7"
IV._
Hoe staan be zaken.
114
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
moment te voren nog „roddelden" en die zij in hun hart op de
Mookerheide wenschen. Maar.... één bezoek wil ik ditmaal
toch afsteken, dus je moet je morgen maar eens een enkej
uurtie alleen amuseeren. Overigens heb ik geen complimenten
te maken, hoor! Je behoeft m'n pandjes jasje niet op te bengelen
en 'k heb ook niet noodig een hooge zijden te leënen. lt Is een
oude bekende die ik morgen opzoeken wil, een jeugdige amice
van me die ik al vele jaren ken en met wie ik in eer en
deugd natuurlijk! in de laatste jaren mertig genoeglijk uurtje
doorgebracht heb.
„Zoo en wie is dat dan?"
Dat zal ik je zeggen. Eigenlijk zou ik er misschien ook nu
nog niet toegekomen zijn hem eens op te zoeken, waar men,
de booze kletsende „men", beweert dat 't hem in den laatsten
tijd minder goed gaat, dat de brave kerel eenigszins sukkelende
is en daar wil ik me nu eens van^overtuigen, want als 't zoo
is, dan zou me dat veel verdriet doen. Erg ongerust maak ik
mij overigens niet. 'k Heb hem in den laatsten tijd nog her
haaldelijk gezien en 'k vond dat hij er als steeds patent uitzag.
Nu is mij bekend dat 't een lichtzinnige boy is en een paar
stommiteiten heeft hij inderdaad uitgehaald, waardoor hij figuur
lijk en zelfs letterlijk opstoppers gekregen heeft. Doch het jonk
met z'n nijna 20 lentes ziet er anders heusch nog niet uit om
er medelijden mee te hebben.
De oorlog heeft 't heerschap in elk opzicht goed gedaan en
enkele tegenslagen daarna hebben volgens mijn meering den
gezonden, stoeren boy weliswaar geen goed gedaan, doch
ernstig motief om bang voör hem te zijn is toch niet aanwezig.
Maar enfin, morgen zal ik er mij persoonlijk eens van over
tuigen.
„Maar hoe heet die jongen, dan?"
Dat is waar ook, ik noemde nog steeds den naam niet.
Overigens ken je hem zelf wel en bekend is hij trouwens in
heel Amsterdam, géén stadgenoot die zóó populair is. Maar
herinner je maar eens die vele Zondagmiddagen toen we in
onze verlovingstijd naar buiten trokken en hem bij't voetbalspel
in actie zagen. Nu, nu
„AJAX!".
Juist, 't is Ajax, bij wien ik morgen eens een boom opzetten
ga. En daarna zal ik je uit eigen ondervinding rapporteeren.
Nieuwjaarsavond.
„Wat is er toch, wat ben je stil? Vertel me liever eens je
indrukken van je bezoek aan Ajax!" Hm; dat kan ik niet in 'n
paar woorden doen; maar enfin, als je er voldoende belang in
stelt, dan zal ik je eens vertellen waarvan ik ontstemd ben, want
dat is wel degelijk om Ajax! Allereerst dan was m'n veronder
stelling volkomen juist en gaat het den jongen eveneens niet
slecht, 't Is nóg dezelfde vierkante boy met 't uiterlijk van den
zoon van 't land en 't gebaar van den geroutineerderi grootstad
jongen, maar wat me ergert dat is dat de vlegel excusez el
mot! de roekeloosheid in persoon is geworden en met de
lichtvaardigheid van'z'n bijna lentes met zijn gezondheid speelt
en z'n maatschappelijke belangen in de weegschaal stelt. Dat
is 't wat me ergert, en ik kan, zooals je weet beoordeelen wat
dat beteekent. Dat jonk moet tot de orde geroepen worden vóór
het te laat is. Trouwens de wilde haren moesten nu toch
uitgetrokken zijn; hij neemt een positie in, die een dergelijken
lichtzinnigheid moest uitsluiten. Speelt men eenmaal zoo'n rol
in 't leven, dan behoort men meer verantwoordelijkheidsgevoel
te, hebben dan door 't jongemensch thans herhaaldelijk ontwikkeld
wordt. Denk eens aan, nog onlangs ging hij naar den Haag
om een belangrijken proef te doorstaan. Daar hing voor hem,
maar tevens voor enkele amices van hem, heel veel vanaf.
