John Bosman kopt Ajax naar 1 -0 in de thuiswedstrijd tegen Bursaspor. aan zijn knie. De finale dreigde aan Blind voorbij te gaan, maar Johan Cruijff liet de keuze over wel of niet spelen over aan zijn speler. Vlak voor aanvang van het duel besloot Blind dat het niet verantwoord was om te beginnen. Blind: 'Het missen van die finale was een hele harde klap. Tot die finale had ik vijf jaar geen wed strijd gemist. Cruijff noemde me een ideale prof door toe te geven dat ik door mijn blessure niet zou kunnen spelen. Maar, eerlijk gezegd vind ik het zo vanzelfsprekend wat ik daar gedaan heb. Niet iets om jezelf voor op de borst te kloppen. Ik had het hoogstens een kwartier kunnen vol houden. Voetballers zijn egoïsten bij uitstek. Maar ik vrees dat ik in dat opzicht onderbedeeld ben.' F-side De weg naar die finale was een mooie geweest. Het was lang gele den geweest dat het Amsterdamse publiek zulke meeslepende Europa Cupwedstrijden had meegemaakt, al moest men in de eerste ronde Aiax Magazine ook zelf voor enig vertier zorgen. De thuiswedstrijd tegen de Turkse tweedeklasser Bursaspor in het eigen stadion aan de Middenweg was na ruim een half uur al gespeeld (4-0), waarna in de tweede helft de geinponems van de F-side steevast de ballen die in hun vak belandden wei gerden terug in het veld te gooien, tot ergernis van scheidsrechter Azpitarte en stadionspeaker Fred Harting. De laatste ging verbaal de strijd aan met de belhamels. De inmiddels overle den Harting enige jaren geleden over zijn rol: 'Een goede stadionomroeper moet een duidelijke, heldere stem hebben, goed kunnen articuleren en niet bang zijn om op te treden. Je moet binnenbrandjes in de kiem kunnen smoren. Dat lukte niet zo goed in het Ajax-stadion, want de geluidsinstallatie was onvoldoende. Ik kon daardoor amper greep kregen op de F-side, zoals in de wedstrijd tegen Bursaspor.' De uitblinker bij Ajax was John Bosman, die in totaal vijf keer tegen de Turken scoorde (uit was het 0-2 geworden). Bosman: 'Aanvankelijk was Marco van Basten mijn concur rent voor de spitspositie, maar als ik meedeed speelde ik ook meestal goed, en maakte veel doelpunten. Cruijff kon niet om mij heen en zodoende belandde ik op de posi tie achter de spits.' Het duo 'Bassie en Bossie' zou dat seizoen veertien Europa Cupdoelpunten maken op een totaal van 22. Andere opvallende spelers - tenminste in dit stadium van het seizoen - in Ajax 1 waren Aron Winter en Rob Witschge. De jonge lingen waren na een geslaagd 'exa men' tegen PSV meestal basisspeler. Aan de doorbraak van Witschge zat een zwart randje: vaste linksbuiten Rob de Wit had in de zomer een hersenbloeding gekregen en hij zou nooit meer voetballen. Votwassener In de tweede ronde stuitte Ajax op een oude bekende van drie jaar ge leden: Olympiakos Piraeus. Zoals hiervoor gememoreerd schopten de Grieken Ajax destijds letterlijk het toernooi uit. Maar Ajax was zowel voetballen als qua fysiek gegroeid en Piraeus was alleen maar achteruit gegaan. In een bijzonder sfeervolle Meer denderde Ajax met 4-0 over de tegenstander heen. Jan Wouters: 'Nu lieten we ons niet meer intimideren. Iedereen was volwassener gewor den.' Olympiakos raakte zo gefrus- teerd dat in de rust de spelers Nikos Anastopolous en Thodoros Zelelidis in de kleedkamer met elkaar op de vuist gingen. Eerstgenoemde kwam niet meer terug in het veld. De goed spelende Ajax-linksbuiten Alastair Dick haalde het einde van de wed strijd ook niet. Hij raakte zwaar geblesseerd aan zijn knie en was maanden uitgeschakeld. De Schot zou nooit meer het niveau van deze wedstrijd halen. Een andere uitblinker bij Ajax was de bijna 35-jarige Arnold Mühren. De Volendammer maakte bovendien Ajax' laatste doelpunt. Mühren, na de wedstrijd: 'Dat ik mij gemakkelijk staande hield, kwam door het sterke collectief. Ik begin de jaren toch te

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2007 | | pagina 54