CLUBNIEUWS DER A. F., C. AJAX Hiermede kan de man het voorloopig doen. En zooals het zeer juist in de slot-alinea luidt zullen de Deventenaren zich a.s. Zondag zelf kunnen overtuigen, hoe het heethoofdig kranten schrijvertje hun maar wat voorgejokt heeft. D. KNEGT. ATHLETIEK EN VOETBAL. 94 zekeren U, geheel Deventer zal Zondag a.s. de oneerlijke kritiek v&n Uwen verslaggever, na den wedstrijd G. A. - Ajax, naar juiste waarde schatten. Wij verzoeken U deze regelen in Uw blad te willen opnemen. Met verschuldigde Hoogachting, J. J. Grootmeijer, Secr. Ajax. Is het nog noodig het nut te bepleiten van de beoefening der athletiek door voetballers? Moet men nu nog een opwekking schrijven om de voetballers in het zomerseizoen naar het sportveld te krijgen ter beoefening van de athletiek? Het moest eigenlijk niet en toch blijkt het steeds weer noodig te zijn. Wanneer gedurende de zomer maanden de voetbal niet meer rolt, dan nemen de voetballers rust om eerst bij het begin van het nieuwe seizoen weer tot de beoefening hunner sport terug te keeren. Men heeft gedurende de rustperiode gewoonlijk niets gedaan. ,,Wat heb ik er aan", hoor je ze dan zeggen. Maar ze vergeten dat wanneer zij gedurende de zomermaanden serieus athletiek hadden beoefend, zij voor de partij voetbal in betere conditie zouden zijn geweest dan wanneer zij ge durende de zomermaanden hebben gerust. De start en sprintoefeningen zijn bij uitstek ge- geschikt voor voetballers. Onder sprintoefeningen verstaan wij het zoo spoedig mogelijk verkrijgen van aanvangssnelheid en het doorloopen van 20 a 30 M. Onder de start verstaan we eenvoudig het vertrek. Het voetballen toch is een aaneenschakeling van het snel doorloopen van korte afstanden en hoofdzaak is hierbij zoo spoedig mogelijk zijn grootste snelheid te bereiken. Een spel dat zich snel verplaatst, dus waarbii zeer veel zulke korte afstanden in maximum snelheid moeten worden afgelegd, vereischt van den speler een groot uithoudingvermogen. Zonder training is dit niet te verkrijgen. Door de beoefening van het loopen van langere banen, waarbij men te gelijkertijd in góede stijl moet leeren loopen en trachten moet deze stijl steeds te behouden, zal men dit uithoudings vermogen verkrijgen. Evengoed heeft men ook voor de korte banen een goede stijl noodig. Er zijn slechts weinige loopers, die direct loopen zooals het moet en toch, wanneer zij eenmaal de goede stijl hebben aangenomen valt het loopen hen gemakkelijker en kunnen zij grootere snelheid bereiken. Ik wil hier niet op papier gaan behandelen hoe men moet loopen. Gij hebt een trainer en athletiek- leiders, die u de praktijk van het loopen kunnen leeren. Want de praktische oefeningen moeten het doen. Men leert niet loopen uit een boekje en de beste leermeesters zijn zij, die het ook zelf hebben beoefend. Het zou heel vervelend maar tevens zeer eenzijdig zijn, wanneer een athletiek beoefenaar uitsluitend zou loopen. Ik houd niet van die athleten, die, al zijn ze nog zoo goed, in een zeker onderdeel speciali teit zijn, zonder eenig ander onderdeel de athletiek te beoefenen. De all round beoefenaar is mijn man. Het werpen met speer of discus, het stooten of slingeren van den kogel biedt voldoende variatie en is men er mee begonnen, dan wakkert de lust van zelf aan. Werkelijk, deze werpoefeningen zijn zeer aan trekkelijk en ziet men zoo'n speer in sierlijke boog door de lucht vliegen, dan grijpen we er ook eens naar en probeeren ook eens een worp. Tracht echter nooit direct te werpen zooals ge dat een goed speerwerper ziet doen, want ge brengt er niets van terecht. Het ziet er wel gemakkelijk uit, maar daarom is dit nog niet het geval. Beoefent eerst het werpen zonder aanloop. Zorgt eerst dat de speer goed met de punt in den grond neerkomt. Kijk ik laat me alweer verleiden om theorie te geven. Praktijk! Laat uwe voorgangers het u vertellen en demonstreeren. Maar vooral, zorgt dat ze het aan een groot aantal leerlingen kunnen vertellen, dus, gaat athletieken. Verder gaan we weer van het werpen naar het springen. Wat verscheidenheid hebben we al niet op dit gebied 1 Hoog en verspringen met en zonder aanloop, driesprong; hink- stap en sprongkamp polstok hoog, polstok ver. Allemaal nuttige oefeningen, die altijd maar weer onze vlugheid en ons uithoudingsvermogen bevorderen en voor de praktijk ook van zeer veel nut zijn. En hier komt het voor voetballers toch op aan; naast speltechniek komt in de eerste plaats vlugheid eh uithoudingsvermogen en dit verkrijgt men door trai ning, waarvoor elke zomersport in het algemeen, doch de athletiek in het bijzonder, voor den voet baller aan te bevelen is. H. N. VAN LEEUWEN. Voorz. Techn. Comm. N. A. U. Wij kunnen in het bizonder den „werkenden" Ajaciden de lezing van deze interessante bijdrage van den Heer v. Leeuwen aanbevelen; doch meer nog bevelen wij aan gevolg te geven aan deze opwekking tot athletiekbeoefeuing. Naar ons van de zijde onzer athletiek-commissie wordt medegedeeld, is de belang stelling Voor de beoefening van deze genoeglijke zomersport nog niet zoo groot als wel wenschelijk ware. Onzerzijds zullen wij trachten de belangstelling „gaande" te houden, door van tijd tot tijd aan het onderwerp enkele kolommen te wijden. Vooral wanneer deze epistels van „bevoegde" zijde komen (zooals in het onderhavige geval) zal dit natuurlijk door onze lezers speciaal door onze werkende leden op piijs worden gesteld. RED.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1917 | | pagina 6