Nu zul je denken dat hij uitstekend voorbereid naar de
residentie trok. Dat deed hij trouwens vroeger altijd en van daar
zijn doorslaand succes waar nog "ieder thans bewonderend van
spreekt. Maar de jongen is in velerlei opzicht veranderd. Nu
ging hij den avond tevoren doodleuk, alsof er niets-te gebeuren
stond, naar een fuif en des" Zondags aanvaardde hij de reis met
een paar oüde schoenen en een slordig pakje aan. Zijn beste
spullen, die hij dien dag noodig had liet hij thuis en zoo bleef
succes uit. Zijn heele familie heeft er erg onder te doen gehad'
en maakt zich nu heusch ernstig bezorgd. Trouwens met enkele
familie-leden is hij al sedert 't najaar gebrouilleerd en al trekt
hij er zich schijnbaar weinig van aan, duidelijk blijkt toch, dat
hij de moreele steun van deze bloedverwanten feitelijk niet
ontberen kan. Zoo is hij wel degelijk wat achterop geraakt en
wat me nu het meeste ergert, dat is dat men elders in 't vuistje
lacht. De benijders en concurrenten hebben hun draai. Overigens
geloof ik toch dat deze „schadenfreude" hen opbreken zal. Heb
ik Ajax goed begrepen, dan ziet hij de situatie thans zelf goed
in. De tegenslagen en de door eigen schuld geleden verliezen
beginnen hem glad te vervelen en nadat ik hem nog eens
geducht op zijn eergevoel gewerkt had, liet hij zich lichtelijk
geergerd als volgt uit; „Laat de menschen nu niet de iken dat
ik niet beter kan, want dan vergissen zij zich toch. Ik zal nu
wel beter op mm qui vive zijn en wat in de 2e helft van 1919
soms bedorven is, nu dat zal ik in 't Nieuwe Jaar goed maken!"
Dat hoorde ik met veel genoegen aan en toen verdraaid
'k was het totaal vergeten! dacht ik eerst aan 't feit dat de
'aarverwisseling juist plaats gevonden had.
De schemerlamp op het bureau verlichtte spaarzaam en
eenigszins fantastisch het in rood-witten tint sober, doch tevens
smaakvol ingericht vertrek. Mijn oog viel op een mooie rood
witte vlag den flinken boy geschonken toen hij cum laude voor
z'n laatste examen geslaagd was. En verder zag ik talrijke
atributen, souvenirs uit z'n glorierijke dagen, hem als hulde
geschonken voor zm moed en energie. Toen keek ikdenopge-
wekten iongen kerel kalm aan en heb ik hem, zooals een oudere
vriend dat doen mag, nog eens op 't hart gedrukt om niet met
z'n geluk en z'n toekomst te spelen.
Ajax, zei ik wordt weer dezelfde flinke, fideele jongen
van weleer! Laat 't nu uit zijn met die dolle caprioles en laat
vriend en vijand weer zien wie je werkelijk bent. Dan^verdien
je het ook dat je familie-leden weer tot je terugkeeren. Kop
hoog, dus en dan zul je dat lieve meiske, je weet wel portuna,
dat die weer even verkikkerd op je wordt als weleer. Dus hou
je taai kerel en veel geluk in 1920!
De lagere elftallen.
Door bemiddeling van den Heer Keesing ont
vingen wij diverse overzichten van lagere elftallen,
door de respectieve captains dier teams geschreven,
waarbij genoemde heer het volgende schrijft:
Op ons verzoek hebben de captains van de lagere elf
tallen een overzicht gegeven van de prestaties hunner
teams tot op heden. Wij danken deze medeleden gaarne
voor de prompte wijze waarop ze aan ons verzoek hebben
voldaan.
Ook den anonymen inzenders van wedstrijdverslagen, die
het hunne ér toe bijdragen om het „Ajax Clubnieuws" voor
een elk aantrekkelijk te maken, zij gaarne dank gebracht.