1
Voor „Ajax".
INDRUKKEN.
Ijsvermaak.
Van onze Elftallen-Commissie.
Ajax I: J. C. A. Smit, V. Pelser, F. Couton, H. Hordijk,
J. Pelser, G. B. Terwee Jr., J. 1). de Natris,
J. L. v. Dort Jr., Th. J. F. Brokmann, F. W.
de Haan, W. H. A. Gupflert.
Ajax li: C. Andriesse, P. J. Prins, A. M. M. Bus-
bach, A. J. ten Herckel, A. J. de KruijfT,
J. J. Grootmeyer, J. Goossen, J. H. de Vos,
M. Lucas, H. A. G. Z. Kooge, A.J. Maasen.
Ajax III: G. H. Ziegeler, F. H. Schoevaart, F. Le
vendig, L. F. Dekker, A. M. Prins, M. G.
H. H. Pijnappels, F. Gehrels, J. Rodenburg,
J. Grim, J. Bieshaar, J. L. Dobbe.
Ajax IVG. J Masselman, W. Mast, J. de Boer Jr.,
J. H. Martens, K. Gomes, H. W. P. Lus,
J. Couzy, D W. van Raan Jr., D. van
Leeuwen Jr., L. v. d. Berg, K. v. Kasteel.
Ajax V: N. Ronday, H. J. Brink, J. de Groot Jr.,
J. H. Brandt, R. P. J. Vunderink, J. C. Da-
brock, J. Arnold, E. Bakker, C. v. d. Weer
den Jr., A. H. G. Smit, Joh. J. Bosch.
Ajax VI: s. v. Heume, G. de Jongh, G. H. Eiser
man Jr., J. Lindenberg, K. W. v. d. Toorren,
L. H. B. Hiilsman, F. W. Höhle, J. W.
Hoeffnagel, J. G. P. N. Los, C. M. Groene-
veld, J.V d. Vlis
Ajax VII: A. Kool, J. A. Möhrs, J. S. v. d. Vijver,
H. Verstraten, J. L. Smit Jr., W. H. C. Lieven,
J. Visser, C. G. v. Ede, J. Cohen, Chr.
Alings, N. J. P. Smith.
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
Ik rolde opnieuw en liet me maar weer gedwee
trappen, liefkoozend, voorzichtig, met wiskundig be
rekende zetjes, of wild ,,ins Blaue hinein"
Verschoppeling deed weer zijn werk.....
J. P. G.
Wie nooit achter het bruine monster sjouwde
Op 't voetbalveld, met lorsch beschoeiden voet,
Beseft ook niet hoe heerlijk 't is, en zoet,
Als d' eigen club het vreemde elftal knauwde.
Je hebt geen last van warmte of van koude
Als bruisend stroomt van sportvuur't jonge bloed,
't Doet je longen, hart en borst en spieren goed,
Als heel de week de stadslucht je benauwde.
Slechts hij die lui achter de kachel blijft,
Te zwaar, te loom, te log haast om te loopen,
Is 't die alleen nog maar op voetbal kijft
Omdat ie zelf te slap en te verwijfd,
En aan 'n goal zich zelf maar op te knoopen
Is 't eenige wat hem nog overblijft.
v. d.'Bosch.
Voetballer was hij, met hart en ziel. Je kon het
aan hem zienaan z'n houdingz'n gang,
maar vooral aan z'n beenen... z'n „voetbalbeenen".
Toch speelde hij niet eerste klas. z'n spel was
slechts middelmatig, hij was evenwel een hartstochte
lijke doorsjouwer, nooit moe, nooit wanhopende aan
de zege, al verloren ze ook met dubbele cijfers. Z n
Zondag was bedorven als hij niet gespeeld had, en
dan eerst kwam hij weer in z'n humeur, als hij de
aanschrijving voor den volgenden „den te spelen wed
strijd" thuis kreeg.
Kwamen de spelers van de eigen partij niet op,
dan liep hij door de kleedkamer gelijk een beer in
z'n kooi. gruwelijke verwijten en verwenschingen
slingerend naar de hoofden der onverlaten.
Zes Zondagen had hij nu al niet gespeeld. Was
het wonder, dat hij met een nijdigen kop rondliep?
Toen kwam er wéér een aanschrijving. de zevende.
Hij fleurde er van op. Eindelijk 1
Nu zou het dan toch doorgaan.
Dat zou een pracht-Zondag wordeneerst zélf
spelen, om elf uur, en dan 's middags op de tribune
kijken naar het eerste!
Alle wedstrijden uitgesteld wegens ijsvermaak.
Een donderslag aan een helderen hemel! Ijsvermaak?
Waren ze gek? Er ging toch niets boven het voetbal-
vermaak
Ging de voetbal dan niet „über alles"
Als „sportsman" bond hij toch de smalle ijzers
onder, hoewel hij niet kon schaatsenrijden.
Den geheelen dag krabbelde hij met mannen
moed op eep sloot van een paar meter breed,
achter z'n tuin. Hij zwoegde.... zweette... viel...
stond weer op en struikelde. bond en vèr-bond
z'n schaatsen, z'n schaatsen die telkens weêr loszaten
en die hij maar niet recht onder z'n voeten kon
krijgen l
Toen hij 's avonds „bondgeplekt" thuiskwam was
hij slecht te sprekenging dadelijk naar bed!
Had een nachtmerrieIjsvermaak I
W.-2-i-'i8. Vlinder.
De elftallen-commissie stelde de volgende elftallen
vast voor de maand Februari a s.