Gruppo Sportivo-zanger Hans
Vandenburg wil Hooligames
invoeren voor moeilijke supporters
De buitenstaander
Hans Vandenburg werd bekend met de band Gruppo Sportivo, waarmee hij in de jaren
zeventig en tachtig opvallende hits scoorde als Hey GirlBeep beep loveDisco really
made it en Tokyo. Gruppo Sportivo betstaat nog steeds, met Vandenburg als voorman.
De Haagse Amsterdammer toert daarnaast met enkele muzikanten door het land om
'waar gebeurde, sterke verhalen' voor te dragen. Binnenkort verschijnt een biografie
in romanvorm over Hans Vandenburg en Gruppo Sportivo. En optreden blijft de band
ook gewoon doen, nu al langer dan dertig jaar. 'Ik vind optreden nog steeds leuk.'
Een gesprek over een concert voor hooligans in de trein, de Ajax-single die nooit
verscheen, de romantiek van het voetbal en natuurlijk muziek.
Bromfietsen en gitaren
Ajax-single
tekst //Jeroen van den Berg
fotografie Sander Nieuwenhuys
We spreken af bij Vandenburg thuis
in Amsterdam. Hij woont drie
dagen in de week in de Baarsjes,
samen met zijn vriendin en hun
in januari geboren zoon Pelle. De
andere vier dagen werkt hij in zijn Haagse atelier
en ziet daar zijn andere zoon, de 17-jarige Hank.
Zweven tussen Den Haag en Amsterdam, het
bevalt hem wel. Vandenburg: 'Eigenlijk zou ik
overal wel kunnen wonen. Ik heb ook elf jaar in
Antwerpen gewoond, dat weet bijna niemand.
Prachtige jaren waren het.' Gezeten in de keuken,
achter wat groen voer en thee, begint Vandenburg
aan zijn grote passie, praten. Bijna tweeëneenhalf
uur is hij aan het woord, over voetbal en muziek.
Vandenburg: 'Ik ben niet voor één club; ik houd
van goed voetbal en het maakt mij niet uit wie er
wint. Het is een misverstand dat ik als zanger van
een Haagse band ook automatisch voor ADO zou
zijn. Ik ben wel altijd heel erg voor Nederland,
als er een groot toernooi is. Ik heb toch wel wat
verborgen chauvinistische gevoelens. Ik heb op
zichzelf eigenlijk weinig of niets met het konings
huis, maar als ik in het buitenland ben, mogen
de mensen daar eigenlijk niets naars over onze
koningin zeggen. Dat heb ik met voetbal ook.
Zeg mij in het buitenland niets slechts over het
Nederlands elftal!
'Ik heb zelf natuurlijk ook gevoetbald, bij VUC.
Maar ik ben er op relatief jonge leeftijd mee
gestopt, want ik kon niet tegen al die doodschop
pen. Als voetballer wilde ik altijd zoveel mogelijk
voorin spelen. Ik was voorzichtig. Oké, ik ben wel
kaal, maar geen Stam. Doodeng lijkt het me, al die
luchtduels. Nee, dan liever voorin wachten totdat
het balletje komt.
'De vele herinneringen aan het voetballen zul
len mij altijd dierbaar blijven. Mijn vader heeft
me aan het voetballen gekregen. Hij speelde bij
een club met heel veel letters, in de buurt van
Duindigt, dat weet ik nog goed. De letters ston
den voor iets als "Bij Geen Doelpunt Gaan We
Allemaal Douchen", of zoiets. Ik ging regelmatig
mee. Mijn vader had een verwoestend schot. Ik
herinner mij dat hij ooit de handen van een keeper
zo'n beetje aan flarden schoot. Nat weer, harde bal
en een keeper zonder handschoenen. In die tijd lag
het spel vaak stil omdat een speler in elkaar zakte
na een keihard schot in één van de lichaamsdelen.
Die ballen van toen hadden ook nog eens van
die aangenaaide veters, waardoor spelers zelfs
hoofdwonden opliepen bij kopduels. Zelf speelde
ik dagelijks op straat, in de Van Alphenstraat in
Voorburg, waar ik mijn jeugd heb doorgebracht.
Na school voetballen, dan eten, en na het eten
weer voetballen. Vanaf het dak van ons huis kon
je het veld van VUC zien liggen, daarom ben ik
uiteindelijk daar terechtgekomen.'
'De ruwheid van het spel, en wellicht ook een
zekere aversie tegen teamsporten, hebben me uit
eindelijk naar het tennis gedreven. In tennis kun je
meer je gang gaan als je je techniek eenmaal hebt
ontwikkeld. Ik schrik ook vandaag de dag nog
van de ruwheid. Je ziet dat sommige spelers heel
bewust hun tackles op benen en voeten inzetten,
maar niet op de bal. Vreselijk vind ik dat. Evenals
het toneelspel dat daar kennelijk bij hoort. Altijd
maar die wapperende handjes in de lucht. Zo van:
ik deed helemaal niets. Ik ben trouwens niet alleen
vanwege het ruwe spel gestopt met voetballen.
Er brak een nieuwe fase in mijn leven aan. Ineens
vond ik bromfietsen en gitaren leuker en boeien
der. Natuurlijk ben ik altijd wel blijven voetballen,
maar nooit meer in clubverband. Ik speelde vooral
nog veel op school. Ik was altijd een buitenbeentje,
doordat ik de ballen altijd met veel effect speelde
in plaats van ze strak in te passen. Ik ben dan ook
gek op vrije trappen nemen. De mooiste vrije trap
pen zijn de ballen die over de muur schijnbaar net
naast gaan. In mijn schooltijd speelde ik de ballen
bij voorkeur met de hak. Door al mijn grollen
die ik met sporten uithaalde, werd ik wel altijd
als een van de laatsten gekozen bij gymnastiek.
Uiteindelijk bleek ik meer een individuele sporter
te zijn dan een teamsporter. Niet in mijn werk
overigens, want in de band ben ik altijd heel erg
met het geheel bezig.
'De romantiek van het voetbal vind ik nog steeds
prachtig. Het geluid, in een vol maar doodstil
stadion, van een voetballer die de bal lekker
raakt, daar geniet ik van. Evenals de opkomst
van de twee elftallen. De looks in het voetbal
vind ik ook erg belangrijk, daar let ik op. Als de
Italianen het veld opkomen, ga ik er toch altijd
even extra goed voor zitten. Dat zijn allemaal
binken in de mooist gesneden pakkies. Stuk voor
stuk filmsterren die ook nog eens geweldig goed
kunnen voetballen. Prachtig.'
'Ik heb ooit een single opgenomen voor Ajax, in
1995. Dat was rond de wereldbekerfinale. Een
remake van ons nummer Tokyo. David Endt heeft
over de totstandkoming nog een stuk geschreven
in Het Parool. Het is echter op een bizarre manier
misgelopen. Mijn toenmalige platenbaas had het
allemaal op eigen houtje gedaan, zonder toestem
ming te vragen aan de maatschappij van Ajax die
verantwoordelijk was voor dat soort uitingen. Ik
mocht voor die single bijvoorbeeld niet het Ajax-
logo gebruiken, om maar eens iets te noemen.
Uiteindelijk liep het allemaal verkeerd af, iedereen
kreeg een beetje mot met elkaar over rechten en
dergelijke. Allemaal eigenwijze mensen bij elkaar.
De single is nooit uitgebracht, terwijl ik bij een
wedstrijd van Ajax klaar stond om het nummer
live in de middencirkel te vertolken. Ik stond,
echt waar, met een als voetbal geschminkt hoofd
klaar om het veld te betreden maar werd daar
luni 2007