Wit onderschatte Ajax.
terwijl het verstandige politiek was geweest Ajax te overschat
ten. Blauw-Wit had niet in de gaten, dat de Ajax-ploeg despe
raat was, ook niet dat de zwoeger van Dort onder dergelijke
omstandigheden, de gevaarlijke man is. v.d.Kluft had van Dier-
men en desnoods Smit erbij, terug moeten roepen, had het
systeem van veel terugspelen moeten toepassen, omdat dat tijd
kost. En van dien tijd had Blauw-Wit het moeten hebben, Maar
het meende van den tijd nog meer voorspoed, nog meer doel
punten te mogen verwachten, het speelde hoog spel en het
verloor. Want toen den Ajax-aanval geen extra-belemmeringen
in den weg stonden, toen die zwoegende voorhoede er in
slagen kon. het verband in haar spel te houden, toen Blauw-
Wit haar achterhoede niet ging versterken, toen werd het dui
delijk, dat Ajax nog een kansje kreeg, den wedstrijd uit het
vuur te sleepen, Ajax heeft dat kansje benut. Of liever, van
Dort heeft het benut. Hij scoorde het gelijkmakende doelpunt_
hoe hij het deed, weet iedereen, want 't is in alle dag- en
sportbladen vermeld geworden. Het was een heel merkwaardige
goal, die gemaakt werd op de eenige manier, waarop hij ge
maakt kon worden: met een bescheiden zuiver trapje.
Negen-en-negentig van de honderd voorwaartsen zouden met
alle kracht en felheid geschoten hebben wat, gezien de onge
lukkige positie, waarin van Dort op dat oogenblik voor het
doel stond, alleen tot gevolg zou hebben gehad, dat alle ver
slaggevers neerpenden: „X wist de moeilijke kans niet te be
nutten.' Maar X was in dit geval van Dort, en hij hield zijn
hersens bij het werk en maakte bijgevolg het doelpunt.
En nog zag Blauw-Wit niet in, dat het tenminste een gelijk
spel forceeren moest. Het aanvaardde den strijd om de over
winning: quitte of dubbel alles of niets!
En Blauw-Wit trok met leege handen af, verliet geslagen
de arena. Het trok zich de nederlaag aan: natuurlijk. Het trok zich
vooral déze nederlaag aan, en dat was niet meer dan logisch.
Maar de Blauw-Wit-ploeg kon het strijdperk verlaten,met eere,
en ze ging, kalm, sportief, zwijgend igran dolori sono mutil.