Afdrukken van indrukken.*)
34
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
verwachtte we no. 3, doch de linksback der V.V. A -ers
zag kans het gevaar te bezweren.
In de tweede helft toen Grootmeijer op de mid-
voor plaats speelde en C. v. d. Weerden, een invaller
van het vierde die braaf assisteerde, diens plaats
op de linkervleugel bezette, ging het minder vlot.
Vos kogelde eindelijk na twintig minuten spelens
het bruine monster in het V.V. A. doel; doch het
ding tippelde via lat en paal langs de doellijn, zoodat
Grootmeijer de „finishing touch" moest geven en het
vijandlijk net bijna in flarden schoot.
De vierde en laatste goal werd uit 'n benauwende
scrimmage voor het V.V. A.-doel door een der achter-
pelers persoonlijk over de doellijn gejaagd.
Jammer, dat toen uit 'n penalty voor hands het
zeer onbegeerde tegenpuntje ontstond.
Eindstand 41.
In de kleedkamer daverde het van de cheers en
het gezang van Rood-en-Wit deed het V.V. A.-huisje
tot in de grondvesten trillen.
Wij herhalen hier onze gelukwenschen aan het
geheele tweede elftal en hopen, dat dit team het
volgende seizoen met veel succes in de Reserve
Eerste zal debuteeren.
Moge voor Prins en zijn mannekens in de toekomst
nog schoone lauweren zijn weggelegd tot heil van
onze vereeniging. De belangstelling voor de verrich
tingen onzer reserves na deze promotie zal zeker
verdubbeld zijn en dit zal onzen tweede-elftallers
ongetwijfeld een aansporing te meer zijn de roodwitte
kleuren in het Reserve-Eldorado hoog te houden I
Good luck!
I
Het zijn de slechtste vruchten niet,
Waaraan de wespen knagen!"
Dit goede Duitsche spreekwoord kwam mij onwil
lekeurig in den zin, toen ik in enkele bladen een
critiek over het spel van Ajax in den wedstrijd tegen
U. V. V., aantrof, die weer eens demonstreerde, hoe
weinig menschen het zonnetje in 't water kunnen
zien schijnen. Nu de Ajax-elf het pad der overwin
ning blijft bewandelen, nu het er meer en meer op
begint te lijken, dat het elftal zich inderdaad ,,aan
't hoofd van de Nederlandsche clubs zal weten te
plaatsen" (de woorden zijn van Mr. Arts en uitge
sproken op de laatste algemeene vergadering van
den N. V. B.), nu gaan er uit verschillende plaatsen
des lands, waar eerlijk overwonnen tegenstanders ge
huisvest zijn, stemmen op, die aan 't succes der
Ajacieden afbreuk trachten te doen, door het spel als
ruw en zelfs unfair te brandmerken. Het gaat hier
in de voetbalwereld precies als in het maatschappe
lijk leven: men komt niet tot roem en voorspoed
zonder vele benijders te krijgen, die in hunne mid
delen van bestrijding niet al te kieskeurig zijn. Dit
ondervindt thans Ajax en Amsterdam in 't algemeen,
want toen in den aanvang van 't seizoen Blauw Wit
zoo kranig vooruit stuwde, begon ook de critiek hier
en daar te trachten door laffe verdachtmaking het
soliede werk der Zebra's in 't oog van 't groote
publiek te verkleinen. Zij die reeds vele jaren den
telkens zoo interessanten strijd om de hoogste eer in
ons voetballandje meemaken, weten overigens dat
dit niets nieuws onder de zon is.
In het langdurige glorie-tijdperk van de groote
Haagsche waren de geel-zwarten allesbehalve getapt
in den lande en ook Sparta heeft daarna ondervon
den, dat men het elders niet zonder morren aanziet
als een elftal zich inderdaad de sterkste toont. Faire
sportlui zullen steeds gaarne de meerderheid van
hunne tegenstanders erkennen, doch werkelijk faire
sportlui treft men tenslotte toch niet zoo heel veel
aan. In stede van den spelleider in bescherming te
nemen, in plaats van een amateur scheidsrechter als
zoodanig te apprecieeren (geheel afgezien daarvan of
zijn beslissingen al of niet juist waren) en dan ook
een speler te veroordeelen, die op zoo beleedigende
wijze optrad, als j.l. Zondag de oud-Ajacied Swarttouw
dat deed, in de plaats daarvan ging men het voor
stellen, of zulk een misselijke demonstratie van een
amateur-voetballer heel gewoon en in de gegeven
omstandigheden zelfs verklaarbaar is
Enkele weken geleden had ik het met een bekende
figuur uit de kampioensjaren van Sparta over die
critiek op 't spel van een elftal dat zich aan de
spits plaatst (een en ander naar aanleiding van enkele
persstemmen na den wedstrijd Sparta-Ajax) en het
geen hij te berde bracht, typeert zeer juist de speel
wijze van een kampioens-elftal, respectievelijk een
kampioenscandidaat. 't Succes van een winnend elf
tal baseert zeer zeker op meerderheid in speltactiek,
in snelheid en behendigheid, doch een der voor
naamste eigenschappen van zulk een ploeg is ook
de meerdere energie die zij gedurende een seizoen
of langer weet te ontwikkelen. Een elftal als Ajax
ontbreekt het maar hoogst zelden aan de noodige
geestdrift; alle spelers zijn bezield met een intens
verlangen om te overwinnen en dit streven verleent
aan hun spel iets krachtigs, iets hartstochtelijks zelfs,
dat den lauwen voetballer soms den indruk maakt
van pogen om te slagen op iedere geoorloofde of