Ajax II - D. E. C. II (5-2).
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
161
strijd bij voorbaat verkeken was. De wind, die bijna
van goal tot goal stond was zoo sterk, dat van
controle op het caprioleerende ding haast geen sprake
kon zijn.
Toch hebben beide clubs zich boven verwachting
aan de eigenaardige moeielijkheden aangepast en
Ajax zeker wel het beste.
Wij verloren den toss en Haarlem had zoodoende
het groote voordeel de eerste drie kwartier met den
storm in den rug te spelen. De roodbroeken hebben
hiervan echter niet kunnen profiteeren, dank zij Ajax
tactisch en safe verdedigen. Het was 'n lieve lust
dat te zien I En in alle linies was er uitstekend ver
band van achter naar voren werd bovendien hard
gewerkt, om niet te zeggen gezwoegd, terwijl boven
alles het sublieme spel der middenlinie uitblonk. De
Haarlem-aanval kon hiertegen niets uitrichten en
dikwijls liepen de heeren van het kastje naar de muur
zonder iets te kunnen presteeren. Smit, die weer
onder de lat stond, behoefde feitelijk slechts éénmaal
in te grijpen en hij deed dat onberispelijk. Vallend
ving hij een van korten afstand ingezetten bal.
Inderdaad beteekende de score voor rust blank
houdenwinnen. En daarop werd dan ook hoofd
zakelijk gespeeld, ofschoon eenige malen Vissers'
doel maar ternauwernood aan doorboring ontkwam,
zooals b.v. in de zeker merkwaardige eerste seconden
van den strijd, toen Ajax direct na den aftrap
op het Roodbroekendoel aanstevende, alles passeerde
en Visser nog maar net corner kon trappen
'n Sensationeel begin 1
In de eerste helft och wat kroop de uurwijzer
traag!! moest eenmaal worden gestopt voor 'n
vinnige hagelbuiin de rust werden de openlucht-
tribunisten opnieuw op slaghagel getracteerd, doch
gelukkig bleef het verder droog.
De vreugde bij het aankondigen van de rust laat
zich denken en de tweede drie kwartier werden door
ons Amsterdammers natuurlijk met nauwelijks be
dwongen ongeduld verbeid. Met hevige angst staarden
we steeds naar de booze zwarte wolken, die over de
Schotensche dréven kwamen aangerold.
Als 't straks eens misliep en het weer zege
vierde! Foei!
Eindelijk floot Eijmers weer beginnen.
Daar zouden ze dan komen, de gaten in het
Haarlemsche net! En de kelen juichten, de bellen
rinkelden, de hoorns toeterden en de wind
gierde
Maar de goaltjes kwamen niet zoo één, twee, drie
Totdat Visser 'n fout maakte door bij het stoppen
van 'n niet hard schot waarschijnlijk niet op de
medewerking van den wind rekende.
't Ding huppelde langs of over zijn vingertoppen
in het net.
Onbeschrijfelijke herrie in het roodwitte kamp.
Geen orkaan, die er boven uit kon loeien
De tweede goal liet zich heel lang wachten en
Haarlem, ten zeerste geprikkeld door dezen tegenslag,
ging er tusschenbeide zoo serieus van door -de
wind werd al wat bedaarder inmiddels dat we
ons niet bepaald veilig voelden met het eene puntje.
Bij een der talloos vele bestormingen van de
Haarlem-veste werd op 'n gegeven oogenblik het
leer van de lijn weer in het veld, resp. voor goal
gespeeld en toen gebeurde het
Wim rende toe en het ding zweefde in de touwen.
We hadden gewonnen.
Reuzen-vreugde, zeg ik U, in onze gelederen.
Nog enkele minuten restten. Even voor tijd meenden
we no. 3 te kunnen begroeten. Maar Visser liep
uit en wist met zijn vingertoppen den bal iets van
richting te doen veranderen, 'n Gelukje?
'n Ware ovatie viel aan onze jongens ten deel bij
het eindsignaal, dat ons Ajacieden werkelijk als een
jubeltoon in de ooren klonk. De spelers werden het
veld uitgedragen, de bestuursleden vielen elkaar in
de armen en de redacteur van ons blad pinkte 'n
traan weg
Ajax staat boven aan
Ajax II speelde zoowaar al weer eens een compe
titiewedstrijd, den vierden in dit seizoen. Niettegen
staande het feit dat deze vier wedstrijden evenzoovele
overwinningen opleverden, is o. i. het tweede elftal
beduidend zwakker dan het vorige seizoen. Wat de
reden hiervan is? In de eerste plaats is de oorzaak
te zoeken in de omstandigheid, dat de reserves dit
seizoen gemiddeld ééns per maand speelden, $at
natuurlijk veel te weinig is, om in vorm te komen.
Verder werd ook vaak met invallers gespeeld. De
hoofdfout schuilt echter bij de spelers zelf; het is
het absolute gemis aan enthousiasme. Bijna zonder
uitzondering spelen de heeren met de idee we winnen
toch wel, gebaseerd op het vaak heel goede spel
gedurende het vorige seizoen vertoond. Deze over
schatting van eigen kracht kan echter verderfelijk
worden. De tot nu toe behaalde overwinningen zijn
heusch niet te zoeken in eigen kracht, maar zijn het
gevolg van de zwakte der tot nu toe ontmoette
tegenstanders en daar het dit seizoen meer dan ooit
van het grootste gewicht is, dat de reserves kampioen
worden, hopen wij, dat zij deze wenk ter harte zullen
nemen, voor het te laat is.