Correspondentie.
Het Jaarverslag der A. F. C. AJAX over
het seizoen 19161917.
156
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
J. G. Menks, A. de Ruyter, K. Rammelt, J. van
Leeven, S. Schuitenvoerder, V. van Coeverden, J. P.
Jaspers, H. J. H. Godijn, N. L. Borst, D. Brocre,
H. Wiedenbrugge, A. L. IJland.
Voorgesteld ais werkend-lid, de Heeren J.
Scharn Jr., Jac. Catskade 41, door J. v. d. Vlis en
Chr. Alings; G. Moes Jr., Fred. Hendrikplantsoen 68,
door J. v. d. Vlis en Chr. Alings.
Als adspirant-lid, de jongeheer P. v. Tol, J P.
Heijestraat 158, door Vunderink en Martens.
Als ondersteunend-lid, de Heeren L. Prins, 2de
Ooste'rparkstr. 234, door het Bestuur; G. J. Toren,
Legerplaats bij Laren, door het BestuurTh. Boeljon,
Linnaeusparkweg, Watergraafsmeer, door W. J. Ege-
man en H. R. Reyenga.
J. P. G. Niet onaardig, doch ongeschikt voor
plaatsing in ons blad.
VI
Wij zouden vrijwel met ons verslag gereed zijn,
ware het niet dat nog enkele regelen gewijd dienen
te worden aan de belangrijke zaak van het seizoen, n.l.
De Promotie. Met het schitterende vereenigings-
jaar in het algemeen, en de enorme prestatie's van
ons eerste elftal in het bizonder, als geduchte wapenen
in handen, tegen diegenen, welke ons het recht van
de iste klasse A nog ontzeggen wilden, naderde de
Jaarl. Algemeene Vergadering van den N. V. B. op
14 Juli 1917 te Utrecht. Eerlijk gezegd, veel ver
trouwen in een gunstige beslissing hadden wij niet.
Wel is waar hadden wij het afgeloopen seizoen in
alle streken des lands relatie's aangeknoopt, overal
had het verschijnen van ons eerste elftal de kenners
van voetbal eenvoudig verwonderd doen staan door
zijn prestatie's, de eigenbelangen der vereenigingen
zouden ons parten kunnen spelen.
De eerste persoon, die ter vergadering de teere
kwestie Ajax beroerde, was de Heer Pigge van
E. D. Haarlem, welke de vereeniging Het Gouden
Hoofd er een heftig verwijt van maakte geen enkel
woord aan Ajax gewijd te hebben, bij de bespreking
van het recht, dat alle vereenigingen in den Bond
moeten hebben de degradatie-wedstrijden naar lagere
klassen te spelen. Het langdurige applaus dat spreker
ten deel viel deed ons meer vertrouwen in een gunstig
resultaat hebben. Na langdurige debatten viel ten
slotte in den laten middag de beslissing. Veel, heel
veel, heeft de Heer Mr. Arts, voorzitter van Willem II,
tot de voor Ajax gunstige beslissing bijgedragen. In
een uitnemend en vlot betoog heeft hij onze belangen
met klem verdedigd en den verschillenden afgevaar
digden er op gewezen dat het belang van het Neder-
landsche voetbal er door geschaad zou worden Ajax
nog langer uit de West. Eerste Klasse A te weren.
En toen tenslotte alle Nederlandsche vereenigingen
hun oordeel over de kwestie uitspraken bleken slechts
4 vereenigingen, n.l. H.V.V.H.F.C., Hermes en de
Spartaan tegen een promotie van Ajax, waarbij het
eigenbelang van de laatste vereeniging wel den
doorslag gegeven zal hebben.
Na op 21 Mei 1911 voor de eerste maal naar
de eerste klasse gepromoveerd te zijn en de degradatie
tegen Heicules, zijn wij thans wederom in het,,Eldorado"
van alle clubs aangeland, en diegenen, die denken,
dat wij ons zonder meer nogmaals deze eereplaats
zullen laten ontnemen, vergissen zich deerlijk. Door
onze degradatie, voor eenige jaren terug, hebben wij
leergeld betaald en met een kranig elftal als het huidige
in het veld, met de geheele Ajax-gemeenschap achter
ons, zullen en moeten wij de Nederlandsche sport
wereld toonen de promotie bij keuze waardig te zijn.
Meer dan ooit dient aangepakt te worden. Zoo ooit,
dan is thans rusten op verdiende lauweren gevaarlijk.
De „struggle for life" zal zich eerst nu doen gelden,
nu in Amsterdam meerdere eerste klassers gekomen
zijn, maar met het heilig willen voor oogen, met den
steun van alle Ajaciden, vertrouwen wij dat wij nog
niet op het hoogtepunt dat bereikt kan worden, zijn
gekomen. Tevens dient gewezen te worden op het
feit dat wij, ondanks onze prestatie's, dank verschul
digd zijn aan het meerendeel der Nederl. Vereeni
gingen. De verhonding van jax tegenover deze ver
eenigingen is momenteel hoogst gunstig. Het meeren
deel der eerste klasse vereenigingen in den lande
hebben ons blijken van vriendschap gegeven. Deze
verhouding dient voor alles bewaard en tot het instand
houden daarvan dienen allen, niet het minst de eerste
elftalspelers, bij de komende ontmoetingen, mede te
werken. De kracht van Ajax zal er grooter door
worden, de roep die thans reeds van Ajax uitgaat
zal er bij winnen. Wij willen deze regelen over de
promotie besluiten met een hartelijk woord van dank
aan Mr. P. Arts, wiens voorstellen ter vergadering
er toe hebben geleid Ajax naar de eerste klasse te
promoveeren.
En thans, Mijne Heeren, geloof ik alle voornaamste
feiten over ons afgeloopen vereenigingsjaar in dit
verslag naar voren gebracht te hebben. Mocht ik
wellicht eenige belangrijke zaken niet gememoreerd
hebben, het clubblad zal ongetwijfeld deze aan de
vergetelheid hebben ontrukt. Allen, die zich öf op
het veld öf in verband met onze organisatie in het
afgeloopen seizoen verdienstelijk hebben gemaakt,
zeggen wij dank, niet het minst den Heer Koolhaas,
2den Secr. der vereeniging, welke onze taak door
zijne welwillende medewerking voor een groot deel
verlichtte. Het seizoen 1916—1917, in alle opzichten
geslaagd, moge voor latere vereenigingsjaren steeds
ten voorbeeld gesteld worden. Met de beste wenschen
voor de toekomst van onze vereeniging eindig ik dit
verslag.
A'dam, 21 Juli 1917. J. J. GROOTMEIJER,
Secretaris.