De bond versus Ajax Onrecht in de Meer Zo'n negentig jaar geleden, tussen 1915 en 1917, werd Ajax een groot onrecht aangedaan. Althans, dat was destijds de mening van vrijwel alle voetbalminnende Amsterdammers. Maar ook de wat meer neutrale toeschouwer der geschiedenis zal moeten beamen dat er op zijn minst 'iets vreemds aan de hand was'. Immers, Ajax eindigde twee maal op rij bovenaan in de Tweede Klasse, maar mocht van de bond toch niet promoveren naar het hoogste niveau. Een reconstructie. tekst// Carel Berenschot fotografie Archief Ajax Aiax-voorzitter (1913-1925) Wim Egeman in 1917. Het verhaal begint eigen lijk al in 1914, toen Ajax voor de eerste en enige keer in zijn bestaan de gradeerde. Heel de club was in rep en roer. Spelers vertrok ken, leden maakten ruzie, iedereen en alles kreeg de schuld. Er waren maar liefst drie extra ledenverga deringen nodig om het gekrakeel te laten betijen. Aan het einde van het gekibbel en gekijf kon de balans worden opgemaakt: het bestuur trad af, alleen de nog vrij nieuwe voorzit ter, Wim Egeman, bleef zitten. Die haalde enkele oprichters als Han Dade en Chris Holst van stal en gezamenlijk bouwden ze aan een nieuwe toekomst en een nieuw elan. Met succes. Direct in het seizoen erna kwam Ajax weer bovenaan in de eigen klasse. Maar helaas was er door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een wat bijzondere si tuatie ontstaan. Nederland was wel iswaar neutraal, maar had uit voor zorg toch het leger gemobiliseerd. Dat leger bestond voor een groot deel uit dienstplichtigen, zodat vele voetballers naar de kazernes wer den ontboden. Enkele clubs raakten zo hun hele eerste elftal kwijt en daarom had de bond uit voorzorg bepaald dat er alleen een noodcom- petitie werd gespeeld. Degraderen en promoveren was niet mogelijk. Knarsetandend legde de kampioen Ajax zich neer bij dit gegeven. Het was niet anders. De sterkste maar niet de winnaar De club bleef echter gemotiveerd naar boven kijken. Er werd een kan jer van een trainer aangetrokken in de persoon van Jack Reynolds. Het succes bleef niet uit. Wedstrijd na wedstrijd denderde Ajax over de tegenstander heen en van de veer tien reguliere wedstrijden in de ei gen competitie werden er twaalf gewonnen. Daarbij scoorde Ajax in acht van de veertien wedstrijden vijf doel punten of meer. Ook in de daaropvolgende competitie, tegen de kampioenen van de an dere regionale Tweede Klassen, kwam Ajax bovenaan te staan. Normaal gesproken gaf dat recht op pro motie naar de Eerste Klasse. De Nederlandse Voetbalbond echter be paalde opeens dat de hoogste klasse moest worden uitgedund. Er moest één extra club uit die klasse verdwijnen en daarom mocht de win naar van de kampioen schapscompetitie niet 'zomaar' promoveren. Eerst moest er nog een soort play-off worden gespeeld. In die serie promotie- en degrada tiewedstrijden ontstond meteen al groot tumult doordat Ajax een loep zuiver doelpunt tegen Blauw-Wit werd onthouden. Zelfs de grensrech ter had gezien dat een bal van Jan Grootmeijer de doellijn was gepas seerd, maar de scheidsrechter be sliste anders. Het duel eindigde zo in een gelijkspel, in plaats van in een winst voor Ajax. Vervolgens werd er door de bond andermaal flink gerommeld met de reglementen. De reguliere kampioenschapscompetitie werd terzijde geschoven; alleen de wedstrijden uit de play-off telden nu. Zo ontstond een wat vreemde telling, waarbij reguliere competi tiewedstrijden en play-offwedstrij- den nu eens wel en dan weer niet werden meegeteld. Tot op de dag van vandaag begrijpt niemand hoe het precies in zijn werk ging, maar het eindresultaat was dat Blaifw- De Gouden Meerbeker, beschikbaar gesteld door Egeman, werd drie maal achtereen door Ajax gewonnen en kwam daarmee definitief in het bezit van de club. Aiax Magazine

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2007 | | pagina 40