l^fx Glubbericht. |^j
Nieuwe leden. Geen candidaat ondersteunende
leden s.v.p. opgeven vóór het Besluit van de Alg.
Verg. tot eventueele uitgave van terreinkaarten.
Seizoen 1918/9. Men wordt er aan herinnerd, dat
het nieuwe seizoen ingevolge het bepaalde in Art.
132 H R. van den N.V.B. op 1 Aug. a.s. aanvangt.
Spelers die op of na dien datum voor Ajax uitkomen
in competitie- of bekerwedstrijden of door den N.V.B.
geautoriseerde seriewedstrijden zullen het heele
komende seizoen voor een onzer elftallen moeien
uitkomen.
|aarvergadering. Men gelieve nota te nemen van
de aan het hoofd van dit niynmer geplaatste mede-
deeling.
I i Van onze Enquêtecommissie j vfc
1 I Athletiek.
Iets over de Athletiekbeoefening
in onze vereeniging.
Geen tevredenheid.
CLUBtlI®UWS DM^aF8W.UJiJAX! D
.1 ....It"....... Ill n Ill I.II ...II .......MI ...I).. I ........li ....•H
Bedankt als ondersteunende leden
W. Wolfrat en W. F. G. Boermeester.
Afgevoerd wegens overlijden, de ondersteunende
leden
A. de Haan en A. de Ruyter.
Reijnier Ciaeszenstr. 2. J. J. GROOTMEYER,
Telefoon Z. 5005. Secretaris.
Voorgesteld als werkend lid, de HeerenA. Pe-
zarrs, Iepenplein 36 gaf zich aan het Bestuur op
R. Donkelaar, da Costastraat 63 door N. J. P. Smith
en onderget.J. B. K Overdijk, Cornelis Anthonisz-
49 door J. H. den Otter en onderget.S. Hekster,
Korte Keizerstraat 10, gaf zich aan het Bestuur op.
Als ondersteunend lid, de Heeren: L. Payne,
Spiegelgracht 1 5 door het Bestuurde Weerd, Heeren
straat 34 door J. H. den Otter en D. ZwaanA. J. L;
Bakker Jr., Nassauplein 6 door M. J. Koolhaas en
onderget.P. J. de Waart, Linnaeusstraat 4 door
M. J. Koolhaas en onderget; D. de Vos, Boerhaave-
straat 24 door Dade en onderget.; A. J J. Moolen-
schat, Domselaerstraat 63, J. J. Moolenschot, Paul
Krügerstraat 37, P. J. Reurop, Overtoom 250, J. v.
Meijer, Singel 120 door H. R Reijenga en onderget.;
J. Letschert, Ferd Bolstraat 61 door K. Vermeer en
het Bestuur; D. Ockse Jr., Rozengracht 88 door
Geels en W. Mast; H. Oelsen, adres volgt, door F.
J. Couton en K. Kooiman.
Als adspirant lid, de jongeheeren: J. v. Meijer,
Singel 120, door H. R. Reijenga en onderget H. D.
Smit, Brederodestraat 31 door J. H. Melcher Tilmes,
en J. Prosé; H. Harinck Jr., welke nader adres ge
lieve op te geven, door het Bestuur; P. C. Schutte,
v. Ostadestraat 334 door J. H. Melcher Tilmes en
J. Prosé; P. J. v. Leeuwen, Overtoom 269 door de
zelfdenP. H. v. Outersterp, Gerard Douplein 19,
gaf zich aan het Bestuur op.
J. J. GROOTMEIJER.
Secr. Ajax.
tiMfiaiaiiaiiBiiii«iiiii«iciifiiiiiMiiMiiiBiaiiiaiiiiiiiiiiiiiBiiiiiiiBaaMiaiiiiiiiiiiiiiiip4iiafiiiiiiiiifl«pf£
2 5
arana aan laaivaaaaatfaiavaiaiiaaaiafBaiiiitiiii liaan iiiaiaaaiiBiaaaiiiaia 11 ■aiaaiaaiiaiiaaiaaa ti anaain iiaan 1?
hb
Wij schromen niet ronduit te verklaren, dat tot
heden het verloop der athletische wedstrijden, wat
betreft de prestaties der Ajacieden, ons duchtig is
tegengevallen.
De met zooveel zorg en ten koste van veel tijd en
moeite door den heer Koolhaas opgezette campagne
voor de athletiekbeoefening in onze vereeniging
schijnt op stuk van zaken weinig weerklank te hebben
gevonden.
Zelfs wanneer wij rekening houden met de omstan
digheid, dat het langgerekte voetbalseizoen onze
meest geoefende athletiekers als Couton, de Natris,
v. Dort, Smit e a. op nonactief stelde, dan nog is er
allesbehalve reden tot tevredenheid
In vergelijking met het vorige seizoen althans is
er bedroevend weinig animo en de tot dusverre ver
kregen resultaten houden daarmede gelijken tred.
Wij vroegen ons af, waaraan dit is toe te schrijven.
Het motief ,,zomervoetbal" geldt alleen voor het
eeiste elftal, m a.w. voor slechts 10% van de actieve
w. 1.
Propaganda voor deze sport is er waarlijk onder
onze spelers genoeg gemaakt. Bij voortduur heeft
onze athletiekleidër het den leden voorgehouden en
zich met volle toewijding gegeven aan de athletiek-
zaak, zonder daarbij de minste medewerking te hebben.
Vanwaar dan de geringe animo?
Het „voedingsvraagstuk" van onze dagen, dat zeker
'n sta-in-den-weg is of zou kunnen zijn voor zware
athletiek of in het algemeen voor overdreven en
buitensporige beoefening van lichaamssport, is toch
voor onze spelers niet hinderlijker dan voor welke
andere athletiekers ook
Blijft dus niets over dan te veronderstellen, dat er
geen voldoende liefhebberij is. Hetgeen zooveel be-
teekent, dat alle opoffering aan de zaak besteed
vergeefs zal blijken te zijn. Prettig I