Clubnieuws der a. f. c. ajax. Clubbericht. Jaarlijksche Algemeene Vergadering. Engeland was men ons, wat training betreft, reeds jaren vooruit en de gróote bewegelijkheid vari alle spelers van goede Engelsche elftallen (een bewegelijk heid welke ook thans nog een kenmerkend verschil tusschen Nèderlandsche en Engelsche spelers vormt en die het Engelsche spel zoo aantrekkelijk maakt om te volgen) kan uitsluitend teruggebracht worden tot het feit, dat de Engelsche speler zich, dank zij zijne athletische training, zoo gemakkelijk beweegt. En de beoefening van athletiek is niet alleen daarom noodzakelijk voor den voetballer, omdat hij er sneller door leert loopen of hooger door springen, doch omdat hij bij eene juiste en serieuze beoefening leert hoe hij met een minimum van inspanning tot de hoogste prestaties geraakt. Hierop kan niet ge noeg de nadruk worden gelegd. Hij die regelmatig en uitsluitend voetbalt, zal ten slotte wel zijn uit houdingsvermogen en zijn snelheid eenigszins op voeren, doch het zal gaan ten koste van veel meer inspanning dan bij hem, die geleerd heeft hoe hij het hoofd moet dragen en hoe armen en beenen moeten worden bewogen. Over deze laatste eigenschappen zal ten slotte alleen hij beschikken, die ernstig getracht heeft tot de juiste methode van athletiekbeoefening door te dringen. De N.V. B. is jaren geleden een goed werk be gonnen, toen hij de athletiek voor voetballers ter hand nam en de Nederlandsche Athletiek Unie doet het hare om hieraan mede te werken In Nederland ontbreekt nog steeds een deskundig trainer, die van onze menschen weet te maken wat er van te maken is en die een school van goede leiders kan vormen. De uitgaven voor een zoodanige trainer beloopen vele duizenden en zouden zelfs boven de draagkracht van eene vereeniging als Ajax gaan. Ik heb in 1913 getracht aan deze leemte zooveel mogelijk tegemoet te komen door het schrijven van een uitvoerig werkje over training, waarin ik naast, beter gezegd ver daarboven, heb neergelegd, datgene wat de meest beroemde trainers over athletiek hebben gedoceerd. Voor zoover het nog voorradig is, zou ik het gaarne in handen zien van elk voetballer, die athletiek be oefent en ik ben overtuigd, dat de besturen van voetbalverenigingen een werk zouden verrichten, dat hun elftallen ten goede zou komen, wanneer zij hiertoe medewerkten. Ook dezen zomer viel mij weer telkens op hoe tal van athleten die in wedstrijden uitkomen, en daaronder zijn honderden voetballers, geen notie hebben van den juisten stijl en als gevolg daarvan ondanks groote krachtinspanning weinig resultaat 91 bereikten. Hierin althans is veel verbetering te bren gen door het bestudeeren van goede trainers-voor schriften. Geldt deze raad voor voetballers in het algemeen, van vooral niet minder belang is hij voor die leden van voetbalvereenigingen, die zich aangesloten hebben bij de athletiekafdeeling hunner vereeniging. Dat zij zich niet tevreden stellen met het machinaal loopen van een paar baantjes of het lukraak werpen van speer, discus of kogel. Laten allen trachten het systematisch te doen en met inachtneming van juiste voorschriften. Het resultaat zal verrassend zijn en eerst dan zullen zij het goede en het veelzijdige van de athletiek leeren kennen en waardeeren. Het bruine monster is weer voor eenige maanden opgeborgen, voor te korten tijd inderdaad, laat men de zomermaanden nu zooveel mogelijk gebruiken om zich aan athletiek te wijden. De nog niet be kenden om er kennis mede te maken, de overtuigden om met kracht op den ingeslagen weg voort te gaan. De Ajax-elftallen welke hiertoe besluiten, zullen het hun tegenstanders onmiddellijk bij het begin van het komende seizoen dubbel zwaar maken, zij zullen ondervinden, dat zij direct over voldoend uithoudingsvermogen beschikken en dat zij hun ge liefd spel met grooter gemakkelijkheid, en dan met grooter genoegen dan ooit, speelden. G. A. BURGER, Amst., 24 Juli '18. Lid van de Techn. commissie N.A.U. Voorzitter Geld. Voetbalbond. Het Bestuur werd als volgt samengesteld W. F. Egeman, Voorzitter; H. D. Dade, 2e Voor zitter; J. J. Grootmeijer, Secr.Tj. de Munnik, Penning meester; M. J. Koolhaas, 2e Secr.; H. R. Reijenga, 2e Penn.J. Ph. Geerlings, Joop Pelser en P.J. Prins, Commissarissen. Enquête-Commissie: W. F. Egeman, Voorzitter; M. J. Koolhaas, Secr.; H. D. Dade, Tj de Munnik, en J. Ph. Geerlings, leden. Elftallen-Commissie: j. j. Grootmeijer, Voorzitter; M. j. Koolhaas, Secr.; P. j. M van Os, j. v. Oud- heusden, leden. P. j. Prins en G H. Ziegeler pl. verv. leden. Kas-CommissieJ. Stallmann, J. Ph. de Waal, j. S. Günzel.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1918 | | pagina 3