A
96
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
voedsel door de tralies vallen in 't hokje daar
onder, en zoo tot viermaal toe, 't is geweldig
economisch en spaarzaam en 't succes enorm.
Eeiejren zóó, wees ie met z'n vuist! Alleen is 't
minder smakelijk als je 't weet, voegde ie er aan
toe en toen tegen ons allen: Van welke kip
zouden jullie b.v. 't liefst willen eten
„Stik" zei „Jén" die 't óók snapte.
,,'k Hou niet van kip", nijdaste Piet, die de
smoor in had omdat Louis niets weten wou van
'n onnozel leeninkje van 'n pop.
,,Van de bovenste" riep Thijs de smulpaap
van de bende, die dol is op kip, op kip met
compote en véél pudding.
Dan moet je in het tweede hokje gaan zitten,
grinnikte Gerrit. Wij brulden 1
,,Val om" zei Thijs; toen lachtte ie ook maar
mee. In Maastricht kregen we kip, mét compote
en met Pudding.
In welk hokje ie gezeten had wist de kellner niet.
v^ d. Bosch.
VARIA. I I
RECHTSPRAAK
Als we zulk een vonnis lezen,
Voelt elk sterveling zich klein,
En we prijzen ons gelukkig,
Dat er zulke rechters zijn,
Hé, zoo'n onpartijdig oordeel,
Stemt je opgeruimd en blij,
Salomo's beroemde rechtspraak,
Is daar snert met ballen bij.
Heintje Delsen en de Natris,
Staan om zoo te zeggen paf,
Voor zoo'n in-rechtvaardig vonnis,
Nemen ze hun petje 'af,
Hé, we vreesden al voor 't spinhuis,
Hu, ik ril en beef er van,
We zagen ons al zakkiesplakken,
Met een boevenpakje an.
Maar dat Kooi nu ook geschorst wordt,
Vind ik absoluut onjuist,
Hij bewerkte Delsen immers,
Maar een weinig met z'n vuist,
Maken ze daarvoor zoo'n herrie,
Winden ze zich daarom op.
Ajax kreeg toch voor dien kaakslag,
Dadelijk een vrije schop.
Delsen, als het nog eens voorkomt,
Dat zoo'n hooggeroemde spil,
Liever dan een voetbalwedstrijd,
Een partijtje boksen wil,
Steek dan als een zoete jongen,
Als op school je pinkie op,
Roep dan, ach Meheer de Refereé,
Hij slaat me zoo maar voor m'n kop.
'k Ben behalve een paar kiezen,
Ook een drietal tanden kwijt,
Wat een apekop he Refereé,
Maar gelukkig heeft ie spijt,
Ook m'n oog is opgezwollen,
En m'n neus is ak'lig dik,
Maar omdat ie z'n excuus maakt,
Ben ik vrees'lijk in m'n schik.
Nou ga ik weer voetje-ballen,
Hé, m'n knie is ook ontwricht,
Als hij me straks misschien een breuk schopt,
Doe U oogen dan maar dicht,
Want ga je ook je vuisten ballen,
Toon je ook je temprament,
Trek je, voor zoo'n snert-commissie,
Toch maar weer aan 't korste end.
Daar het zinnebeeld der wijsheid,
Als een uil wordt voorgesteld,
Spot ik niet, als 'k zoo'n commissie,
Voor een uilennest uitscheld.
Tric-trac.