Diploma's.
Nieuwe ondersteunende leden.
Waar de tribune zoo goed als vol is, en
slechts een beperkt aantal plaatsen voor den
verkoop beschikbaar blijven, heeft het Bestuur
in zijn laatste vergadering besloten, dat alle
donateurs die vanaf heden nog voorgesteld
worden, zitplaatsen om het veld ontvangen.
Om öen Zilveren Bal.
De derde dag.
Zondag 16 September 1917.
Ajax—Willem II 0—2.
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX.
127
De Penningmeester verzoekt mij mede te deelen
dat die Heeren, welke hunne diploma's nog niet in
het bezit hebben, deze kaarten a.s. Zondag voor
den wedstrijd in ontvangst kunnen nemen in het
bureau van den Heer de Munnik. Ingang rechts
voor het hek. Men wordt er met nadruk op attent
gemaakt dat men de tourniquets zonder diploma niet
kan passeeren. De diploma's zijn niet in het Bestuurs-
huisje verkrijgbaar, alleen in het bureautje bij de
boerderij.
J. J. GROOT MEIJER, Secr.
Ajax geklopt!!
Het was de gebeurtenis van den dag. Een ieder
die zich maar eventjes voor voetbal interesseert, zal
't hebben gevoeld als iets heel bizonders, als 'n groote
verrassing
Ajax geklopt! Na een zegetocht van een geheel
seizoen, verpletterend en slachtend waar zij ten strijde
optrok, eindelijk nu tóch zélf overwonnene.
In Mokum had het bericht der Ajax' nederlaag
zoo ongeveer het effect van den inslaanden bliksem.
Na de eerste emotie keek men elkaar eens lachend
aan, stak toen verwaand de uitgegane" sigaren weer
aan en zei: 'n Mop, zag!
Maar 't was geen mop, zagl
Het was tastbare werkelijkheid
Willem II, de stoere Zuidelijke Kampioensclub had
Ajax er aan herinnerd dat nóóit een elftal onfeilbaar is.
In 'n onwrikbaar vertrouwen op de mogelijkheid
eener overwinning zelfs op Ajax! heeft Mommers
zijn ploeg aan het werk gezet en gedragen door
een prachtig enthusiasme is hij er in geslaagd onzen
overwinningsroes te breken. De eenige verdienste
die Ajax daar tegenover kan stellen is, dat zij met
Jo Pelser aan het hoofd meer speciaal in de tweede
helft ontzettend hard gewerkt heeft om het onheil
af te wenden. In zooverre treft het elftal dan ook
geen blaam, hoe weinig lofwaardigs er overigens ook
te vertellen is van dezen wedstrijd.
Het eerste doelpunt kwam door 'n jammerlijk
missen van Terwee en Couton. De vlugge roodwit-
blauwe rechterwing schoot pijlsnel door de opening,
'n center naar het midden en 't was gebeurd.
Naar verluidt zou aan dit doelpunt een buitenspel-
luchtje zijn, doch de referee scheen van andere
meening.
De tweede goal (in de tweede speelhelft gemaakt)
was eveneens het gevolg van 'n besliste fout in de
achterhoede, wat je noemt „een afschuwelijk mis
verstand"
Ieder begreep dat hiermede het pleit beslecht was.
En nu vraagt ge belangstellend, om steeds meer
te hooren van dit wonder van een Ajax-nederlaagr
heeft Ajax dan zóó slecht gespeeld??
Dan moet het antwoord luidenals geheel heeft
het elftal dezen dag zeer zeker teleurgesteld.
Het was echter de ontgoocheling, die vroeg of
laat eens komen moest. Men kan toch niet eeuwig
winnen en het moet toch noodzakelijkerwijze eens-
gebeuren.
Het gaat nu ook niet aan de spelers allerlei ver
wijtingen te maken, ofschoon er natuurlijk evenmin
reden is te verbloemen, dat enkele van hen een zeer
slechten wedstrijd speelden. Het zou trouwens struis
vogelpolitiek zijn dat te verbergen.
Een feit is, dat voor zoover de verdediging betreft,.
Couton zoowel als Terwee 'n zeer ongelukkigen dag
hadden, terwijl in de voorhoede b. v. Lucas den
heelen wedstrijd door wanhopig naar zijn vorm liep
te zoeken. Het schieten liet in het algemeen alles-
te wenschen over, behalve dan eenige gevaarlijke
schuivers van Brokmann, die Versluys in de gelegen
heid stelden te laten zien, wat hij als doelman pres
teert. En dat is niet gering
Het uitstekende werk van Gupffert bracht helaas
de gewenschte doelpunten niet, en de Natris die ten
slotte zélf de goals trachtte te maken, had geen
geluk met zijn schoten.
Geluk!
Dat hadden wij waarlijk niét in dezen wedstrijd.
Geen secondetje ook maar wilde Fortuna ons de hand
reiken. Integendeel letterlijk alles mislukte, ondanks
de pressie, die wij minstens driekwart van den wed
strijd op W. II uitoefenden. Want dit is juist het
vreemde van de zaak: in het veld waren wij ontegen-
zeggelijk de meerdere, doch voor doel was het huilen I
Het opdringen van ons elftal maakte de uitvallen
der Tilburgenaars dubbel gevaarlijk en beide doel-