v
f
Ajax 8.
Ajax 9.
Ajax 10.
Ajax A adspiranten.
Ajax B adspiranten.
I Afdrukken van Indrukken. jj
Van 't Oude in T Nieuwe-
N
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
J. G Cluwen, F. Bennink Jr., G. B. Hebbenaar
Jr., J. A. Möhrs, K. W. Dokter, C G. v. Ede,
J. Cohen, W Musch, A. M. de Pater, N. Schuller,
J. de Groot Jr., J. G. P. N. Los.
W. Schuller, M Wijting, A. A Bogaard, H. F.
Raatsie, L. Aarsen, J. C. H. Wessels, J. M. Couton,
W. Bruijnestijn, G. Jurgens, S. Arnold, J. H.
den Otter.
J. Spook, C. de Nijs, A. Wiggelaar, P. H. Kla-
renbeek, J. L. Smit, A. W. J. v. Klaveren, D,
Swaan, J. Wijnands, W. F. Koningsveld Jr., A.
Ldgard, Chr, Tang.
J. H. Melcher Tilmes, G. Deen, A. Raatsie, F.
W Aarsen, D. v. Gelderen, E. v. d. Berg, W. v.
Gelderen, P. Vunderink, J. W. Dabrock, P. A.
Otten, P. v. Tol.
J Prosé, P. Geestman, J. C. J. Ouwehand, P.
C. Schutte, C. Bruijnesteyn, Ph. Paulsen, L. Visser,
P. J. v. Leeuwen, H. Harinck, J. P. J. Raatsie,
H. F. Petersen Jr.
J. J. GROOTMEIJER. w.n. Seer.
Al wéér een jaarl Als 't zoo op z'n eindje
loopt, werp je onwillekeurig een blik achter je.
Menschen die 's levensgang in regelmatig tempo
volgen, niet te hard, niet te langzaam voortschrij
den, niet achterom kijken, ook nauw in de toe
komst trachten te blikken, zulke menschen met
geen schijntje filosofischen aanleg, slaan op de
laatste dagen van 't jaar toch aan 't recapitulee
ren en aan 't projecteerende meest prozaische
mensch krijgt dan philosofische bevliegingen.
De menschelijke gedachte zweeft van de hak
op de tak, doch occupeert zich bovenal met dat
gene, wat als het aangenaamste in ons bestaan
aangemerkt moet worden. Als zoodanig heeft
natuurlijk ieder individu een streven naar maat-
schappelijken welstand en zuilen onze gedachten
155
ons daarheen voeren, waar wij de verwezenlijking
dezer welstandsidealen meenen te zullen vinden.
Dan komt het streven naar geluk, niet alleen in
materialistischen zin en .als onderdeel daarvan
het streven naar verpoozing. Als zoodanig be
schouwen we onze sportbeoefening, de bevrediging
van onze sportieve eerzucht, de realiseering onzer
sportidealen. De sportbeoefenaar en de sportman
in 't algemeen zal in deze dagen in gedachten
ook even wijlen bij zijn geliefde sport.
Dat in gedachten toeven, het recapiiulceren
van 't geen 'achter hem ligt, 't projectisch be
schouwen van dat wat 't nieuwe jaar brengen
kan, moet voor iederen Ajacied een ware vol
doening zijn. Wat bereikt werd is zóó mooi en
stemt zóózeer tot dankbaarheid, dat we ons haast
niet kunnen voorstellen, dat Zulk een glorieuse
gang van zaken ook in de toekomst bestendigd
kan worden. En toch is 't geen fantasie, is alles
pure realititeit, is 't geen bereikt werd 't gevolg
van intense kracht, van'een flink sportief kunnen
en een zuiveren sportieven geest*
De terugblik doet ons dankbaar al diegenen
gedenken, die den Ajax-Kruiser zeker door de
zeeën voerde, de eerste dekmatrozen onder aan
voering van Joop Pelser; dé machinisten Koolhaas,
Knegt e.a., de officieren Dade, Reijenga enz., den
geroutineerden kapitein Egeman en diens rechter
hand de Muunik en den eersten stuurman, den
populairen Jan Grootmeijer. Maar we gedenken
tenslotte allenook de 2e categorie matrozen
onder-Prins, alle anderé jongeren, tot de maatjes
toe, 't cantine-personeel ónder Geerlings, allen,
ctllen, brengen we onzen hulde-groet voor de
kranige wijze, waarop zij H. M. Kruiser „Ajax",
met den fleren rood-witten vaan in top door de
wateren gedirigeerd heeft.
Thans is 't anker tijdelijk uitgeworpen en rusten
allen een wijle uit. Maar weldra is 't parool weer
,,alle hens aan dek!"
En met frisschen moed wordt de reis voortge
zet in 't nieuwe tijdperk. Er zullen stormen komen,
klippen zullen zich voordoen, doch het inzicht
van de hoofdofficieren, de toewijding en de be
kwaamheid van de geheele bemanning zal de
moeilijkheden uit den weg ruimen en in 't late