Varia.
Verschoppeling!
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
Opgelegde kansen werden weliswaar gemist, doch
het was te zien, dat de vreemdsoortige V.O.C.-doel
man, die bij elk vijandelijk schot in aanbidding
neerknielde, en dan waggelend op zijn pedes apos-
tolorum, den bal op bizarre wijze telkens wegkrab-
belde, eindelijk zou bezwijken
Het was v. Dort, die met 'n zeldzamen knaller,
rakelings langs de crossbar, vriend Rink ontnuchterde
Zoo ginge-me theedrinke
De tweede helft bleek 'n natuurgetrouwe copie
van de eerste. V.O.C. begon met cordaat op te treden
tusschen twee haakjes: die heeren kunnen knap
poot-aan spelen!! en 't leek alsof....
Maar neen, de activiteit van de Rotterdamsche
roodbroeken was eigenlijk nooit gevaarlijk. Eén se-
condetje alleen waren we ongerust. Na rust. Maar 't
liep goed af.
Heel wat beter dan de aanval der V. O. C., was
haar verdedigen. Meer fanatiek dan tactisch, wel te
verstaan, heeft Hörburger en zijn discipelen met
groote vasthoudendheid het defensief uitgevoerd.
Trouwens daartoe heeft V. O. C. zich grootendeels
bepaald. Dat een der backs in zijn eigen doel scoorde
was 'n vriendelijkheid, die we hem voor dezen keer
niet kwalijk zullen nemen
Dankie, hoor!
Laatste bedrijf! We hebben ons in 't Zuid te
drogen gehangen en ons daarna aan een gemeen-
schappelijken disch vereenigd.
Ik heb Henk Hordijk gepolst over AjaxHaarlem!
Hij had me nog nauwelijks iets belangwekkends ge
zegd of de Ober bracht ons den Haarlem-uitslag
Haan viel achterover. Couton stopte het restje kaas
in zijn vestzak inplaats van in z'n mond. Reyenga
liep van schrik weg. Twee man hebben hem terug
moeten halen 1 Egeman was met stomheid geslagen.
Geen kik hoorde je van 'm. Tjerks oogen schitterden.
Reynolds glimlachte zooals alleen een Engelschman
kan glimlachen. Onze redacteur zat naast zijn stoei
inplaats van er op
Plots klonk het schoone lied
Rood en Wit gaat nooit verloren, Rood en Wit
staat bovenaan
In deze vreugdevolle stemming zijn we Rotterdam
ingegaan. We zochten in het mondaine Rotterdam
naar 'n gezellig zitje. Kwamen terecht op een dienst
maagdenbal, waar een onzer wilde „foxtrotten"!
Wat is 't amusant in Rotterdam!!
En in 't Haagje en in Haarlem en op het Centraal
station en overal nog klonk telkens voor de aller
laatste maal 't schoone lied van Rood en Wit
(Voetballorische verzuchting nè de IJs- en Sneeuwperiode).
'n Stevige tik van 'n traplustig schoen. En daar
schuifelde en rolde ik weer
Mijn zalige rust van eenige ouderwetsche winter-
Zondagen verschopt! Verschopt met 'n wreedelijk-
wellustige kick! Wat 'n tegenstelling na de lekkere
rust in de ballenkist met tal van andere collega's-
verschoppelingen. De stilte alleen verstoord door het
geloop en gemopper van 'n stelletje bar ontevreden
schop-maniakken. Die hadden ons waratjes wel door
sneeuw en ijs willen sleuren, de wreedaards. Maar
dan kwam er 'n brave fluitist met koude voeten en
verkleumde handen en zijn wijsheid behoedde ver
schoppelingetje voor 'n afschuwelijk sneeuwvoetbal-
avontuur. Iets, waarvoor zelfs het bruine monster
terugdeinst als 'n rheumatische jufferspoedel voor 'n
koude douche 1
Daar rolde ik dus weer En gedwee liet ik me
maar weer schoppen, herwaarts, derwaarts, hoog in
de lucht old style! dribbelend langs de groene
sprietjes, wier kortstondig leven ik met één aanraking
van mijn dikke huid verniel in mijn scherende vaart
Daar snorde ik weer, schietend als 'n vogel in
bliksemsnelle vlucht, net-waarts, en innig-vergenoegd
spottend wanneer 'n paar grijpvingers van een ver
schalkt doelmannetje zich machteloos strekten
Haha, welk een intense vreugde trilt er in mijn
gummi-ziel als 't ruige lijf kètst tegen de touwen!
'n Hoonende spotlach doet mijn leeren buikje
schudden
Om me heen joelden weer de gekken! De gekkenI
Ze zwaaiden weer met den hoed en stampten met
den voet! Ze juichten en tierden als voorheen. En
ook als vroeger huilden en jammerden ze, lamen
teerden en weeklaagden ze.
Die dwazen, die durven spreken van „bruin mon
ster" en die me vereeren als 'n godje, die me aan
bidden en die in doodsangst of uitgelaten vroolijk
naar me opzien Wier blikken me in de grootste
spanning volgen negentig minuten, d. i. 5400 secon
den lang, en geen secondetje dat ze me uit het oog
verliezenMeiskens lief en zoet doe ik angstgilletjes
slaken of doe ik hooge vreugde-trillertjes zingen, de
mooiste vrouwenoogen hangen aan me
Ja, om mij was weer alles in beroeringDe
kranten schreven weer kolommen vol over mij, ver
schoppeling; de wijze profeten voorspelden weer,
welke keepers weer zouden worden geslachtofferd.
Verschoppeling nam weer aller aandacht in beslag.