Mixeö Pickles.
i "LJ/
'tMmm »7ii im ii mi Hii i MJ
b.J
in M ii: [«IM*PM«i !i*M ii »m »u n s i m
-ABONNEMENT/PRIJ/ f 2.50 DEC JAAG-EDANCO PEG PQ/T- WEQKENDE LEDEN GGATI/-
N°. 20.
VRIJDAG 15 NOVEMBER 1918.
2QE JAARGANG.
v»/
v'/
itfmttmMiMiMiiM
XV.
De Amsterdamsche geest.
Arm, arm Mokuml
Kortzichtig, verdorven, luguber Mokum, wat
ben-je toch 'n stuk rampzaligheid, 'n brok mis
lukking. Wat sla-je met je Ajax, je koude, ge-
voellooze, stramme, automatische Ajax toch 'n
poover figuurtje in voetbal-Holland l Wat is die
z.g. klasse-op zich-zelf", waar ze jelui in den
laatsten tijd zoo mee bewierooketi, toch iets on
zegbaar jammerlijks, iets onnoembaar ellendigs.
Welke verdoemlijke geest waart er bij jelui rond,
die alle heidensche goden behoeden me I
de competitie tot iets heel belangrijks opblazen
en onze groote wedstrijden, b.v. om het zilveren
balletje, vol onbeschaamdheid durven negeeren,
en zelfs getracht hebben afbreuk te doen aan
den wedstrijd om den Onafhankelijksbeker, waar
immers Sparta, Sparta, Sparta!! vertegen
woordigd is
Gij onsportief gebroed l Totaal impopulaire, be
zoedelde, vertroebelde club, die wel kampioen is,
maar toch eigenlijk geen kampioen is die
thans wel weer No. J staatmaar toch eigenlijk
geen No. I is, omdat No. 2 (Sparta, SPARTA,
S P A R T A I I I) zoo graag door mij op die
hoogste plaats zou worden gezien en daar hoort
Gehate Amsterdamsche club, die sedert lang
ons de boel bederft, ons den room afsnoept
Jelui geest is ziek. De heele Amsterdamsche
geest is ziek dopdziek, wanhopig aangetast.
Groothoff, Hirschman, Nevoh en alle, die het
opnemen voor het Amsterdamsche voetbal
ze zijn geestelijk verloren.
Dat zeg ik, ik Interviewer, de mij-voelende-
Interviewer, de held van het journalistieke penne-
zwaard
Arme, arme Interviewer!
Legt U het journalistieke masker eens even af
en blijf dan n momentje staan in Uw roodwitte
hompje
En laten we dan eens hartelijk lachen. Lachen
om Uw stumperigheid. De misselijke stumperig
heid van dezen jammerlijken vloed van insinuaties in
de Bescheiden Opmerkingen van 12
November j 1. (De Sport No. 685), geslingerd naar
het adres van onze hoofdstad en onze vereeniging,
wier supprematie U een heele doornhaag in het
oog schijnt te zijn!
Nurksche Interviewer, meent gij waarlijk op déze
wijze Uw Sparta te dienen? Knorrepottige-ieze-
grimmige Interviewer, meent gij door te trachten
op deze manier het wapenschild der Amsterdamsche
voetballers met den modder van Uw venijn te
bevuilen, een goed en Rotterdam-welvallig werk
te doen