Varia.
Mixeö Pickles.
Pinksterblommetjes.
Uit de moppentrommel.
62
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
De leider rekent voor dit uitstapje van 'n dikke
100 K.M. natuurlijk niet op zoo'n groote belang
stelling als bij den rit naar de Domstad, doch hij
is overtuigd, dat 'n flink aantal peddelaars hem
door het Utrechtsche en Geldersche schoon zullen
volgen om tot slot den wedstrijd van Ajax tegen
Go Ahead te kunnen volgen.
Dus vereerders van het stalen ros! Aantreden!
De afrit heeft a.s. Zondagmorgen plaats.
Klokke 4.30 uur
reünie 4.15 uur voor het sigarenmagazijn van Fons
Pelser, Frederiksplein.
Met inbegrip van eenige uren rust denkt de heer
Visser om ca. half-één te Deventer te arriveeren.
Des avonds per trein terug, of voor de verwoede
A toerders, die ook de terugreis per wiel willen afleggen,
vertrek uit Deventer Maandagmorgen 5 uur. Aan
komst op het Ajax-veld ca. 1 uur.
De verzamelplaats in Deventer zal nog nader
worden bepaald.
Wij feliciteeren den Heer Visser met zijn onder
nemingsgeest en wenschen hem en zijn tochtgenooten
een vroolijken toer, 'n montere stemming, geen
bandenpech en mooi weer!
N.B. De heer Visser verzocht ons in het bizonder
de aandacht er op te vestigen, dat de tocht alleen
bij gunstig weder doorgaat!
Opgedragen aan een zeker soort supporters
Met Pinkster-één beleef je wat
Dat wordt een reuzen-gijn
Op naar de Koekkenieren-stad
Jong, oud, dik, lang of klein
't Dofet er heelemaal niet toe,
Alleen wat ik je bid
Loei, brul voor Ajax als 'n koe.
Hup Ajax Hup Rood-Wit
We stappen vroeg al in den trein.
In 't knoopsgat bloem en groen 1
We zingen honderd keer 't refrein
Ajax wordt kampioen 1
We nemen toeters, schuiftrompet,
We hossen in 't gelid 1
't Wordt weer 's jovel 1 Wat 'n pret
Hup, Ajax I Hup, Rood-Wit
Op elk station 'n helsch gebel
We lachen ons dan dood 1
We tieren flink en razen fel,
Schreeuwen de koppen rood.
En als de trein weer verder gaat,
Dan brult de heele klit,
Dat je van hooren-en-zien vergaat,
Hup, Ajax 1 Hup, Rood-Wit
We „komme" in die vreemde stad-
En doen dan heel brutaal!
We kennen niemand in dat gat,
We maken dus kabaal.
Je trekt je niks van alles an,
Geen cent, geen sikkepit,
Want Aojaks staat toch bovenan
Hup Aojaks! Hup Rood-Wit!
We zijn reclame voor Rood Wit.
We binne van de club 1
We zingen, springen in 't gelid
En brullen vroolijk ,.Hup"l
We zwaaien met 'n reuzenvlag,
We krijschen fel-verhit,
We schellen, bellen heel den dag
We benne van Rood-Wit
Een meester op school, die ook al doordrongen bleek van het
gewicht der voetbalsport, droeg zijne leerlingen voor het examen
op een opstel te maken over een voetbalwedstrijd.
De knapen beijverden zich om zoo goed mogelijk te voldoen
aan deze opdracht en zaten naarstig gebogen over hun papier,
de zinnen bepeinzend, de woorden wikkend.
Alleen Moosje zou het traditioneele Jiddische jongetje uit
onze nationale moppen hier mogen ontbreken? was na een
minuut klaar en zat keurig met de handen over elkaar te wachten
en te lachen, met in z'n oogen de medelijdende lach voor z'n
zwoegende makkers.
's Middags werden op plechtige wijze de opstellen door meester
voorgelezen, het een al fraaier van stijl en subliemer van zins
bouw dan het andere, maar meester was met 't opstel van Moos
even gauw klaar als Moos zelf, want het stond er kort en krachtig
en bovendien natuurgetrouw:
De Voetbalwedstrijd.
„Terrein afgekeurd".
(Vrij naar Boas, Sportblad van 2 dezer).