Bij öe foto's van het jonge paartje.
30
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
Fortuna was bepaald niet aan on^e zijde, want de
wijze, waarop het vijandelijk doel meermalen aan een
doorboring ontkwam, was onbegrijpelijk, ondanks het
schitterend verdedigen der v d Klufts.
Het resultaat van den strijd bracht dan ook welis
waar geen volkomen bevrediging, maar goed be
schouwd hebben wij toch geenszins reden tot klagen.
Het is toch geen kleinigheid den tot den tand ge-
wapenden Zebra in eigen hol te bedwingen
De kansen op het kampioenschap zijn door dit
gelijke spel niet minder geworden. Weliswaar is onze
concurrent, Sparta, één punt op ons ingeloopen,
maar wij zien de toekomst niet duister in. Onze
hoop is gevestigd op Ajax-Sparta. Het uur der ver
gelding!
Memoreeren wij ten slotte kortelijks het speiver-
loop. In de eerste helft was aanvankelijk Ajax aan
het woord. Twee prachtkansen gingen verloren, de
eerste door een kordaat ingrijpen van v. d. Kluft Sr.
de tweede door jammerlijk naast schieten van Jan
de Natris
Tegen het einde van deze eerste speelhelft nam
Blauw-Wit het spel echter geleidelijk over en onze
verdediging kreeg het hard te verantwoorden. Fons
en Frans stonden echter pal als 'n muur.
In de tweede drie kwartier was Ajax bijna voort
durend in de meerderheid De stormloopen op Schin-
deler namen geen einde. Doch steeds wonderlijk
soms werd het gevaar bezworen en opgelegde
kansen gingen verloren.
Eymers floot onberispelijk en had de spelers vol
komen in bedwang.
Toen het einde werd aangekondigd was geen der
partijen er in geslaagd te doelpunten. Waarmede onze
mannen overigens wel tevreden waren, hoe verdiend
ook een goaltje geweest ware voor het harde en
goede werken.
Manus is getrouwd! Wie Manus is? Een pur-sang
Ajacied, de rechtshalf van ons 2e elftal, Anton J.
ten Herkei. Hij stapte juist even te laat in het
huwelijksbootje met Mej. Betsy Kerkman om hen
nog in den Burgelijkeu stand van het vorige nummer
van het Clubnieuws te signaleeren.
Sinds 1910, toen hij al voor de Ajax-adspiranten
uitkwam, „tuint" Manus iederen Zondag achter den
bal en, vooral in de jaren 1913 en 1914, toen hij
als midhalf het 2e elftal aanvoerde, had hij door
zijn fanatieke spel vaak een groot deel in de over
winning. Als de reserves er dan ook, na reeds zoo
vele malen in de kampi
oenswedstrijden een échec
geleden te hebben, dit jaar
in mochten slagen het zoo
vurig begeerde Reserve ie
klasseschap te veroveren,
zal dit vooral voor hem een
groote voldoening wezen.
Ons is het een bijzonder
genoegen, Manus en Bets
onze hartelijke gelukwensch-
en met hun huwelijk aan
te bieden en wij spreken er
de hoop bij uit, dat Manus
nog vele jaren de Ajax-
kleuren, trouw door zijn
vrouwtje vergezeld, moge
verdedigen.